Copyright © 2017 door Morgan Rice. Alle rechten voorbehouden. Behalve zoals toegestaan onder de V.S. Copyright Act van 1976, mag geen enkel deel van deze publicatie worden gereproduceerd, gedistribueerd of overgedragen worden, in wat voor vorm dan ook, of worden opgeslagen in een database of zoeksysteem, zonder de voorafgaande toestemming van de auteur.
Dit ebook is uitsluitend voor jou persoonlijk bedoeld. Dit ebook mag niet doorverkocht worden of weggeven worden aan andere mensen. Als je dit boek met iemand anders wil delen, schaf dan alsjeblieft een extra exemplaar aan voor elke ontvanger. Als je dit boek leest en je hebt het niet aangeschaft, of het is niet voor jouw gebruik aangeschaft, geef het dan terug en schaf je eigen exemplaar aan. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur.
Dit is een werk van fictie. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn een product van de fantasie van de auteur of zijn fictief gebruikt. Enige overeenkomst met echte personen, levend of dood, is geheel toevallig.
INHOUD
HOOFDSTUK EEN
Kate stond voor Siobhan, en ze was net zo nerveus als voor elk ander gevecht. Ze had zich veilig moeten voelen; ze stond op het terrein van Thomas’ smederij, en deze vrouw was haar mentor.
En toch had ze het gevoel dat de grond op het punt stond onder haar voeten weg te zakken.
“Heb je me gehoord?” vroeg Siobhan. “Het is tijd om je schuld te vereffenen, leerling.”
De schuld die Kate bij Siobhan had vanwege de training die ze haar had gegeven. De schuld waar ze sinds ze de afspraak hadden gemaakt bang voor was geweest, omdat ze wist dat wat Siobhan haar ook zou vragen, het afschuwelijk zou zijn. De bosvrouw was vreemd en wispelturig, machtig en gevaarlijk. Elke opdracht zou moeilijk zijn, en waarschijnlijk zeer onplezierig.
Kate had er zelf mee ingestemd, al had ze niet veel keus gehad.
“Welke schuld?” vroeg Kate uiteindelijk. Ze keek om zich heen of ze Thomas of Will zag, maar niet omdat ze dacht dat de smid of zijn zoon haar konden redden. Ze wilde alleen zeker weten dat ze hier niet bij betrokken zouden raken.
De smid was er niet, en Will ook niet. Zij en Siobhan stonden nu bij de fontein, waar voor de verandering helder water door stroomde: het stenen bouwwerk was niet meer droog en gevuld met bladeren. Kate wist dat het een illusie moest zijn, maar toen Siobhan op de rand van de fontein stapte, leek het echt. Het water maakte zelfs de zoom van haar jurk nat.
“Waar ben je zo bang voor, Kate?” vroeg ze. “Ik vraag je alleen maar om een gunst. Ben je bang dat ik je naar Morgassa stuur om op de zoutvlakten op zoek te gaan naar het ei van een roc, of dat ik je vraag om in de Verre Koloniën tegen magische wezens te vechten? Ik had gedacht dat je dat soort dingen juist leuk vond.”
“En daarom zou je dat niet van me vragen,” raadde Kate.
Siobhan glimlachte. “Je denkt dat ik wreed ben, nietwaar? Dat ik zonder reden handel. De wind kan koud aanvoelen als je geen jas aan hebt, en je zou de reden daarvoor niet kunnen bevatten, niet meer dan… Nou, alles wat ik je zou verbieden zou je als een uitdaging zien, dus laten we dat maar niet doen.”
“Jij bent niet de wind,” merkte Kate op. “De wind kan niet denken, niet voelen, en geen onderscheid maken tussen goed en kwaad.”
“O, is dát het?” zei Siobhan. Ze zat nu op de rand van haar fontein. Toch had Kate het gevoel dat als zij zou proberen hetzelfde te doen, ze erdoorheen zou vallen en ze op het gras bij Thomas’ smederij terecht zou komen. “Je denkt dat ik kwaadáárdig ben?”
Kate wilde dat niet bevestigen, maar ze kon geen manier bedenken om het te ontkennen zonder te liegen. Siobhan was dan wel niet in staat om ver tot Kates geest door te dringen, zoals Kates gave geen effect had op Siobhan, maar ze had het vermoeden dat de vrouw het wel zou weten als ze loog. Dus ze hield haar mond.
“De nonnen van je Gemaskerde Godin zouden het feit dat je hen afslachtte als kwaadaardig hebben beschouwd,” merkte Siobhan op. “De mannen van het Nieuwe Leger die je hebt vermoord zouden je een kwaadaardig kind genoemd hebben, en nog veel erger. Ik weet zeker dat er duizend mensen in Ashton zijn die jou kwaadaardig zouden noemen, alleen al om het feit dat je in staat bent om de gedachten van anderen te lezen.”
“Probeer je me nu te vertellen dat je goed bent?” vroeg Kate.
Siobhan haalde haar schouders op. “Ik probéér je te vertellen welke gunst ik van je vraag. Wat noodzakelijk is. Want dat is het leven, Kate. Een opeenvolging van noodzakelijke dingen. Weet je wat de vloek van macht is?”
Dit klonk als een van Siobhans lessen. Kate werd in deze les in elk geval niet neergestoken.
“Nee,” zei Kate. “Ik weet niet wat de vloek van macht is.”
“Heel