Ontdek je sterke verhaal. Ignace de Haes. Читать онлайн. Newlib. NEWLIB.NET

Автор: Ignace de Haes
Издательство: Bookwire
Серия:
Жанр произведения: Языкознание
Год издания: 0
isbn: 9783991075813
Скачать книгу
leidt idealiter tot een baan en/of tot persoonlijke groei. Cochran laat het beeldend zien. Er is een verschil tussen een ‘agent, who makes things happen’ en een ‘patient, to whom things happen’. Slagen we er niet in een samenhangend verhaal te creëren, dan overvallen ons gevoelens van zinloosheid en passiviteit. We zijn geen deelnemers meer, maar passieve toeschouwers van ons eigen leven doordat niet helder is welke richting we op willen of welke stappen we moeten zetten.

      Niet coherente microverhalen

      In zijn uitwerking haalt Savickas ook andere wetenschappers aan om zijn theorie te rechtvaardigen, waaronder de Franse filosoof Paul Ricoeur. In zijn boek Time and Narrative (1984) legt Ricoeur uit dat de mens vooral een vertellend wezen is die zijn identiteit kleur geeft door middel van verhalen. Om te weten wie we zijn, zijn we aangewezen op de omweg van het verhaal. Het verhaal is een omweg, omdat het nooit de letterlijke weergave is van onze gedachten, gevoelens en overtuigingen. We maken daarvan een vertaalslag.

      Bovendien zijn de verschillende verhalen vaak niet coherent met elkaar. Het zijn geïmproviseerde losse stukjes. Het grote geheel ontbreekt en soms zijn die stukjes zelfs met elkaar in tegenspraak. Ricoeur stelt dan ook dat de losse microverhaaltjes uiteindelijk tot een groter verhaal leiden doordat we pas later de causale verbanden tussen de verhalen zoeken. Juist deze microverhaaltjes zorgen ervoor dat de verteller meer bereid is om buiten de eigen kaders te opereren, omdat hij niet binnen bepaalde verbanden hoeft te denken. Die verbanden komen pas later. De kunst is nu om de juiste lijm te gebruiken om de microverhalen zodanig aan elkaar te plakken, zodat dat een coherent macroverhaal ontstaat.

      In feite is het Ricoeur geweest die Emannuel Macron aan de baan van president van Frankrijk heeft geholpen. Macron is twee jaar lang de assistent van Ricoeur geweest en hij heeft in de aanloop naar de presidentsverkiezingen met succes toegepast wat hij van Ricoeur geleerd heeft. Hij heeft denkbeelden van het linkse en rechtse politieke spectrum met elkaar verenigd die op het eerste gezicht onverenigbaar waren en heeft er daarna een coherent verhaal van gemaakt. Destijds was dat een compleet nieuw verhaal dat vele Fransen aansprak. Ondertussen is door de politieke realiteit dat verhaal verbleekt en is de populariteit van de Franse president niet groot meer.

      Mooie metaforen

      Paul Ricoeur is ook een grote voorstander van het gebruik van metaforen. Een metafoor is een beeldspraak die op een vergelijking gebaseerd is. ‘Pieter is zo koud als ijs’ is een voorbeeld van een metafoor. Pieter is zelf niet zo koud als ijs. Zijn lichaamstemperatuur zal 36 graden zijn. Maar we hangen de betekenis ‘koud als ijs’ op aan de emotionele vaardigheden van Pieter. Metaforen zijn creatieve taalconstructies. Je bent zelf creatief omdat je een deel neemt van de betekenis van een woord en dat verbindt met een woord dat geen verbinding wil aangegaan met de hele betekenis. Maar de persoon die de metafoor interpreteert, moet zelf de verbinding zoeken en kan met heel andere ideeën komen, afhankelijk van zijn context. De woorden krijgen nieuwe betekenissen.

      Metaforen doen een beroep op het poëtisch vermogen en kunnen abstracte concepten concreet maken. Ze overstijgen de grenzen van het woord zelf en prikkelen de fantasie en het voorstellingsvermogen, waardoor we de wereld anders bekijken dan voorheen. Joost van den Vondel, dichter uit de Gouden Eeuw heeft een bekende metafoor geformuleerd: ‘De wereld is een schouwtoneel. Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel’.

      Goede metaforen geven een diepere betekenis aan jezelf, zijn memorabel en blijven resoneren. Ze brengen naast een reden ook gevoel over. In het eerste voorbeeld hieronder geeft de woordcombinatie ‘teugels laten vieren’ ook een gevoel van vertrouwen weer, dat zelfs een soort levenswijsheid is geworden. Goede metaforen zijn daarom heel bruikbaar in het formuleren van het eigen verhaal. Ze kunnen in één woord iets weergeven, terwijl je anders daarvoor een hele zin nodig hebt. Ze zijn specifiek genoeg om duidelijk te maken wat je wil en tegelijkertijd laten ze ruimte voor de eigen fantasie.

      De twee voorbeelden hieronder komen uit mijn eigen praktijk.

      De teugels laten vieren

      Het liefst ga ik met mijn paard de vrije natuur in. Ik leid hem ergens heen met strakke hand, omdat ik weet waar ik heen wil. Als we dan terugkeren, laat ik de teugels vieren in het vertrouwen dat mijn paard zelf de weg terugvindt. Volgens mij is dat ook mijn levensstijl.

      Niet op een voetstuk staan

      Ik ben tegen voetstukken en wil er zelf helemaal niet op staan. Máár ik denk dat ik ambitieus ben in de zin dat ik iets belangrijks wil bijdragen. Ik denk wel dat ik daar ook waardering voor wil krijgen. Wellicht word ook ik dan op een voetstuk gezet, maar mij gaat het er in eerste instantie alleen om dat ik zelf de waarde inzie van waar ik mijn energie in steek. Ik zou het niet erg vinden om op de voorgrond te staan, maar op een voetstuk staan, vind ik niet echt nodig.

      De wezenlijke vragen

      Nu zijn we bijna weer terug bij Elaine. De Career Construction Theory wordt omgezet in Career Construction Counseling en Savickas begint met een vraaggesprek, waarbij zeven wezenlijke vragen van belang zijn. Elke vraag gaat over de eigen persoonlijkheid, maar wordt vanuit een ander perspectief gesteld. De antwoorden op deze vragen vormen de bouwstenen voor het eigen levensverhaal.

      1 Wat wil ik?

      2 Wie ben ik?

      3 Wat is mijn wereld?

      4 Wat doe ik?

      5 Wat is mijn levensmotto?

      6 Waar ben ik goed in?

      7 Wat is mijn kracht?

      Dit zijn vragen waarbij je wordt uitgedaagd om over jezelf te vertellen en die zo concreet zijn dat je je er iets bij kunt voorstellen. Deze vragen leveren verschillende verhalen op die, zoals Ricoeur laat zien, niet per se consistent hoeven te zijn. Pas later worden de verbanden tussen de verschillende deelverhalen gezocht.

      1. Wat wil ik?

      Savickas begint bij elke student met de vraag: ‘Wat wil je van mij en waarmee kan ik je helpen?’ Deze vraag geeft sturing in het proces en daarom wordt deze vraag altijd aan het begin van de eerste sessie gesteld. In latere sessies laat Savickas deze vraag weg omdat het logisch is waarom iemand komt. Elaine formuleert haar antwoord als volgt: ‘Ik weet niet waarom ik geen keuze voor een studie kan maken. Hierbij heb ik hulp nodig’.

      2. Wie ben ik?

      Bij deze vraag zijn de wezenlijke deelvragen: ‘Wie zijn jouw drie rolmodellen? Door wie ben je geïnspireerd? Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen jou en de rolmodellen?’

      Vaak wordt een beeld van wie je bent gebaseerd op gedrag en eigenschappen, wat je doet en hoe je bent. Soms ben je verdrietig en als je in een beter humeur bent, ben je weer anders. Beter is het om een omweg te nemen, waarbij je geïnspireerd wordt om verhalen te vertellen en niet na hoeft te denken over wie je daadwerkelijk bent.

      Als mensen rolmodellen kiezen, gaat het volgens Savickas in feite over het ideale zelfbeeld. Dit ideale zelfbeeld wordt al heel vroeg in de kindertijd gevormd. Savickas focust bij deze vraag vooral op de leeftijd tussen drie en zes jaar, omdat dan de eerste herinneringen worden gevormd die de rest van je le­venscarrière vormen. Daarbij mag je niet je eigen vader of moeder als rolmodel kiezen want omdat zij er altijd waren ligt dat te veel voor de hand. Rolmodellen kunnen overal vandaan worden gehaald: buren, acteurs, het maakt niet uit. Ze kunnen fictief zijn of in het echte leven voorkomen. Ze kunnen beroemd zijn of alleen bekend in een heel kleine groep. Maar ze hebben allemaal één ding met elkaar gemeen: ze worden met een reden als rolmodel gekozen.

      Elaine noemt haar drie rolmodellen en in het kort de motivatie waarom ze voor deze drie gekozen heeft:

      Ann van ‘Green Gables’ vanwege haar enthousiasme en temperament. Ann stelt doelen en haalt ze ook nog, ze doet wat ze wil, ze is integer en heeft ook nog lol. Elaine zegt van zichzelf dat ze haar ‘spirit’ verstopt en bang is om doelen te stellen en dat ze haar enthousiasme verloren heeft. Ann van Green Gables is een boek van de Canadese schrijfster Lucy Maud Montgommery en is al in 1908 gepubliceerd.

      Daarnaast kiest Elaine voor ‘A Wrinkle in Time’. Deze Disneyfilm