19:3.4 (217.3) Eén Volmaker der Wijsheid, zeven Goddelijke Raadslieden, en één Universele Censor vormen een rechtbank van Triniteitsgoddelijkheid, het hoogste reizende adviesorgaan in de universa in tijd en ruimte. Zulk een groep van negen staat bekend als ofwel een enquête-commissie of als een rechtbank die waarheid openbaart, en wanneer deze rechtbank een probleem beoordeelt en een beslissing geeft, is het alsof een Oude der Dagen geoordeeld had in deze zaak, want volgens de annalen van de superunivera is het nog nooit voorgekomen dat zo’n oordeel door de Ouden der Dagen werd herroepen.
19:3.5 (217.4) Wanneer de drie Ouden der Dagen functioneren, functioneert de Paradijs-Triniteit. Wanneer de rechtbank van negen na gezamenlijk overleg tot een beslissing komt, hebben de Ouden der Dagen in feite uitspraak gedaan. Op deze wijze maken de Regeerders op het Paradijs inzake kwesties van bestuur en regeringsverordeningen persoonlijk contact met de afzonderlijke werelden, stelsels en universa.
19:3.6 (217.5) Goddelijke Raadslieden zijn de volmaaktheid van de goddelijke raadgeving van de Paradijs-Triniteit. Wij vertegenwoordigen, en zijn in feite, de raadgeving der volmaaktheid. Wanneer aangevuld met de experiëntiële raad van onze medewerkers, de vervolmaakte en door de Triniteit omhelsde wezens uit de evolutionaire opklimming, zijn onze gezamenlijke conclusies niet alleen volledig, maar zelfs meer dan volledig. Wanneer aan onze gezamenlijke beraadslagingen ook wordt deelgenomen door een Universele Censor, en deze daarin heeft geoordeeld en onze raad heeft bekrachtigd en bekend gemaakt, is het zeer waarschijnlijk dat onze raad de drempel van universele totaliteit nadert. Zulke uitspraken vormen de dichtst mogelijke benadering van de absolute zienswijze van de Godheid binnen de tijd-ruimte-beperkingen van de betreffende situatie en het probleem in kwestie.
19:3.7 (217.6) Zeven Goddelijke Raadslieden in verbinding met een getrinitiseerd evolutionair drietal — een Machtige Boodschapper, een Hoge Gezagsdrager en een Wezen zonder Naam of Nummer — vormen de dichtst mogelijke superuniversum-benadering van de vereniging van het menselijke gezichtspunt en de goddelijke zienswijze op niveaus van geestelijke betekenissen en werkelijkheidswaarden van bijna paradijselijke aard. Een dergelijke dichte benadering van de gezamenlijke kosmische zienswijzen van het schepsel en de Schepper wordt slechts overtroffen in de zelfschenking-Zonen uit het Paradijs, die in iedere fase van hun persoonlijkheids-ervaring God en mens zijn.
4. De Universele Censors
19:4.1 (217.7) Er bestaan precies acht miljard Universele Censors. Deze unieke wezens zijn het oordeel van de Godheid. Zij weerspiegelen niet slechts de besluiten der volmaaktheid; zij zijn het oordeel van de Paradijs-Triniteit. Zelfs de Ouden der Dagen vellen geen oordeel dan alleen in samenwerking met de Universele Censors.
19:4.2 (217.8) Op elk der miljard werelden van het centrale universum is één Censor aangesteld, die is toegevoegd aan het planetaire bestuur van de aldaar residerende Eeuwige der Dagen. Noch de Volmakers der Wijsheid, noch de Goddelijke Raadslieden maken op deze wijze permanent deel uit van de besturen in Havona, en wij begrijpen ook niet geheel waarom er Universele Censors in het centrale universum zijn gestationeerd. Hun huidige activiteiten kunnen moeilijk een verklaring vormen voor hun aanstelling in Havona, en daarom vermoeden wij dat zij zich daar bevinden in afwachting van en vooruitlopend op de behoeften van een toekomstig universum-tijdperk, wanneer de bevolking van Havona wellicht ten dele zal veranderen.
19:4.3 (218.1) Aan elk van de zeven superuniversa is een miljard Censors toegevoegd. Zowel in individuele hoedanigheid als in samenwerking met de Volmakers der Wijsheid en Goddelijke Raadslieden zijn zij werkzaam in alle afdelingen van de zeven superuniversa. Zo treden de Censors op alle niveaus van het groot universum op, van de volmaakte werelden van Havona tot en met de raadscolleges van de Stelsel-Soevereinen, en vormen zij een organiek onderdeel van iedere dispensationele berechting van de evolutionaire werelden.
19:4.4 (218.2) Overal en altijd wanneer er een Universele Censor aanwezig is, daar is op dat moment het oordeel van de Godheid aanwezig. En aangezien de Censors altijd samen met de Volmakers der Wijsheid en de Goddelijke Raadslieden vonnis wijzen, behelzen deze besluiten de verenigde wijsheid, raad en oordeel van de Paradijs-Triniteit. In dit juridisch driemanschap zou de Volmaker der Wijsheid de ‘Ik was’ zijn, de Goddelijke Raadsman de ‘Ik zal zijn,’ doch de Universele Censor is altijd ‘Ik ben.’
19:4.5 (218.3) De Censors zijn totaliserende universum-persoonlijkheden. Als duizend — of een miljoen — getuigen zijn gehoord, wanneer de stem der wijsheid heeft gesproken en de raad van goddelijkheid zich heeft doen horen, wanneer het getuigenis van de opklimmende volmaaktheid is toegevoegd, dan treedt de Censor op, en ogenblikkelijk wordt dan feilloos en goddelijk het totaal geopenbaard van alles wat zich heeft afgespeeld: zulk een onthulling vormt dan ook de goddelijke conclusie, de samenvatting en kern van een finale, volmaakte beslissing. Nadat de Censor gesproken heeft, krijgt daarom niemand meer het woord, want de Censor heeft waarachtig en onmiskenbaar het totaal van al het voorgaande beschreven. Wanneer hij spreekt, is er geen beroep mogelijk.
19:4.6 (218.4) De werking van het bewustzijn van een Volmaker der Wijsheid begrijp ik ten volle, maar de werking van het beoordelende bewustzijn van een Universele Censor begrijp ik bepaald niet geheel. Het lijkt mij dat de Censors nieuwe bedoelingen formuleren en nieuwe waarden doen ontstaan uit de associatie van de feiten, waarheden en bevindingen die hun in de loop van een onderzoek aangaande universum-zaken worden voorgelegd. Het lijkt mij waarschijnlijk dat de Universele Censors in staat zijn om originele interpretaties te voorschijn te brengen uit de combinatie van volmaakt Schepper-inzicht en de ervaring van het vervolmaakte schepsel. Dit samengaan van Paradijs-volmaaktheid en universum-ervaring doet ongetwijfeld een nieuwe waarde in ultieme fasen resulteren.
19:4.7 (218.5) Doch dit betekent nog niet het einde van onze moeilijkheden met betrekking tot de werking van het bewustzijn van de Universele Censors. Ook wanneer wij terdege rekening houden met al hetgeen wij weten of veronderstellen ten aanzien van het functioneren van een Censor in bepaalde universum-situaties, merken wij dat wij nog steeds niet in staat zijn hun beslissingen en uitspraken te voorspellen. Wij bepalen zeer nauwkeurig het waarschijnlijke gevolg van de associatie van de zienswijze van de Schepper en de ervaring van het schepsel, doch zulke conclusies zijn niet altijd juiste voorspellingen van wat een Censor zal onthullen. Het lijkt ons aannemelijk dat de Censors op enigerlei wijze in verbinding staan met het God-heid-Absolute: veel van hun beslissingen en uitspraken kunnen wij niet anders verklaren.
19:4.8 (218.6) Volmakers der Wijsheid, Goddelijke Raadslieden en Universele Censors vormen samen met de zeven orden der Allerhoogste Triniteitspersoonlijkheden de tien groepen die soms zijn aangeduid als Stationaire Triniteitszonen. Samen vormen zij het grote korps der bestuurders, regeerders, uitvoerders, adviseurs, raadslieden en rechters van de Triniteit. Zij zijn iets meer dan zevenendertig miljard in getal. Twee miljard en zeventig zijn in het centrale universum gestationeerd en ruim vijf miljard in ieder superuniversum.
19:4.9 (219.1) Het is zeer moeilijk om de grenzen van het functioneren van de Stationaire Triniteitszonen aan te geven. Het zou niet juist zijn om te stellen dat hun handelingen tot het eindige beperkt zijn, want in het superuniversum staan verrichtingen geregistreerd die aangeven dat dit niet het geval is. Zij handelen op ieder niveau van bestuur of rechtspraak in het universum dat nodig kan zijn in de omstandigheden in tijd en ruimte, en dat te maken heeft met de vroegere, huidige en toekomstige evolutie van het meester-universum.
5. De Geïnspireerde Triniteitsgeesten
19:5.1 (219.2) Ik zal u slechts zeer weinig kunnen vertellen over de Geïnspireerde Triniteitsgeesten, want zij vormen een van de weinige geheel geheime orden van wezens die bestaan — geheim omdat het voor hen ongetwijfeld onmogelijk is zich geheel te openbaren zelfs aan degenen onder ons wier oorsprong zo dicht bij de bron ligt waaruit ook zij zijn geschapen. Zij komen ten aanzijn door het handelen van de Paradijs-Triniteit en kunnen voor ieder van de Godheden werken, of voor twee, of voor alle drie. Wij weten niet of het getal dezer Geesten compleet is of dat hun aantal voortdurend toeneemt, doch wij zijn geneigd te geloven