19:6.3 (221.5) Evenals alle andere persoonlijkheden van Triniteitsoorsprong, zijn de ingeborenen van Havona in goddelijke volmaaktheid ontworpen, en evenals dit met andere persoonlijkheden van Triniteitsoorsprong het geval is, kan hun bezit aan experiëntiële gaven in de loop der tijd toenemen. Doch anders dan de Stationaire Zonen van de Triniteit, kunnen de Havoners in status evolueren, kunnen zij een nog niet geopenbaarde toekomstige eeuwigheid-bestemming hebben. Dit wordt geïllustreerd door de Havona-bewoners die door dienstbetoon het vermogen tot feit maken om te fuseren met een niet-Richter-fragment van de Vader en op deze wijze in aanmerking komen voor het lidmaatschap van het Stervelingen-Korps der Volkomenheid. Er staan ook nog andere korpsen van volkomenen open voor deze ingeborenen van het centrale universum.
19:6.4 (221.6) De status-evolutie van de ingeborenen van Havona heeft aanleiding gegeven tot veel speculatieve overwegingen op Uversa. Aangezien zij voortdurend in de onderscheidene Paradijs-Korpsen der Volkomenheid binnendruppelen, en aangezien er niet meer van hen geschapen worden, is het duidelijk dat het aantal in Havona achterblijvende ingeborenen voortdurend kleiner wordt. De ultieme gevolgen van dit gebeuren zijn ons nimmer geopenbaard, doch wij geloven niet dat Havona ooit geheel ontledigd zal zijn van haar ingeborenen. Wij hebben wel de theorie overwogen dat gedurende de tijdperken van de opeenvolgende scheppingen in de niveaus van de buiten-ruimte de Havoners mogelijk te eniger tijd niet langer tot de korpsen der volkomenheid zullen toetreden. Wij hebben ook de gedachte overwogen dat het centrale universum in deze volgende universum-tijdperken bevolkt zou kunnen worden door een gemengde groep van aldaar residerende wezens, een bevolking die slechts ten dele uit de oorspronkelijke inwoners van Havona zou bestaan. Wij weten niet welke orde of soort schepselen bestemd is om op deze wijze residentiële status in het toekomstige Havona te verkrijgen, maar wij hebben gedacht aan:
19:6.5 (222.1) 1. de univitatia, die momenteel de permanente bewoners zijn van de constellaties der plaatselijke universa;
19:6.6 (222.2) 2. toekomstige typen stervelingen die wellicht geboren zullen worden op de bewoonde werelden van de superuniversa in de bloei van de tijdperken van licht en leven;
19:6.7 (222.3) 3. de binnenkomende geestelijke aristocratie van de achtereenvolgende universa in de buiten-ruimte.
19:6.8 (222.4) Wij weten dat het Havona van het voorgaande tijdperk van het universum iets verschilde van het huidige Havona. Wij achten het niet meer dan redelijk om aan te nemen dat wij nu getuige zijn van de langzame veranderingen in het centrale universum die vooruitlopen op toekomstige tijdperken. Eén ding is zeker: het universum is niet statisch: alleen God is onveranderlijk.
7. De burgers van het Paradijs
19:7.1 (222.5) Op het Paradijs resideren talrijke groepen luisterrijke wezens, de Burgers van het Paradijs. Dezen zijn niet rechtstreeks betrokken bij het plan om de wilsschepselen in opklimming tot volmaaktheid te brengen en worden daarom niet volledig geopenbaard aan de stervelingen van Urantia. Er bestaan meer dan drieduizend orden van deze verheven verstandelijke wezens, de laatste van wie werd gepersonaliseerd gelijktijdig met het mandaat van de Triniteit waarbij het scheppingsplan van de zeven superuniversa in tijd en ruimte werd afgekondigd.
19:7.2 (222.6) De Burgers van het Paradijs en de inwoners van Havona worden soms collectief aangeduid als Paradijs-Havona-persoonlijkheden.
19:7.3 (222.7) Hiermee is het verhaal inzake de wezens die door de Paradijs-Triniteit ten aanzijn zijn geroepen voltooid. Geen van hen is ooit op een dwaalspoor geraakt. En toch zijn zij allen in de hoogste zin begiftigd met vrije wil.
19:7.4 (222.8) Wezens van Triniteitsoorsprong bezitten transit-prerogatieven die hen onafhankelijk maken van transport-persoonlijkheden zoals serafijnen. Wij bezitten allen het vermogen om ons vrij en snel te verplaatsen in het universum van universa. Met uitzondering van de Geïnspi-reerde Triniteitsgeesten kunnen wij niet de bijna ongelooflijke snelheid van de Solitaire Boodschappers bereiken, doch wij zijn in staat het totaal der transportmogelijkheden in de ruimte zo te gebruiken, dat wij vanuit het hoofdkwartier van een superuniversum iedere plek daarin in minder dan een jaar Urantia-tijd kunnen bereiken. Het heeft mij 109 dagen Urantia-tijd gekost om van Uversa naar Urantia te reizen.
19:7.5 (222.9) Via deze zelfde wegen worden wij in staat gesteld om ogenblikkelijk onderling te communiceren. Onze gehele scheppingsorde weet zichzelf in contact met iedere individuele persoonlijkheid van iedere afdeling der kinderen van de Paradijs-Triniteit, met uitzondering van de Geïnspireerde Geesten.
19:7.6 (222.10) [Aangeboden door een Goddelijk Raadsman van Uversa.]
Het Urantia Boek
<< Verhandeling 19 | Titels | Inhoudsopgave | Verhandeling 21 >>
Verhandeling 20
De Paradijs-Zonen van God
20:0.1 (223.1) ZOALS zij functioneren in het superuniversum Orvonton, worden de Zonen van God ingedeeld in drie algemene afdelingen:
20:0.2 (223.2) 1. de afdalende Zonen van God;
20:0.3 (223.3) 2. de opklimmende Zonen van God;
20:0.4 (223.4) 3. de getrinitiseerde Zonen van God.
20:0.5 (223.5) De afdalende orden van zonen omvatten ook persoonlijkheden die rechtstreeks en goddelijk geschapen zijn. Opklimmende zonen, zoals de sterfelijke schepselen, bereiken deze status door experiëntiële participatie in de scheppingstechniek die evolutie genoemd wordt. Getrinitiseerde Zonen zijn een groep van samengestelde oorsprong die alle wezens omvat die door de Paradijs-Triniteit zijn omhelsd, ook als zij niet rechtstreeks van de Triniteit afstammen.
1. De afdalende Zonen van God
20:1.1 (223.6) Alle afdalende Zonen van God zijn van hoge, goddelijke oorsprong. Zij wijden zich aan het neerdalend dienstbetoon op de werelden en stelsels in tijd en ruimte om daar voor de nederige schepselen van evolutionaire oorsprong — de opklimmende zonen van God — de voortgang in de opklimming naar het Paradijs te vergemakkelijken. Van de talrijke orden van afdalende Zonen zullen er zeven in deze verhandelingen worden beschreven. De Zonen die voortkomen uit de Godheden op het centrale Eiland van Licht en Leven worden de Paradijs-Zonen van God genoemd en omvatten de volgende drie orden:
20:1.2 (223.7) 1. Schepper-Zonen — de Michaels;
20:1.3 (223.8) 2. Magistraat-Zonen — de Avonals;
20:1.4 (223.9) 3. Leraar-Zonen van de Triniteit — de Dagelingen.
20:1.5 (223.10) De vier overige orden van afdalende zonen staan bekend als de Zonen van God in de Plaatselijke Universa:
20:1.6 (223.11) 4. Melchizedek-Zonen;
20:1.7 (223.12) 5. Vorondadek-Zonen;
20:1.8 (223.13) 6. Lanonandek-Zonen;
20:1.9 (223.14) 7. de Levendragers.
20:1.10 (223.15) Melchizedeks zijn de gezamenlijke nakomelingen van een Schepper-Zoon van een plaatselijk universum, een Scheppende Geest en de Vader-Melchizedek. Vorondadeks en Lanonandeks worden beiden tot aanzijn gebracht door een Schepper-Zoon en zijn medewerkster, de Scheppende Geest. Vorondadeks zijn het best bekend als de Meest Verhevenen, de Constellatie-Vaders,