28:0.5 (306.5) 3. de Omniafijnen.
28:0.6 (306.6) Aangezien de laatste twee orden niet zo rechtstreeks betrokken zijn bij het opklimmingsplan voor de voortgang van stervelingen, zullen zij in het kort besproken worden voordat wij de seconafijnen meer uitgebreid beschouwen. Formeel gezien zijn de tertiafijnen noch de omniafijnen dienende geesten van de superuniversa, ofschoon beiden als geest-dienaren in deze gebieden werkzaam zijn.
1. De Tertiafijnen
28:1.1 (306.7) Deze hoge engelen staan geregistreerd in het hoofdkwartier van ieder superuniversum en niettegenstaande het feit dat zij dienen in de plaatselijke scheppingen, zijn zij formeel inwoners van deze hoofdwerelden der superuniversa, omdat zij niet afkomstig zijn uit de plaatselijke universa. Tertiafijnen zijn kinderen van de Oneindige Geest en worden op het Paradijs gepersonaliseerd in groepen van duizend. Deze verheven wezens van goddelijke oorspronkelijkheid en nagenoeg allerhoogste veelzijdigheid, zijn het geschenk van de Oneindige Geest aan de Schepper-Zonen van God.
28:1.2 (306.8) Wanneer een Michael-Zoon wordt gedetacheerd vanuit het ouderlijk Paradijs-regime en wordt voorbereid om uit te gaan ten einde aan zijn universum-avontuur in de ruimte te beginnen, brengt de Oneindige Geest een groep van duizend van deze geesten voort, om hem tot metgezellen te dienen. En deze majesteitelijke tertiafijnen vergezellen de Schepper-Zoon wanneer hij het avontuur van het organiseren van een universum aanvangt.
28:1.3 (306.9) Gedurende de vroege tijden van het bouwen van een universum vormen deze duizend tertiafijnen de enige persoonlijke staf van een Schepper-Zoon. In deze bewogen tijd dat de Zoon zijn universum assembleert en andere astronomische bewerkingen verricht, doen zij een macht aan ervaring op als zijn assistenten. Zij staan de Schepper-Zoon terzijde tot aan de dag dat de Blinkende Morgenster, de eerstgeborene van een plaatselijk universum, wordt gepersonaliseerd. Dan dienen de tertiafijnen formeel hun ontslag in, en wordt dit ontslag aanvaard. En bij het verschijnen van de eerste orden inheemse engelen trekken zij zich terug uit de actieve dienst in het plaatselijk universum en worden zij de verbindingsdienaren tussen de Schepper-Zoon aan wie zij eerder waren toegevoegd, en de Ouden der Dagen van het betrokken superuniversum.
2. De Omniafijnen
28:2.1 (307.1) De Omniafijnen zijn door de Oneindige Geest geschapen in verbinding met de Zeven Allerhoogste Bestuurders, en zij zijn dienaren en boodschappers van alleen deze Allerhoogste Bestuurders. Omniafijnen zijn aangesteld in het groot universum, en in Orvonton heeft hun korps zijn hoofdkwartier in het noordelijk gedeelte van Uversa, waar zij als een speciale gastenkolonie verblijven. Zij staan niet op Uversa geregistreerd en zijn ook niet aan ons bestuur verbonden. Evenmin zijn zij rechtstreeks betrokken bij het opklimmingsplan voor de voortgang van stervelingen.
28:2.2 (307.2) De omniafijnen worden geheel in beslag genomen door het toezicht over de superuniversa ten behoeve van de bestuurlijke coördinatie vanuit het gezichtspunt der Zeven Allerhoogste Bestuurders. Onze kolonie van omniafijnen op Uversa ontvangt alleen instructies van, en brengt uitsluitend verslag uit aan, de Allerhoogste Bestuurder van Orvonton, die zich bevindt op de gezamenlijke bestuurswereld nummer zeven in de buitenste gordel van Paradijs-satellieten.
3. De Seconafijnen
28:3.1 (307.3) De secorafijnse heerscharen worden voortgebracht door de zeven Reflectieve Geesten die zijn toegewezen aan het hoofdkwartier van ieder superuniversum. Er ligt een zeer bepaalde Paradijs-responsieve techniek ten grondslag aan de schepping van deze engelen in groepen van zeven. Ieder zevental omvat altijd één primaire, drie secundaire, en drie tertiaire seconafijnen: zij personaliseren altijd precies in deze verhouding. Als er zeven van deze seconafijnen zijn geschapen, wordt er één, de primaire, toegevoegd aan de dienst van de Ouden der Dagen. De drie secundaire engelen worden verbonden aan drie groepen bestuurders in de superregeringen, die van het Paradijs afkomstig zijn: de Goddelijke Raadslieden, de Volmakers der Wijsheid en de Universele Censors. De drie tertiaire engelen worden verbonden aan de opgaande getrinitiseerde medewerkers van de bestuurders der superuniversa: de Machtige Boodschappers, de Hoge Gezagsdragers, en Degenen zonder Naam en Getal.
28:3.2 (307.4) Deze seconafijnen van de superuniversa zijn de afstammelingen van de Reflectieve Geesten, en daarom is reflectiviteit inherent in hun natuur. Zij reageren reflectief op alles in iedere fase van alle schepselen die afstammen van de Derde Bron en Centrum en van de Schepper-Zonen uit het Paradijs, doch de wezens en entiteiten, persoonlijke of andere, die uitsluitend hun oorsprong hebben in de Eerste Bron en Centrum, reflecteren zij niet rechtstreeks. Wij zijn in het bezit van vele blijken van het daadwerkelijk bestaan van de universele inlichtingencircuits van de Oneindige Geest, doch zelfs indien wij geen ander bewijs zouden hebben, zouden de reflectieve verrichtingen van de seconafijnen meer dan voldoende zijn om de werkelijkheid van de universele aanwezigheid van het oneindige bewustzijn van de Vereend Handelende Geest aan te tonen.
4. De Primaire Seconafijnen
28:4.1 (307.5) De primaire seconafijnen, toegevoegd aan de Ouden der Dagen, zijn levende spiegels in dienst van deze drieënige bestuurders. Denkt u zich eens in wat het in het beheer van een superuniversum betekent om zich als het ware tot een levende spiegel te kunnen wenden en daarin de betrouwbare antwoorden te zien en te horen van een ander wezen op duizend of honderdduizend lichtjaren afstand, en dit alles feilloos en ogenblikkelijk. Het vastleggen van gebeurtenissen is van essentieel belang voor het beleid in de universa, nieuwsuitzendingen zijn dienstig, het werk van de Solitaire en andere boodschappers is van groot nut, doch de Ouden der Dagen kunnen vanuit hun positie halverwege de bewoonde werelden en het Paradijs — tussen de mens en God — ogenblikkelijk naar beide richtingen zien, beide horen, en beide kennen.
28:4.2 (308.1) Dit vermogen — om als het ware alle dingen te horen en te zien — kan in de superuniversa slechts door de Ouden der Dagen volmaakt worden gerealiseerd en dan alleen op hun respectieve hoofdkwartierwerelden. Zelfs daar gelden bepaalde beperkingen: vanuit Uversa is deze communicatie beperkt tot de werelden en universa van Orvonton, en hoewel deze reflectie-techniek dus niet werkt tussen de superuniversa onderling, houdt zij ieder superuniversum wel in nauw contact met het centrale universum en met het Paradijs. Ofschoon de zeven superregeringen afzonderlijk functioneren, weerspiegelen zij aldus volmaakt het gezag boven hen en voelen zij geheel mee met, en zijn zij volmaakt op de hoogte van, de behoeften beneden hen.
28:4.3 (308.2) De primaire seconafijnen blijken krachtens hun aangeboren natuur te neigen tot zeven verschillende typen dienstbetoon en het is passend dat de eerste reeks van deze orde zo begaafd is, dat zij van nature het denken van de Geest vertolkt voor de Ouden der Dagen, en wel als volgt:
28:4.4 (308.3) 1. De Stem van de Vereend Handelende Geest. In ieder superuniversum vertonen de eerste primaire seconafijn en iedere zevende van deze orde die nadien wordt geschapen, een hoge graad van adaptief vermogen om het denken van de Oneindige Geest te verstaan en te vertolken voor de Ouden der Dagen en hun medewerkers in de superregeringen. Dit is van grote waarde op de hoofdkwartieren van de superuniversa, want in tegenstelling tot de plaatselijke scheppingen met hun Goddelijke Hulp en Bijstandverleensters. beschikt de zetel van een superregering niet over een gespecialiseerde personalisatie van de Oneindige Geest. Vandaar dat deze secorafijnse stemmen veel hebben van persoonlijke vertegenwoordigers van de Derde Bron en Centrum op deze hoofdwerelden. Weliswaar zijn de zeven Reflectieve Geesten daar aanwezig, maar deze moeders der secorafijnse heerscharen reflecteren niet zo getrouw en automatisch de Vereend Handelende Geest, als wel de Zeven Meester-Geesten.
28:4.5 (308.4) 2. De Stem van de Zeven Meester-Geesten. De tweede primaire seconafijn en iedere zevende die daarna wordt geschapen, brengen over het algemeen de collectieve naturen en reacties van de Zeven Meester-Geesten tot uitdrukking. Ofschoon iedere Meester-Geest reeds op de hoofdwereld van een superuniversum wordt vertegenwoordigd door een van de zeven Reflectieve Geesten ter plaatse, is deze vertegenwoordiging individueel, niet collectief. Collectief zijn zij slechts reflectief aanwezig; daarom verwelkomen de Meester-Geesten de diensten van deze zeer persoonlijke engelen, de tweede serie der primaire