Het kwam ook voor dat een eerste oogst van een nieuw aangelegde tuin mislukte door onbekwaamheid en aangevreten werd door insecten. Afspraken werden eervol besloten met insha’Allah (8). Nee mannen, voor mij is dat niet genoeg. Wat insha’Allah, niks insha’Allah. Jij bent de handen en voeten van God. Jouw God wil zich manifesteren in jou toevallig en in jou en jou. Het komt echt niet uit de hemel gevallen. Zonder jouw goede wil, je uiterste best te doen, woord te houden en je aan afspraken te houden, kunnen we geen zaken doen.
Ik ben me bewust dat ik achteraf gezien mezelf bij aflevering hier op Ain Houdra ook niet duidelijk genoeg heb uitgedrukt. Amr en ik hebben levensmiddelen gekocht voor mijn verblijf hier. Uiteraard heb ik die zelf betaald. Over een dag of veertien komt hij met een nieuwe voorraad water en eten. Ik gaf hem duizend Egyptische ponden, is zestig euro, voor de volgende levering en voor een aantal maal benzine om hier naartoe te rijden. Tot mijn verbazing gaf hij het hele bedrag aan Machmout die gereden heeft. Ik zei niks maar dacht en nu?
De bedoeïenen hebben de aparte neiging, als het op zakendoen aankomt of dat er dingen geregeld moeten worden die geld gaan kosten, al snel te zeggen dat je een vriend bent en dat we het wel zullen zien. Duidelijk? Nou eh… voor mijn westerse overtuiging niet nee, echt niet.
Vertrouwen? Ook niet meer zoveel gezien mijn ervaring hier. Als ik een bedrag geef wat mij heel redelijk lijkt, krijg ik toch dikwijls te horen dat alles hier duur geworden is en.. .en…
Vanmorgen sprak ik Inam aan of het mogelijk is om de vervallen arisha, die achteraan op de hof staat, te herstellen en voor mij bewoonbaar te maken. Hij dacht geen seconde na, voelde zich gelijk verantwoordelijk. Wat de kosten voor herstel c.q. opruimen zijn? “Oh, niet veel, jij bent een vriend.” “Ja maar, Inam…” “Insha’ Allah, nee niet veel, echt niet.”
Wat de kosten mogen zijn hangt dus hier in de veelkleurige blauwe lucht en werd vanmorgen subiet meegevoerd door een behoorlijke rukwind, oeps de wadi in, naar de rest van de lucht die verderop zacht violet is en wel raad weet met zo’n dialoog over kosten. Ik niet, maar heb het nu, lees nu, ter plekke, nu pas dus, losgelaten. Hiep hiep hiep hoera!
In alle ernst vergeef ik mezelf mijn eigen onduidelijkheid en heb begrip voor de andere cultuur die ik bloemrijk, flexibel, organisch en rijk aan mogelijkheden vind. Ik zal het ooit misschien niet begrijpen, maar wel leren om er liefdevol en duidelijk mee om te gaan. Dat is mijn overtuiging. Met dank voor deze lessen.
GETAL 15
KLEUR DONKERBRUIN MET GELE RAND
GETAL. 15 = 6. 6 symboliseert de nalatenschap van de muis hier in het zand. De voetafdruk en het uitwerpseltje dat zich naast mijn eerste voetstap van vandaag laat zien.
KLEUR. Donkerbruin met een gele rand is als de schaduw van de hoge bergen in de nacht, waarvan de kam verlicht wordt door de maan. Alles wat nog verborgen zit en alle verborgen leven wordt ooit tot leven gewekt en komt aan het licht.
Als ik het pad zo zorgvuldig en rustig mogelijk afloop, de oase uit, dan hoor ik het mierenvolk waar ik overheen loop zeggen: ‘Daar komt de enorme reus met veel geweld, ontembaar als een leeuw die zijn prooi in het vizier heeft, zonder enig respect voor wat dan ook, hier, in onze regio, onze prachtige behuizingen, onze oeroude Romeinse tempels die met zorg en veel mierkracht opgebouwd zijn, onze exclusieve buitenverblijven, zorgvuldig geplande en opgebouwde routes, weg, gewoonweg vertrappen. Alsof er bommen ontploffen die er wellicht nog lagen uit de Spartaanse oorlog van ooit. Alsof er expres boobytraps neergelegd zijn, om ons en onze dierbare nakomelingen voor altijd te ontheemden. Erger dan de sterkste winden die zorgvuldig nieuwe randjes maken en liefdevol steentjes verleggen omdat het niet anders kan.’ Aldus de mierenvolken.
Mijn antwoord is aan alle dieren die ondergronds en bovengronds hun plek hebben: ‘Ik weet het mieren, hagedissen, luisjes, zandvlooitjes, springmuizen, wat jullie nu te klagen hebben tegen elkaar als ik hier plaatsgenomen heb op het door mij toegeëigend toneel, hierboven de grote lange wadi en mij rustig neerzet op een troon van zandsteen. Mijn rode rugzak en bont geweven waterzak misschien wel voor een uitgang van een woning zet. Ik ben mij ervan bewust. Op dit toneel hier wonen jullie en ik ben hier en nu jullie eervolle gast. Beschouw vandaag mijn komst als een opvoering, speciaal voor jullie in elkaar geflanst. Zie deze ongewilde ongevraagde giga verandering als een uitdaging, lieve dieren van Gods schepping. Luister naar alle geluiden die jullie nog nooit eerder hoorden, behalve van de wind en jullie eigen geluid van voetstapjes, scheetjes, knaagjes, blaasjes, piepjes en geschuifel. Wees stil, vrees niet en weet dat dit voorkomt in het aardse zijn. Zoek een andere prachtige, interessante, nieuwe route. Een veel mooiere, kortere, interessantere misschien. Treur niet als er doden vallen, of heel even dan misschien, maar bid om kracht. Zoek naar nieuwe mogelijkheden die er altijd geweest zijn en er altijd zullen zijn, ook als je ze niet direct gewaar wordt. Overstijg je eigen krachten door te proberen en nog eens en nog eens. Verleg je grenzen en ontdek. Bouw nieuwe huizen die misschien wel veiliger voor je zijn. Ik kom morgen kijken.’
Ik ben zorgvuldig, echt waar. Ik kijk waar ik iedere voet zet. Ik ga zitten waar ik de minste schade aanricht. Nooit op een gaatje waar jij misschien woont, of je moeder. Ik let op dat ik mijn rugzak niet op een levend wezen zet, op jouw jongste broertje of oudste neefje wellicht. Ook mijn handen letten op waar zij zich zetten als ik opsta of ga zitten. Als ik moet spugen omdat ik te veel speeksel in mijn mond heb omdat ik dagenlang niet praat, dan doe ik dat zorgvuldig op een plek van steen, in het zicht, zodat iedereen die dorst heeft of trek, er iets van kan nemen. Plassen doe ik al een aantal dagen op een met zorg gekozen dezelfde plek en zo, dat niemand erin kan verzuipen, maar er wellicht nog iets aan heeft. Beetje zout bijvoorbeeld. Ik zet mijn voeten zorgvuldig op de harde, bijna witte, geribbelde zandsteen waar niemand woont.
Plassen in de woestijn moet je echt niet op een harde ondergrond doen, dat doen de kamelen ook niet. Zij willen zichzelf niet onder spetteren en ik ook liever niet als het even kan. Nee. Plassen doe je in het zand, maar niet tegen de wind in. Als ik mijn voeten stevig in spreidstand gezet heb, gaan mijn gekleurde kleren en zwarte, voor de veiligheid, onderbroek naar beneden. Ik laat mijn blote achterwerk heel diep zakken. Houd in verband met de vaak harde wind met mijn linkerhand al mijn gekleurde kleren goed vast. Mijn rechterhand houdt mijn rechterenkel vast. Dit voor de stevigheid van de hurkpositie. Ik wil niet omvallen namelijk. Alles onder controle. Dan laat ik met een lichte zucht ter ontspanning alle vloeibare afvalstoffen de vrije loop in het met zorg gekozen, meestal gele, zand dat aan alle zijden vaak wel begrensd wordt door grote platte keien. Spetteren doet het nauwelijks. Het zand absorbeert wat het vermag te absorberen en het overvloedige stroomt zachtjes naar beneden, want de plek, zoals alles hier, is licht glooiend, zo niet steil. Het klinkt wel als een kleine fontein, vooral ’s nachts. Ik laat me echter door de klank niet belemmeren om de druk te gaan verminderen. Daar begin ik niet aan.
De urine schittert heel even in het zonlicht. De kristallen ervan worden zichtbaar. Heel kleine steentjes schrikken van de stroom en laten zich verschuiven of zelfs verplaatsen. Het witte zand wordt oker en het gele zand sienna. Steentjes die wit leken worden doorzichtig, als kristal.
Onder de rechtse platte kei zit een rond gat van plusminus drie centimeter. Het kan een woning zijn en het lijkt bewoond, want voor het gat ligt wat minder zand. Een in- en uitgang, denk ik. De urine stroomt daar net niet naar binnen, maar eraan voorbij. De eerste grote zondvloed, die wil ik niet op mijn geweten hebben, waardoor een hele hagedissenfamilie zou kunnen verzuipen. Spaar me. Ik verleg een kei.
Uitgeplast, dan lekker je kont, hup, omhoog, hoofd naar beneden, kleren loslaten, enkels vasthouden, tussen de benen doorkijken, zie je de wereld even op zijn kop en lekker je billen in de wind, in de zon laten drogen en genieten van de warmte op je plasser. Dit is al met al een welkome opluchting voor de blaas en nieren, evenals een goede lichamelijke oefening. En dan ook nog niet wetende welke bewoners van deze regio hier profijt van zullen en kunnen hebben.
Er kwam gelijk een vrolijke dappere mier op af en een andere schrok, maar schrok zich niet dood gelukkig. Er zijn nu steentjes verlegd die misschien wel in de weg