Gezondheid uit de apotheek van God. Maria Treben. Читать онлайн. Newlib. NEWLIB.NET

Автор: Maria Treben
Издательство: Автор
Серия:
Жанр произведения: Эзотерика
Год издания: 0
isbn: 9783709501368
Скачать книгу
daardoor ook vogels en insecten vernietigd worden, daar denken zij niet aan. De meeste boeren gunnen zich niet meer de tijd om de brandnetels nog met een zeis af te maaien. Hoe blind zijn wij mensen toch geworden!

       GEBRUIKSAANWIJZING

      THEE: 1 overvolle theelepel kruid voor ¼ l. kokend water, opgieten en kort laten trekken.

      BRANDNETELTINCTUUR: In de lente of de herfst worden de uitgegraven brandnetelwortels met een borstel gereinigd en fijngesneden; men vult er een fles mee. Daarover giet men graanjenever van 38% tot 40% en laat 't 14 dagen op een warme plaats trekken.

      VOETBADEN: Telkens twee handen vol goed gewassen en uitgeborstelde wortels en verse brandnetels met stengels en bladeren 's nachts in 5 l. water opzetten en de volgende dag tot tegen het kookpunt brengen. Daarin gedurende 20 minuten zo warm als men verdragen kan de voeten baden. De brandnetels blijven in het water tijdens dit voetbad. Hetzelfde voetbad kan men nog 2 tot 3 maal, telkens weer opgewarmd, gebruiken.

      HAARWASSING: 4 tot 5 maal twee handen vol gedroogde brandnetels worden in een pot van 5 l. koud water opgezet en met een kleine vlam langzaam aan het koken gebracht. Dan 5 min. laten trekken. Als men

      de brandnetelwortel gebruikt zet men er twee handen vol 's nachts in koud water van op, brengt het de volgende dag aan het koken en laat het 10 min. trekken. Bij deze manier van haarwassen moet groene zeep gebruikt worden.

      Daslook

       (Allium ursinum)

      Elke lente brengt nieuwe hoop op zonneschijn en warmte. Innerlijk zijn wij weer blij en opgeruimd. Wij zijn blij om het eerste groen en de jubelende vogels en ervaren dat alles met een dankbaar hart als een geschenk van onze Schepper. Bij het zien van deze groene weelde zouden wij een lente-kuur moeten nemen; een bloedzuiverende kuur moeten doen om de afvalstoffen uit te drijven en ons lichaam een gezondmakende en een niet te versmaden opfrissing te geven.

      In het bijzonder het daslook, ook wilde knoflook genoemd, dat tot de eerste lenteboden behoort. Zijn helgroene, lancetvormige glanzende bladeren, die op meiklokjes lijken komen uit een langwerpige knol die met witte doorschijnende velletjes omgeven is. De gladde helgroene stengel met zijn witte bloesemtros kan ± 30 cm. hoog worden. Daslook groeit uitsluitend op humusrijke, vochtige weiden, in schaduwrijke en vochtige dalen, onder kreupelhout, in loof- en bergbossen. Men ruikt zijn sterke knoflookgeur nog voor men de plant te zien krijgt. Deze geur heeft het ook de naam van »wilde knoflook« bezorgd en belet ons daardoor het te verwarren met bladeren van de meiklokjes en zeer zeker met de giftige herfsttijloos.

      Heel vroeg in het voorjaar zijn veel vochtige loofbossen bedekt met de groene bladeren van het daslook. Zij komen in april en mei, dikwijls nog vroeger, uit de grond. Maar de bloesems zijn pas vanaf half mei tot juni te zien. Geweldige geneeskrachten sluimeren in het daslook en men zegt dat zelfs beren na hun winterslaap er naar op zoek gaan, om er hun maag, darm en bloed mee te reinigen. Daslook heeft bijna dezelfde eigenschappen als onze knoflook, maar het is nog geneeskrachtiger. Het is bijzonder geschikt voor een zuiveringskuur in de lente en ‘t helpt chronische huidziektes te bestrijden.

      Omdat de bladeren bij het drogen hun geneeskracht verliezen, worden zij voor de bloedreinigende lentekuur vers gebruikt. Men snijdt ze fijn en strooit ze op de gesmeerde boterham, men hakt ze fijn en doet ze (ongekookt) bij de soep, op de aardappelen, en bij andere spijzen waarvan men anders de smaak met peterselie verbetert. Men kan deze bladeren ook als spinazie of als sla gebruiken. Als men er wat te veel van gebruikt kunnen ze een bijtende smaak veroorzaken en men zou ze dan met brandnetels moeten mengen.

      Men plukt de bladeren van april tot mei, nog vóór de bloei, de ajuintjes in de late zomer en de herfst. Daslookknolletjes kan men net als knoflook gebruiken. Mensen met een gevoelige maag doen er goed aan bladeren en knolletjes fijngesneden, twee tot drie uur in warme melk te laten trekken en dan die melk met kleine slokjes op te drinken.

      Om heel het jaar daslook in huis te hebben kan men daslookgeest maken. (Zie: Algemene Richtlijnen.) Daarvan neemt men elke dag 10 tot 12 druppels met water. Zulke druppels verhelderen het geheugen, voorkomen aderverkalking en weren vele andere kwalen.

      Daslook werkt gunstig op de maag en darmen. Zowel bij akute en chronische diarree, ook als deze met gasvorming en kolieken gepaard gaat, is daslook goed, ook bij verstopping indien die door innerlijke verkramping of verslapping van de darmen veroorzaakt wordt. Wormen, zelfs spoelwormen verdwijnen na enige tijd door het gebruik van daslook. Door verbeterde darmwerking verdwijnen ook kwalen, die dikwijls bij oude mensen voorkomen of door overdadig eten, door luie darmen of overladen maag veroorzaakt worden. Hartstoringen, slapeloosheid die door de maag veroorzaakt wordt, maar ook kwalen die door aderverkalking of hoge bloeddruk veroorzaakt worden, zoals b.v. duizeligheid, zwaar hoofd, of benauwdheid. De te hoge bloeddruk vermindert langzaam aan. Daslookwijn (zie: Algemene Richtlijnen) is voor alle mensen met chronische bronchitis en de daarmee in verband staande moeilijkheden bij het ademhalen een geweldig geneesmiddel. Zelfs bij vaste hoest laat hij het slijm in de borst los komen en verdrijft ademnood. Ook bij long- en waterzucht, waar oude mensen dikwijls aan lijden, is dit middel zeer aan te bevelen. Bladeren vers gebruikt, reinigen de nieren en de blaas en bevorderen de urineafscheiding. Moeilijk genezende wonden met vers looksap ingewreven, genezen vlug. Zelfs zieke kroonslag-aders vinden er beterschap bij.

      Daslook is een nooit hoog genoeg geprezen bloedreinigend middel dat vooral bij chronisch onreine huid goed helpt. De Zwitserse natuurgeneesheer kruidenpastoor Künzle prees de plant als volgt: »Zij reinigt heel het lichaam, drijft zieke, vastzittende stoffen uit, maakt bloed gezond, verdrijft en vernietigt giftige stoffen. Sukkelende mensen met huiduitslag, bleke gezichten, kliergezwellen en reuma zouden daslook als goud moeten waarderen. Geen kruid ter wereld is zo werkzaam om maag, darmen en bloed te reinigen. Jonge mensen zouden opbloeien als rozenhagen in de zon, en groeien als dennenscheuten.« Künzle zegt verder dat hij gezinnen kent: »Die vroeger het hele jaar door ziek en vol uitslag en korsten waren, met knobbels over het hele lichaam, zo bleek zagen alsof zij uit hun graf door de kippen blootgescharreld waren, en die na een langer gebruik van deze heerlijke gave Gods er weer helemaal gezond en fleurig uitzagen.«

       GEBRUIKSAANWIJZING

      ALS KEUKENKRUID: Verse daslookbladeren worden zoals bieslook of peterselie fijngesneden en op het brood, in de soep, in saus, in sla of op vleesspijzen gestrooid.

      DASLOOKGEEST: Fijngesneden bladeren of knolletjes losjes vullen in een fles, daar 38% tot 40% graanjenever over gieten, 14 dagen in de zon of bij de haard laten trekken. Vier maal daags 10 tot 15 druppels in water gebruiken.

      DASLOOKWIJN: Neem een handvol fijngesneden bladeren, kook die eventjes in ¼ l. witte wijn, zoet naar smaak met honing of siroop en drink deze wijn overdag langzaam slokje voor slokje.

      Gele dovenetel

       (Lamium galeobdolon)

      Deze plant groeit in vochtige bossen, langs sloten, onder struikgewas, aan hagen en kanten, op stortplaatsen en schaduwrijke plaatsen, overal waar ook de brandnetel groeit. Hij bloeit in april en mei en in het gebergte ook later. Uit de overblijvende wortel schieten stengels op van maximaal