Beschuldigend keek Juffrouw Lippett de kleine, voor haar zittende gevangene aan en bescheiden sloeg deze de oogen neer, niet omdat zij zich van iets kwaads bewust was, maar omdat zij begreep, dat dit van haar verwacht werd.
„Natuurlijk behoorde iemand in jouw positie ergens heen gestuurd te worden, waar je hard moet werken, maar je hebt nu eenmaal op school goed je best gedaan, vooral in sommige vakken. Het schijnt, dat je Engelsche opstel zelfs schitterend geweest is. Juffrouw Pritchard, die in ons bestuur zit en ook in het schoolcomité, heeft er met je leeraar over gesproken en heeft hier een opstel van je voorgelezen, dat je „Lamme Woensdag” hebt betiteld.”
Deze keer was Jerusha's schuldige uitdrukking niet geveinsd.
„Het komt me voor, dat je je niet bepaald dankbaar toont, wanneer je het instituut, waar je zooveel hebt genoten, belachelijk maakt. Als het niet bepaald humoristisch geschreven was, geloof ik dan ook niet, dat de regenten het je ooit hadden vergeven. Maar gelukkig voor jou heeft Mijnheer.... ik meen Mijnheer de regent, die zoo juist vertrokken is, heel veel gevoel voor humor en naar aanleiding van dit brutale opstel heeft hij aangeboden, je voor zijn kosten naar de universiteit te sturen”.
„Naar de Universiteit?” Met open mond gaapte Jerusha de directrice aan.
Die knikte. „Ja, hij bleef net hier om nog verschillende condities met me te bespreken. Heel buitengewone condities waren het. Die Mijnheer de regent is een fantast, mag ik wel zeggen. Hij gelooft, dat je veel oorspronkelijke gedachten hebt en wil nu een schrijfster van je maken”.
„Een schrijfster!” Jerusha kon haar ooren niet gelooven. Half onbewust herhaalde ze Juffrouw Lippett's woorden.
„Ja, dat wil hij nu eenmaal. Of zijn wensch ook in vervulling zal gaan, moet de toekomst ons leeren. Hij wil je een heele groote toelage geven, eigenlijk te groot voor een meisje zooals jij, dat nog nooit eenig begrip van geldzaken gehad heeft. Maar hij heeft nu alles tot in de kleinste bijzonderheden met me besproken en ik kwam er niet toe, eenige tegenwerpingen te maken. 's Zomers kun je hier altijd komen en Juffrouw Pritchard is zoo vriendelijk geweest om voor je uitzet te willen zorgen. Je pension en het collegegeld zal direct aan de universiteit betaald worden en de vier jaar, dat je daar bent, krijg je nog een toelage van $ 35.– per maand. Daardoor zal je op gelijken voet met de andere meisjes-studenten kunnen leven. Eén keer per maand ontvang je het geld door den secretaris van dien regent en dan moet je hem zelf in antwoord daarop elke maand een brief schrijven, waarin je hem er voor bedankt. Of nee, bedanken moet je hem ook weer niet voor het geld, daar geeft hij niets om.... Maar je moet hem schrijven over de vorderingen, die je maakt en hem allerlei kleine bijzonderheden van je dagelijksch leven vertellen. Schrijf hem net zoo'n brief als je aan je ouders zoudt sturen als je die hadt.
Die brieven moet je aan Mijnheer John Smith richten, en aan zijn secretaris zenden. Hij heet natuurlijk niet John Smith, maar wil nu eenmaal onbekend blijven en voor jou zal hij dan ook wel nooit iemand anders zijn dan John Smith. Hij verlangt dat je hem geregeld elke maand schrijft, omdat hij meent, dat niets een betere oefening voor je stijl en het gemakkelijk in woorden brengen van je gedachten is, dan juist brieven schrijven. Omdat jij nu geen familie hebt aan wie je kunt schrijven, wil hij die brieven ontvangen. Ook wil hij precies op de hoogte gehouden worden van je vorderingen. Hij zal je nooit antwoorden of de geringste notitie van je brieven nemen. Hij verfoeit dat gecorrespondeer! En, hij wil natuurlijk geen last van je hebben. Mocht het voorkomen, dat je een direct antwoord noodig hebt—b. v. als je weggestuurd zou worden, wat naar we hopen niet gebeuren zal—dan kun je aan den secretaris, Mijnheer Griggs, schrijven. Je bent verplicht elke maand een brief te sturen, dat is de eenige betaling, die Mijnheer Smith van je verlangt, dus moet je ze altijd stipt op tijd sturen, want het is je rekening, die je daarmee betaalt. Ik hoop, dat je altijd met het noodige respect zult schrijven en je opvoeding eer zult aandoen. Denk er altijd aan, dat je aan een regent van het John Grier Home schrijft....”
Jerusha's oogen zochten tersluiks de deur. Haar hoofd bonsde, zij hoopte, dat ze nu eindelijk van Juffrouw Lippett af kon komen om rustig over alles na te denken. Ze stond op en deed zachtjes een stap naar de deur, maar met een beslist handgebaar hield de directrice haar terug, haar rede was nog niet ten einde.
„Ik vertrouw dat je je altijd dankbaar zult toonen voor het geluk, dat je te beurt gevallen is. Er zijn uiterst weinig meisjes in jouw omstandigheden, aan wie zoo'n gelegenheid wordt geboden om in de wereld vooruit te komen. Je moet er altijd aan denken, dat....”
„Ja zeker, Juffrouw, dat zal ik doen. Maar ik geloof, dat ik nu weg moet. Freddie Perkins heeft een gat in haar kous....”
De deur ging achter haar dicht. Met een onderdrukt scheldwoord sloot de waardige directrice haar redevoering.
DE BRIEVEN VAN JERUSHA ABBOTT AAN MIJNHEER VADERTJE LANGBEEN
Lieve, vriendelijke Regent-die-Vondelingen-naar-College-stuurt!
Hier ben ik nu! Gisteren heb ik vier heele uren in den trein gezeten. Een typisch gevoel is dat, hè? Ik was er vroeger nog nooit in geweest.
College is de grootste inrichting, die je je kunt voorstellen! Ik verdwaal gewoonweg als ik even mijn kamer uitga! Als ik me een beetje minder door elkaar gerammeld gevoel, zal ik u later een heel nauwkeurige beschrijving geven en dan zal ik u ook van alles over mijn lessen vertellen. Die beginnen pas Maandagmorgen en het is nu Zaterdagavond, maar ik wou u zoo graag dadelijk mijn eersten brief schrijven, alleen maar, om gauw met u bekend te raken.
't Is toch gek om brieven te schrijven aan iemand, die je heelemaal niet kent en voor mij is het toch al erg vreemd om te schrijven. Denk eens aan, ik heb er in mijn heele leventje pas drie of vier geschreven. Erger u er dus alsjeblieft maar niet over, wanneer dit niet precies een model-brief wordt!
Voordat ik gisteren eindelijk vertrok, heb ik nog een heel ernstig gesprek met Juffrouw Lippett gehad. Ze zei me voor de duizendste maal nog eens precies hoe ik me nu gedurende de rest van mijn leven moest gedragen en vooral schreef ze me nog eens uitdrukkelijk mijn gedrag voor, tegenover den vriendelijken heer die zooveel voor me doet. Ik moest er altijd aan denken, Heel Eerbiedig aan hem te schrijven!
Maar hoe kan ik nu in 's hemelsnaam heel eerbiedig zijn (eigenlijk weer met twee hoofdletters) tegenover een man, die zich John Smith wenscht te noemen! Hoe kwam u er eigenlijk toe, zoo'n alledaagschen naam uit te pikken? Ik zou net zoo goed brieven aan Mijnheer Hitching Post of Mijnheer Clothes-Prop kunnen schrijven.
Ik heb dezen zomer heel veel aan u gedacht. Nu ik eindelijk iemand heb gevonden, die werkelijk belang in me stelt, heb ik het gevoel, alsof ik zoo opeens een heele familie heb gekregen, het is net, alsof ik nu ook bij iemand hoor. O, het is een zalig gevoel! Toch moet ik eerlijk opbiechten, dat ik het erg vervelend vind dat ik zoo verschrikkelijk weinig van u weet. Kijk, daar zijn alleen maar drie dingen, waarop ik mijn verbeelding voortbouw:
I. U is groot.
II. U is rijk.
III. U hebt het land aan meisjes.
Ik zou u wel Lieve Mijnheer Meisjes-Hater kunnen noemen, maar dat is toch nogal beleedigend voor mij. Of Lieve Mijnheer Rijkaard, maar dat is weer beleedigend voor u, want dan lijkt het wel of uw geld het belangrijkste van u is. En daarbij is rijk zijn zoo iets wisselvalligs. Misschien blijft u niet eens uw heele leven rijk, een massa heel knappe menschen eindigen hun leven in Wall Street. Maar lang zult u wel uw heele leven blijven en daarom heb ik besloten U mijn Lieve Mijnheer Langbeen of wel Vadertje Langbeen te doopen. Ik hoop, dat u het niet erg zult vinden, het is een eigen naampje voor mij alleen. We zullen het niet aan Juffrouw Lippett vertellen.
Over twee minuten zal de tien uur bel geluid worden. Ons heele leven is hier door bellen ingedeeld: wij eten, slapen en studeeren volgens bellen. Vroolijk, hè? Ik voel me den heelen dag als een vurig, steigerend paard. Daar gaat het licht al uit! Goeden nacht!
Let u wel op, hoe netjes ik hier gehoorzaam? Dat komt door de training in het John Grier Home.
Aan