Als ze gewoon even hier kon blijven en wat les kon geven op de Academie, dan kon ze misschien haar leven weer op orde krijgen.
“Ik kan niet,” zei Riley. “Niet nu.”
Ze richtte zich naar Bill.
“Je weet wat er allemaal speelt nu,” zei ze.
“Ik weet het, ik hoopte gewoon...” zei hij met een smekende blik in zijn ogen.
Het was tijd om erachter te komen wat er aan de hand was.
“Wat is de zaak?” vroeg Riley.
“Er hebben ten minste twee vergiftigingen plaatsgevonden in Seattle,” zei Meredith. “Het lijkt een seriemoord te zijn.”
Op dat moment begreep Riley waarom Bill zo overstuur was. Toen hij nog maar een klein jongetje was, was zijn moeder vergiftigd en gestorven. Riley wist de details niet, maar ze wist wel dat de moord op zijn moeder een van de redenen was waarom hij FBI-agent was geworden. Het achtervolgde hem al jaren. Deze zaak zou oude wonden openrijten.
Toen hij zei dat hij haar nodig had op deze zaak, meende hij dat echt.
Meredith ging verder, “Tot nu toe weten we van twee slachtoffers; een man en een vrouw. Misschien zijn er nog meer, en misschien komen er nog meer.”
“Waarom worden wij hierbij gehaald?” vroeg Riley. “Er is een FBI-kantoor in Seattle. Kunnen zij het niet doen?”
Meredith schudde zijn hoofd.
“De situatie daar is nogal verstoord. Het lijkt erop dat de plaatselijke FBI en de plaatselijke politie het wat betreft deze zaak nergens over eens zijn. Dat is waarom jullie nodig zijn, of jullie nou gewild zijn of niet. Kan ik op je rekenen, Agent Paige?”
Opeens was de beslissing voor Riley glashelder. Ondanks haar persoonlijke problemen was ze echt nodig op deze zaak.
“Reken maar op me,” zei ze uiteindelijk.
Bill knikte en zuchtte hoorbaar van opluchting en dankbaarheid.
“Mooi,” zei Meredith. “Jullie vliegen morgenochtend allebei naar Seattle.”
Meredith trommelde even met zijn vingers op de tafel.
“Maar verwacht geen warm welkom,” voegde hij toe. “Zowel de politie als de FBI zal niet blij zijn om jullie te zien.”
HOOFDSTUK ZES
Riley zag er bijna net zoveel tegenop om Jilly naar haar eerste dag op haar nieuwe school te brengen als dat ze opzag tegen sommige zaken. De tiener zag er nogal boos uit, en Riley dacht dat ze misschien zelfs een scène zou schoppen op het laatste moment.
Is ze hier klaar voor? bleef Riley zichzelf afvragen. Ben ik hier klaar voor?
De timing leek ook zo ongelukkig. Het baarde Riley zorgen dat ze vanochtend naar Seattle moest vliegen. Maar Bill had haar hulp nodig, en dat was wat haar betreft reden genoeg. Jilly leek in orde te zijn toen ze de kwestie thuis bespraken, maar Riley wist niet echt wat ze nu moest verwachten.
Gelukkig hoefde ze Jilly niet alleen naar school te brengen. Ryan had aangeboden om te rijden, en Gabriela en April kwamen ook mee voor morele steun.
Toen ze op de parkeerplaats van de school allemaal uit de auto stapten, pakte April Jilly’s hand en liep ze met haar mee recht op het gebouw af. De twee tengere meisjes droegen allebei een spijkerbroek en laarzen en warme jassen. Gisteren had Riley ze mee uit winkelen genomen en had ze Jilly een nieuwe jas laten uitzoeken, en beddengoed, posters en wat kussentjes om haar slaapkamer een persoonlijk tintje te geven.
Riley, Ryan en Gabriela volgden achter de meisjes, en Riley kreeg een warm gevoel terwijl ze naar hen keek. April leek, na jaren van nukkigheid en opstandigheid, opeens ontzettend volwassen. Riley vroeg zich af of dit misschien was wat April al die tijd nodig had gehad: iemand om voor te zorgen.
“Kijk naar ze,” zei Riley tegen Ryan. “Ze worden steeds hechter.”
“Is het niet geweldig?” zei Ryan. “Ze lijken eigenlijk net zusjes. Is dat wat je naar haar toetrok?”
Het was een interessante vraag. Toen ze Jilly eerst thuisbracht, was Riley vooral verbaasd geweest over hoe anders de twee meisjes waren. Maar nu zag ze meer en meer de gelijkenis. Inderdaad, April was bleker en had lichtbruine ogen net als haar moeder, terwijl Jilly donkerbruine ogen had en een olijfkleurige huidskleur.
Maar op dit moment, met hun twee hoofden met donker haar naast elkaar, leken ze heel erg op elkaar.
“Misschien,” zei ze als antwoord op Ryans vraag. “Daar heb ik niet echt over nagedacht. Ik wist alleen maar dat ze ernstig in de problemen zat, en dat ik misschien kon helpen.”
“Het zou best eens kunnen dat je haar leven hebt gered,” zei Ryan.
Riley voelde een brok in haar keel. Die mogelijkheid was nog niet in haar opgekomen, en het was een eervolle gedachte. Ze was zowel dolblij als doodsbang voor dit nieuwe gevoel van verantwoordelijkheid.
Het hele gezin liep rechtstreeks naar het kantoor van de studiebegeleider. Wanda Lewis, net zo warm en glimlachend als altijd, begroette Jilly met een kaart van de school.
“Ik breng je direct naar het klaslokaal,” zei mevrouw Lewis.
“Ik zie dat dit een goede plek is,” zei Gabriela tegen Jilly. “Het komt helemaal goed hier met jou.”
Jilly keek nu nerveus maar blij. Ze gaf hen allemaal een knuffel en volgde toen mevrouw Lewis door de gang.
“Ik vind dit een leuke school,” zei Gabriela tegen Ryan, Riley en April op weg terug naar de auto.
“Ik ben blij dat je dat vindt,” zei Riley.
Ze meende het oprecht. Gabriela was veel meer dan een huishoudster. Ze maakte volledig deel uit van het gezin. Het was belangrijk dat ze zich goed voelde over gezinsbeslissingen.
Ze stapten allemaal in de auto, en Ryan startte de motor.
“Waar nu heen?” vroeg Ryan opgewekt.
“Ik moet naar school,” zei April.
“En meteen daarna naar huis,” zei Riley. “Ik moet naar Quantico om een vliegtuig te halen.”
“Oké,” zei Ryan, en hij reed de parkeerplaats af.
Riley keek naar Ryans gezicht terwijl hij reed. Hij leek erg gelukkig: gelukkig om deel uit te maken van alles, en gelukkig om een nieuw gezinslid te hebben. Zo was hij gedurende het merendeel van hun huwelijk niet geweest. Hij leek echt een ander mens, en op momenten als deze, was ze hem dankbaar.
Ze draaide zich om om naar haar dochter te kijken, die op de achterbank zat.
“Je gaat hier allemaal heel goed mee om,” zei Riley.
April keek verbaasd.
“Ik doe heel erg mijn best,” zei ze. “Ik ben blij dat je het opmerkt.”
Eventjes schrok Riley. Was ze zo druk geweest om ervoor te zorgen dat hun nieuwe gezinslid kon wennen, dat ze haar dochter over het hoofd had gezien?
April was even stil, en zei toen, “Mam, ik ben nog steeds blij dat je haar mee naar huis hebt genomen. Ik denk dat het gewoon een beetje moeilijker is dan ik gedacht had, een nieuw zusje. Ze heeft het vreselijk gehad en soms is het best lastig om met haar te praten.”
“Ik wil het je niet lastig maken,” zei Riley.
April glimlachte zwakjes. “Ik was lastig voor jou,” zei ze. “Ik ben sterk genoeg om met Jilly’s problemen om te gaan. En om eerlijk te zijn begin ik het ook leuk te vinden om haar te helpen. Het komt wel goed. Maak je om ons maar geen zorgen.”
Het stelde Riley gerust dat ze Jilly achterliet in de zorg van drie mensen die ze vertrouwde; April, Gabriela, en Ryan. Op hetzelfde moment zat het haar ook dwars