Agent Nul. Джек Марс. Читать онлайн. Newlib. NEWLIB.NET

Автор: Джек Марс
Издательство: Lukeman Literary Management Ltd
Серия:
Жанр произведения: Шпионские детективы
Год издания: 0
isbn: 9781094305424
Скачать книгу
had. “Maar ik weet meer. Ik heb je namelijk over Amad gevraagd.” Hij schudde zijn hoofd terwijl hij zijn tanden ontblootte. “Er is helemaal geen Amad bij hen.”

      Het leek Reid vreemd dat deze mannen de Iraniërs leken te kennen, maar niet met wie ze werkten of wie ze konden sturen. Ze waren zeker op een of andere manier verbonden, maar wat de connectie precies was ontging hem volledig.

      Otets vloekte binnensmonds in het Russisch. Toen zei hij in het Engels, “Jij vertelt Yuri dat je boodschapper bent. Yuri zegt mij dat je de CIA-man bent. Wat moet ik dan geloven? Je lijkt in ieder geval niet wat ik me altijd bij Nul had voorgesteld. Toch spreekt mijn achterlijke loopjongen een waarheid: de Iraniërs hebben de grootste minachting voor Amerikanen. Dit ziet er niet goed uit voor jou. Zeg me de waarheid, of ik schiet je in je knie.” Hij tilde een zwaar pistool op – een TIG Series Desert Eagle.

      Even was Reid zijn adem kwijt. Het was een heel groot pistool.

      Geef eraan toe, maande zijn gedachten hem aan.

      Hij wist niet precies hoe hij dat moest doen. Hij wist niet wat er zou gebeuren als hij dat deed. De laatste keer dat deze nieuwe instincten de macht over hem kregen had vier mannen het leven gekocht, en had hij, letterlijk, bloed aan zijn handen. Maar er was geen manier om hier onderuit te komen – dat wilde zeggen, voor Professor Lawson. Maar Kent Steele, wie dat ook wezen moge, kon misschien hieraan ontsnappen. Misschien wist hij niet wie hij was, maar dat zou weinig uitmaken als hij niet lang genoeg in leven kon blijven om erachter te komen.

      Reid sloot zijn ogen. Hij knikte eenmaal, in zwijgende instemming met de stem in zijn hoofd. Zijn schouders verslapten en zijn vingers hielden op met beven.

      “Ik wacht,” zei Otets droog.

      “Lijkt me geen goed idee dat je me neerschiet,” zei Reid. Hij was verrast om zijn stem zo kalm en gelijkmatig te horen. “Een direct schot vanuit dat pistool schiet verbrijzelt niet mijn knie. Het schiet mijn been eraf, en dan ben ik binnen een paar seconden op de vloer van dit kantoor doodgebloed.”

      Otets haalde een schouder op. “Wat zeggen jullie Amerikanen ook alweer? Waar gehakt wordt, vallen –“

      “Ik heb de informatie die je nodig hebt,” viel Reid hem in de rede. “De locatie van de sjeik. Wat hij me gegeven heeft. Aan wie ik dat heb gegeven. Ik weet alles over je complot, en ik ben niet de enige.”

      Otets’ mondhoeken krulden zich tot een grijns. “Agent Nul.”

      “Ik zei het u toch!” zei Yuri. “Ik heb het goed gedaan, toch?”

      “Kop dicht,” blafte Otets. Yuri kromp ineen als een geslagen hond. “Breng hem naar beneden en haal alles wat hij weet uit hem. Begin met zijn vingers eraf te hakken. Ik wil geen tijd verliezen.”

      In een normale situatie zou de dreiging van het afsnijden van zijn vingers een schok van angst door Reid gejaagd hebben. Even spanden zijn spieren zich aan en stonden de kleine haartjes op zijn nek overeind – maar zijn nieuwe instinct verzette zich ertegen en dwong hem te ontspannen. Wacht, zei het tegen hem. Wacht op de juiste gelegenheid…

      De kale gorilla knikte kort en greep weer naar Reids arm.

      “Imbeciel!” snauwde Otets. “Bind hem eerst vast! Yuri, ga naar de archiefkast. Als het goed is, is er daar iets.”

      Yuri snelde zich naar de eikenhouten ladekast in de hoek en rommelde erdoor tot hij een opgerold, ruw touw vond. “Hier,” zei hij, en hij gooide het naar de kale woesteling.

      Alle ogen gingen instinctief omhoog, naar het touw dat door de lucht zweefde – die van beide gorilla’s, van Yuri en van Otets.

      Maar niet die van Reid. Hij had een kans, en hij pakte hem.

      Hij kromde zijn linkerhand, zwaaide die met een scherpe hoek omhoog, en raakte de luchtpijp van de man met de vlezige kant van zijn handpalm. Hij voelde de keel meegeven onder zijn hand.

      Terwijl hij de eerste slag toebracht, schopte hij met de hiel van zijn linkerlaars achter hem en raakte de bebaarde boef in de heup – dezelfde heup die de man pijn had gedaan tijdens de rit naar België.

      Een natte, verstikte snik ontsnapte aan de lippen van de kale man terwijl zijn handen naar zijn keel vlogen. De bebaarde woesteling gromde terwijl zijn enorme lichaam zwalkte en ineenzakte.

      Beet!

      Het touw raakte de vloer. Reid ook. In een beweging viel hij op zijn hurken en rukte de Glock uit het enkelholster van de kale man. Zonder op te kijken sprong hij vooruit en maakte een koprol.

      Op het moment dat hij sprong galmde een donderklank door het kleine kantoortje, onwaarschijnlijk luid. Het schot uit de Desert Eagle liet een indrukwekkende deuk achter in de stalen deur van het kantoor.

      Reid ontvouwde zich, slechts een meter van Otets verwijderd uit zijn koprol en stuwde zichzelf voorwaarts naar hem toe. Voordat Otets op hem kon richten had Reid het geweer van onderen gegrepen – grijp nooit het bovenste schuifmechanisme als je geen vinger wilt kwijtraken – en duwde het omhoog en weg van Otets. Het pistool ging weer af, een oorverdovende knal slechts een halve meter van Reids hoofd. Zijn oren suisden, maar hij negeerde het. Hij draaide het pistool omlaag en naar de zijkant, terwijl hij de loop weg van hem hield terwijl hij het naar zijn heup bracht – en Otets hand ging mee.

      De oudere man gooide zijn hoofd achterover en gilde toen zijn vinger aan de trekker brak. Het geluid maakte Reid misselijk terwijl de Desert Eagle op de vloer kletterde.

      Hij draaide zich met een ruk om en sloeg een arm om Otets nek, om hem als schild te gebruiken terwijl hij op de twee gorilla’s richtte. De kale man was uitgeschakeld, tevergeefs hijgend door een verpletterde luchtpijp, maar de man met de baard had zijn TEC-9 uit het holster gehaald. Zonder te aarzelen vuurde Reid drie schoten achter elkaar af, twee in de borst en eentje in het voorhoofd. Een vierde was het genadeschot voor de kale man.

      Reids geweten brulde in zijn achterhoofd. Je hebt net twee mannen gedood. Nog twee mannen. Maar dit nieuwe bewustzijn was sterker, en dwong zijn misselijkheid en zelfbehoud terug.

      Later mag je in paniek raken. Je bent hier nog niet klaar.

      Reid draaide zich om met Otets voor hem alsof ze een dans uitvoerden, en richtte de Glock op Yuri. De onfortuinlijke boodschapper worstelde om een Sig Sauer uit zijn schouderharnas te bevrijden.

      “Stop,” beval Reid. Yuri stond stokstijf. “Handen omhoog.” De Servische boodschapper deed langzaam zijn handen omhoog met de handpalmen naar buiten gericht. Hij grijnsde breed.

      “Kent,” zei hij in het Engels, “we zijn hele goede maatjes, toch?”

      “Haal mijn Beretta uit je linkerjaszak en plaats hem op de grond,” beval Reid.

      Yuri likte het bloed uit zijn mondhoek en wiebelde met de vingers van zijn linkerhand. Langzaam reikte hij in de zak en haalde er een klein zwart pistool uit. Maar hij deed hem niet op de grond. In plaats daarvan hield hij hem vast, met de loop naar beneden gericht.

      “Weet je,” zei hij, “ik bedenk me dat als je informatie wilt, er minstens een van ons nog in leven moet zijn. Toch?”

      “Yuri!” grauwde Otets. “Doe wat hij zegt!”

      “Op de grond,” herhaalde Reid. Zijn blik verliet Yuri geen moment, maar hij was bang dat anderen in het gebouw het kabaal van de Desert Eagle misschien gehoord houden. Hij had geen idee hoeveel mensen er beneden waren, maar het kantoortje was geluidsdicht en elders stonden machines aan. Het was mogelijk dat niemand het gehoord had – of misschien waren ze gewend aan het geluid en boeide het hen niet zo.

      “Misschien,” zei Yuri, “Pak ik dit pistool en schiet ik Otets dood. Dan heb je mij nodig.”

      “Yuri, nyet!” riep Otets, ditmaal meer onthutst dan boos.

      “Zie je, Kent,” zei Yuri, “Dit is niet La Cosa Nostra. Dit is meer, eh…werknemer met grieven. Je ziet hoe hij me behandelt. Dus misschien schiet ik hem neer, en jij en ik, wij komen wel tot een oplossing…”

      Otets knarste met