28:6.9 (315.2) 3. Het Belang van Tijd. Tijd is het enige waarmee alle wilsschepselen universeel zijn begiftigd, het ‘enige talent’ dat aan alle verstandelijke wezens is toevertrouwd. Allen hebt ge de tijd om uw overleving te verzekeren, en tijd wordt slechts dan op noodlottige wijze verspild wanneer zij in onachtzaamheid wordt begraven en wanneer ge nalaat haar zo te gebruiken dat ge de overleving van uw ziel zeker stelt. Indien een mens nalaat zijn tijd tot het uiterste te benutten, brengt dit geen fatale straf met zich mee; voor de pelgrim in de tijd betekent het slechts vertraging op zijn reis omhoog. Indien de overleving wordt verworven, kunnen alle andere verliezen worden verholpen.
28:6.10 (315.3) In het toewijzen van taken is het advies van de Belangen van Tijd van onschatbare waarde. Tijd is een essentiële factor in alles wat zich aan deze zijde van Havona en het Paradijs afspeelt. In het laatste oordeel ten overstaan van de Ouden der Dagen is de tijd een element in de bewijsvoering. De Belangen van Tijd moeten altijd getuigen teneinde aan te tonen dat iedere gedaagde ruimschoots de tijd heeft gehad om beslissingen te nemen, om tot een keuze te geraken.
28:6.11 (315.4) Deze taxeerders van de tijd zijn ook het geheim der profetie; zij beschrijven het tijdselement dat nodig zal zijn voor de voltooiing van elke onderneming en geven dit even betrouwbaar aan als de frandalanks en chronoldeks van bepaalde andere levende orden. De Goden voorzien, vandaar dat zij voorkennis hebben; doch de opklimmende gezagsdragers in de universa in de tijd moeten de Belangen van Tijd raadplegen om gebeurtenissen in de toekomst te kunnen voorspellen.
28:6.12 (315.5) Ge zult deze wezens voor de eerste maal ontmoeten op de woningwerelden, waar zij u zullen onderrichten in het nuttig gebruik van wat gij ‘tijd’ noemt, zowel in het positieve gebruik ervan, werk, als in het negatieve gebruik, rust. Beide vormen van tijdsgebruik zijn belangrijk.
28:6.13 (315.6) 4. De Hoge Ernst van Betrouwen. De mate van betrouwbaarheid is de allesbeslissende toetssteen voor wilsschepselen. Betrouwbaarheid is de ware maatstaf van zelfbeheersing, karakter. Deze seconafijnen vervullen een tweeledig doel in het bestel van de superuniversa: voor alle wilsschepselen beelden zij het gevoel uit van verplichting, heiligheid, en hoge ernst wanneer hun iets wordt toevertrouwd. Terzelfdertijd reflecteren zij voor de regerende gezagsdragers feilloos de exacte mate van betrouwbaarheid van iedere kandidaat voor een post van vertrouwen of een veranwoordelijke taak.
28:6.14 (316.1) Op Urantia tracht ge op groteske wijze iemands karakter te doorgronden en zijn specifieke vermogens in te schatten, doch op Uversa doen wij dit daadwerkelijk in volmaaktheid. Deze seconafijnen wegen uw betrouwbaarheid af op de levende weegschaal van een feilloze karakterbeoordeling, en wanneer zij naar u hebben gekeken, behoeven wij hen slechts aan te zien om de grenzen te kennen van uw vermogen om verantwoordelijkheid te dragen, de u toevertrouwde opdrachten uit te voeren en missies te volbrengen. Uw activa aan betrouwbaarheid worden duidelijk uitgezet tegenover uw passiva aan mogelijke nalatigheid of verraad.
28:6.15 (316.2) Uw meerderen hebben het plan om u vooruit te helpen door u steeds zwaardere taken toe te vertrouwen zodra uw karakter zich voldoende heeft ontwikkeld om deze grotere verantwoordelijkheden met gratie te dragen, maar iemand teveel op de schouders leggen vraagt alleen maar om onheil en loopt zeker op teleurstelling uit. En de fout dat een mens of engel voortijdig met verantwoordelijkheid wordt belast, kan worden vermeden door gebruik te maken van de diensten van deze engelen die het vermogen van individuele persoonlijkheden in tijd en ruimte om hun toevertrouwde taken te vervullen, feilloos kunnen taxeren. Deze seconafijnen vergezellen altijd de Hoge Gezagsdragers en deze bestuurders benoemen nimmer kandidaten voordat zij op de weegschaal van deze seconafijnen zijn gewogen en ‘niet te licht’ zijn bevonden.
28:6.16 (316.3) 5. De Heiligheid van Dienstbaarheid. Onmiddellijk nadat is bevonden dat iemand betrouwbaar is, valt hem het voorrecht ten deel te mogen dienen. Er kan niets tussen u en de mogelijkheid tot vermeerderd dienstbetoon staan dan uw eigen onbetrouwbaarheid, uw gebrekkig vermogen om de hoge ernst van een u toevertrouwde taak naar waarde te schatten.
28:6.17 (316.4) Dienstbaarheid — doelbewuste dienstbaarheid, geen slavernij — geeft de hoogste voldoening en is de uitdrukking van de meest goddelijke waardigheid. Dienstbetoon — meer dienstbetoon, toenemend dienstbetoon, moeilijk dienstbetoon, avontuurlijk dienstbetoon, en ten slotte goddelijk, volmaakt dienstbetoon — is het doel van de tijd en de bestemming van de ruimte. Maar steeds zullen de perioden van dienstbetoon en vooruitgang in de tijd worden afwisseld door perioden van spel. En na het dienstbetoon in de tijd volgt het super-dienstbetoon in de eeuwigheid. Tijdens het spel in de tijd zoudt ge u het werk in de eeuwigheid moeten indenken, zoals ge gedurende het dienstbetoon in de eeuwigheid ook terug zult denken aan het spel in de tijd.
28:6.18 (316.5) De universele economie is gebaseerd op opname en productie; in heel uw eeuwige loopbaan zult ge de eentonigheid van inactiviteit of de stagnatie van persoonlijkheid tegenkomen. Vooruitgang wordt mogelijk gemaakt door inherente beweging, voortgang spruit voort uit de goddelijke capaciteit tot acitviteit, en prestatie is het kind van vindingrijk avontuur. Maar inherent aan deze capaciteit tot prestaties is de verantwoordelijkheid der ethiek, de noodzaak om te erkennen dat de wereld en het universum vervuld zijn van een menigte wezens van verschillende typen. Deze gehele prachtige schepping, gijzelf inbegrepen, is niet alleen maar voor u gemaakt. Dit is geen egocentrisch universum. De Goden hebben verordend: ‘Het is zaliger te geven dan te ontvangen,’ en uw Meester-Zoon heeft gezegd: ‘Wie de grootste onder u wil zijn, zij aller dienaar.’
28:6.19 (316.6) De werkelijke natuur van elk dienstbetoon, of dit nu wordt verleend door mens of engel, wordt ten volle geopenbaard in het aangezicht van deze secorafijnse indicateurs van dienstbetoon, de Heiligheden van Dienstbaarheid. De volledige analyse van uw ware en verborgen motieven wordt duidelijk getoond. Deze engelen zijn inderdaad de gedachtenlezers, de onderzoekers der harten, en de openbaarders der zielen in het universum. Stervelingen kunnen woorden gebruiken om hun gedachten te verbergen, doch deze hoge seconafijnen leggen de diepste motieven van het menselijk hart en het bewustzijn van engelen bloot.
28:6.20 (317.1) 6 en 7. Het Geheim van Grootheid en de Ziel van Goedheid. De pelgrims op de weg omhoog zijn zich bewust geworden van het belang van tijd, de weg is gebaand voor de realisatie van de hoge ernst van taken die hen zijn toevertrouwd en voor het besef van de heiligheid van het dienen. Dit zijn de morele elementen van grootheid maar er bestaan ook geheimen van grootheid. Wanneer de geestelijke toetsen van grootheid worden aangelegd, worden de morele elementen niet uit het oog verloren, doch de kwaliteit van onbaatzuchtigheid die aan de dag treedt in belangeloze arbeid voor het welzijn van de medemens op aarde, in het bijzonder voor waardige wezens die in nood en tegenspoed verkeren, is de werkelijke maatstaf voor planetaire grootheid. En de manifestatie van grootheid op een wereld als Urantia is het aan de dag leggen van zelfbeheersing. Een groot mens is niet hij die ‘een stad inneemt’ of ‘een natie onderwerpt,’ doch veeleer ‘hij die zijn eigen tong onderwerpt.’
28:6.21 (317.2) Grootheid is synoniem met goddelijkheid. God is in de allerhoogste mate groot en goed. Grootheid en goedheid kunnen eenvoudig niet van elkaar worden gescheiden. Zij zijn voor immer verenigd in God. Deze waarheid wordt letterlijk en treffend duidelijk gemaakt door de wederzijdse reflectieve afhankelijkheid van het Geheim van Grootheid en de Ziel van Goedheid, want geen van beiden kan functioneren zonder de ander. Bij het reflecteren van andere kwaliteiten van goddelijkheid kunnen de seconafijnen van een superuniversum alleen handelen en doen zij dit ook, doch de reflectieve schattingen van grootheid en goedheid schijnen onlosmakelijk aan elkaar te zijn verbonden. Vandaar dat deze reflectoren van grootheid en goedheid op iedere wereld, in ieder universum, samen werken en altijd een tweevoudig en onderling afhankelijk verslag vertonen van ieder wezen waarop zij zich instellen. Grootheid kan niet worden geschat zonder het gehalte aan goedheid te kennen, terwijl goedheid niet uitgebeeld kan worden zonder dat haar inherente, goddelijke grootheid tot uiting komt.
28:6.22 (317.3) De schatting van grootheid verschilt van wereld tot wereld. Groot zijn betekent als God te zijn. En aangezien de kwaliteit van grootheid geheel bepaald wordt door het gehalte aan goedheid, volgt hieruit dat indien ge, zelfs in uw huidige menselijke staat, door genade goed kunt worden, daardoor ook groot wordt. Hoe standvastiger ge de begrippen van goddelijke goedheid voor ogen houdt en hoe groter