Bloemen en bladeren niet samendrukken en niet in plastiek-dozen of -zakken doen! Daarin beginnen ze te zweten en worden zwart bij het drogen.
Drogen
Voor het drogen worden de kruiden niet gewassen, maar wel kleingesneden. Wat men verzameld heeft, legt men losjes uiteen op doeken of onbedrukt papier en droogt het zo snel mogelijk in de schaduw of op een luchtige, warme plaats (zolder). Voor wortelen, schors of zeer saprijke plantendelen, is soms kunstmatige warmte nodig. Maar dan mag de temperatuur nooit boven de 35° C gaan. Wortelen die men grondig wast (maretak en wilgeroosje) kan men het beste vóór het drogen fijnsnijden.
Men kan uitsluitend, door- en doordroge kruiden voor de winter bewaren. Daarvoor gebruikt men het beste flessen of kartonnen dozen die men kan sluiten. Men gebruikt geen plastieken of metalen dozen!
Men moet de kruiden ook beschermen tegen het licht en daarom liefst groen gekleurd glas gebruiken. Oogst slechts voor één winter. Na verloop van tijd verliezen de kruiden hun geneeskracht, leder jaar schenkt ons een nieuwe kruidenzegen.
Toebereiden
HET TOEBEREIDEN VAN THEE
Thee zetten of opgieten: De verse kruiden wassen en fijnsnijden. De noodzakelijke hoeveelheid daarvan doet men in een glazen theepot of in een andere niet metalen pot. Men kookt ‘t water, men neemt het van het vuur en giet het over de kruiden. Verse kruiden laat men slechts zeer korte tijd trekken (een halve minuut is voldoende). De thee moet heel helder zijn: helgeel of helgroen. Gedroogde kruiden laat men wat langer trekken (een tot twee minuten). Thee die zo bereid wordt smaakt echt lekkerder en ziet er ook lekker uit.
Wortelen zet men in de gepaste hoeveelheid in koud water op, laat ze kort koken en 3 minuten trekken. Men kan de hoeveelheid thee, die voor de hele dag bestemd is, in een thermosfles doen en volgens de voorschriften overdag slokje voor slokje opdrinken. Over het algemeen moet men 1 opgehoopte theelepel kruiden op ¼ liter water (= 1 kop water) nemen, ofwel de juiste voorschriften volgen die bij iedere plant afzonderlijk genoemd worden.
KOUD AFTREKSEL: Op sommige kruiden (zoals kaasjeskruid, maretak of kalmoes) mag men geen kokend water gieten, omdat ze door de hitte hun geneeskracht kunnen verliezen. Van deze kruiden maakt men koude thee. Men laat de juiste, voorgeschreven hoeveelheid voor elk van deze kruiden 8 tot 12 uur (meestal ‘s nachts) in koud water uitlogen en brengt de thee daarna even op drinktemperatuur. Men bewaart er voor de hele dag een hoeveelheid van in een thermosfles, die men tevoren met heet water uitspoelt. Koud aftreksel met warm water overgieten, is de beste wijze om geneeskruiden te gebruiken: men zet de kruiden ‘s avonds op met de helft van het aangegeven water, ‘s morgens afzitten. Nu de kruiden met het overige (hete) water opgieten en weer ziften. Dan het koude afkooksel bij het hete voegen. Op deze wijze behoudt men de werkzame geneeskrachtige elementen, zowel die alleen in koud water, als die alleen in heet water opgelost worden.
TINKTUUR (ESSENTIE)
Tincturen zijn ook aftreksels, die met 38% tot 40% graan- of fruitbrandewijn worden samengesteld. Men kan een fles of een ander afsluitbaar glas, losjes tot aan de hals toe, met de nodige kruiden vullen en dan met de fruit- of graanbrandewijn opgieten. Laat ze goed afgesloten op een warme plaats (± 20°), 14 dagen of langer staan. Dikwijls schudden, dan ziften en wat overgebleven is uitpersen. Tincturen worden gewoonlijk als druppels in thee verdund genomen, of ook gebruikt voor omslagen en om mee in te wrijven.
VERS SAP
Vers sap van kruiden kan men goed druppelsgewijs innemen, of om zieke lichaamsdelen mee aan te stippen. In de vruchtenpers worden de planten fijngesneden en uitgeperst, waardoor het sap ontstaat. Zulke sappen moeten iedere dag vers gemaakt worden. In kleine flesjes gedaan en goed gekurkt, kan men ze in de koelkast enige maanden goed houden.
PLANTENBRIJ
De daarvoor geschikte planten, worden met een houten deegrol op een plank tot een brij geplet. Deze brij wordt op een linnen doek gedaan die dan op het zieke lichaamsdeel wordt gelegd. Daarover doen we een laag watten, het geheel wordt met een warme doek vastgebonden.
OMSLAGEN MET HEETGESTOOMDE KRUIDEN (COMPRESSEN)
In een ketel brengt men water aan het koken, daarover legt men een zeef, met verse of gedroogde kruiden en dekt deze af. Na enige tijd neemt men de ingeweekte, warme kruiden eruit, doet ze in een licht geweven doek en legt dat op het zieke lichaamsdeel. Daarover legt men een wollen doek en bindt alles vast met doeken of windels. Er mag geen koudegevoel ontstaan. Omslagen met heetgestoomde heermoeskruiden zijn zeer doeltreffend. Heetgestoomde omslagen laat men twee uur of de hele nacht inwerken.
TOEBEREIDING VAN OLIE EN ZALF
De hoeveelheid van vier handen vol kruiden (± 100 gram) worden klein gesneden. 500 Gram varkensreuzel wordt zo hoog verhit, alsof men een schnitzel wil bakken. De kruiden roert men door dit hete vet, kort laten bakken en doorroeren. De pan van het vuur halen, afdekken en de hele nacht laten staan. De volgende dag verwarmen tot het gestolde vet weer vloeibaar wordt en door een linnen doek zeven. De nog warme zalf in potjes gieten.
De toebereiding van olie gaat als volgt: de bloemen of kruiden vult men losjes tot de hals van de fles, hierna koudgeperste olijfolie toevoegen zodat de olie twee vingerbreedten boven de bloemen of kruiden uitkomt. 14 dagen in de zon of in de warmte (b.v. bij de kachel) laten staan.
KRUIDENBADEN
VOLLEDIG BAD: De benodigde kruiden laat men de hele nacht in koud water trekken. Voor één bad heeft men een emmer (6 tot 8 liter) verse kruiden nodig of 200 gram gedroogde kruiden. De volgende dag wordt het geheel verwarmd en voegt men het aftreksel aan het badwater toe. 20 Minuten baden. Het hart moet steeds boven het badwater blijven. Na het bad niet afdrogen, maar met badhanddoek of badmantel in bed één uur blijven uitwasemen.
ZITBAD: Voor een zitbad heeft men slechts een halve emmer verse of 100 gram gedroogde kruiden nodig. Zie: toebereiding volledig bad. Het badwater moet tot over de nieren reiken. Altijd op de gebruiksaanwijzingen bij de verschillende kruiden letten!
Opgewarmd kan het badwater zowel voor het ligbad als voor het zitbad nog tweemaal gebruikt worden.
COMPRESSEN (OMSLAGEN) MET ZWEEDSE KRUIDEN
Al naar gelang het zieke lichaamsdeel, neemt men een klein of een groot stuk watten of celstof, bevochtigt die met druppels van de Zweedse kruiden en legt die op het zieke lichaamsdeel dat van tevoren in ieder geval met varkensvet of goudsbloemzalf moet zijn ingewreven, want de alcohol mag het vet niet onttrekken aan de huid. Daarover kan men dan een iets groter stuk plastiek leggen om het ondergoed schoon te houden, en dan eerst bindt men er een warme doek over. Al naargelang de ziekte, laat men zo’n omslag twee tot vier uur inwerken. Als de zieke het kan verdragen kan hij de omslag ook ‘s nachts aanhouden. Na het wegnemen van de omslag wordt de huid met talk bepoederd. Indien bij gevoelige personen toch huidreacties ontstaan, dan moet de omslag eerder worden weggenomen, of moet men er zelfs enige tijd mee ophouden. Bij allergische personen kan men het stuk plastiek weglaten en doeken over de omslag binden. In geen geval mag men vergeten de huid in te vetten, voordat men de omslagen er omheen doet! Indien het gaat jeuken; met goudsbloemzalf inwrijven.
Men hoeft voor deze omslagen niet per se in bed te blijven. Als ze goed zijn bevestigd, kan men ermee in huis zitten of lopen.