Toen de Tweede Steen de ontvangstkamer binnenliep, vergezeld door de vrouw, moest Stephania haar best doen om niet op te staan en weg te lopen. Het was nog lastiger om de glimlach op haar gezicht te behouden, maar gelukkig had Stephania veel ervaring met het verbergen van haar ware gevoelens.
De standbeelden van Ulren hadden een ruige, aantrekkelijke jonge man in de bloei van zijn leven laten zien, maar daar leek de Tweede Steen allang niet meer op. Hij was oud. Wat nog erger was, ouderdom was hem niet gunstig gezind geweest bij het uitdelen van rimpels en levervlekken. Het weinige haar dat hij nog had was dun, en hij had talloze littekens. Dit was het soort man waar meisjes van adel grapjes over maakten, degene waarmee de armste moest trouwen om het geld. Hij was niet iemand die Stephania zou moeten overwegen als potentiele echtgenoot.
“Eerste Steen Ulren,” zei Stephania glimlachend. Ze ging staan. “Wat fijn om je eindelijk te ontmoeten.”
Ze loog omdat er iets veel belangrijkers dan geld op het spel stond. Deze man kon haar haar koninkrijk teruggeven. Hij kon haar teruggeven wat haar was afgenomen, en meer.
“Mijn bediende vertelt mij dat je Stephania bent, de aristocrate die kortstondig koningin van het Rijk was,” zei Ulren. “Je hebt geruchten verspreid om mijn aandacht te krijgen. Die heb je nu. Ik hoop dat je daar geen spijt van krijgt.”
Stephania glimlachte opzettelijk breder en raakte zijn arm aan. “Hoe kan ik spijt krijgen van het ontmoeten van de machtigste man ter wereld? Vooral als ik een voorstel voor hem heb?”
Ze bestudeerde Ulrens gezicht en probeerde het idee dat ze met hem naar bed zou moeten gaan te negeren. Dat probleem kwam later wel, en Stephania zou hoe dan ook doen wat nodig was.
“Wat voor voorstel?” vroeg Ulren. Stephania zag dat hij haar bekeek met de honger die mannen altijd hadden als ze naar haar keken. Ze verborg haar afschuw.
“Een aanzoek,” zei Stephania. “Wie anders zou een geschikte echtgenoot voor me kunnen zijn?”
Ulren bekeek Stephania van top tot teen en knipte toen met zijn vingers. “Ah, ik snap het. Een aristocrate die een toevluchtsoord zoekt. Sla haar in de boeien, fouilleer haar, brandmerk haar, en laat haar achter in mijn vertrekken. Ik zal een beetje plezier met haar beleven voor ze naar het slavenblok gaat.”
Stephania zag het tuig naar voren lopen, en even dacht ze aan alle keren dat Irrien haar had bedreigd. Hij was ook respectloos geweest, maar hij had in elk geval nog het fatsoen gehad om haar voor zichzelf te claimen, en deze keer zat Stephania niet midden in een invasie.
De vrouw kwam op haar af. De kettingen in haar handen lieten zien dat ze deze uitkomst al had verwacht, en haar glimlach zei dat ze er naar uit had gekeken. Stephania negeerde haar en liep naar de andere wachters toe.
“Denk maar niet dat je hier wegkomt,” zei de vrouw.
De twee wachters versperden Stephania de weg. Dat bracht hen iets dichter bij elkaar, en dat was precies waar Stephania op gewacht had. Ze haalde een klein opgevouwen papiertje uit haar mantel en blies erop.
Er kwam poeder uit, en dat verraste de wachters. Stephania hield voor de zekerheid haar adem in, maar ze hoefde zich geen zorgen te maken. De wachters snakten naar adem toen ze het poeder inademden en het hun longen vulden. Eén van hen greep naar zijn keel, alsof dat hem kon helpen. De ander greep zich vast aan de muur om te voorkomen dat hij viel.
Stephania negeerde hen en draaide zich weer om naar de vrouw, een mes in haar hand. Ze viel aan, maar de vrouw slaagde erin haar aanval af te weren, en sloeg het mes uit Stephania’s vingers. Ze haalde uit, en Stephania kromp ineens van de pijn.
Ze vertraagde echter niet. Mensen maakten de fout om te denken dat ze zwak was omdat ze geraffineerd was. Ze schopte de vrouw tegen de achterkant van haar knie, sleurde haar uit balans en begon haar te wurgen. Stephania wachtte tot ze slap werd, en liet haar bewusteloze lichaam op de grond vallen. Zorgvuldig ketende ze haar vast.
Toen wendde ze zich tot Ulren, een dolk in haar hand. “Het was erg onzorgvuldig van je mensen om me bewapend binnen te laten. Ik ben niet zo hulpeloos als je denkt.”
“Dat zie ik,” zei Ulren, en nu zag Stephania iets van respect in zijn ogen. “Je bent allesbehalve hulpeloos. Hmm…”
Hij bekeek haar weer van top tot teen. Als hij haar aanviel, zou Stephania hem neersteken, en proberen zijn rijk van hem af te nemen. Ze zou waarschijnlijk falen, maar ze zou nooit meer een slaaf zijn.
“Het lijkt erop dat ik je heb onderschat,” zei Ulren. “Vertel me nog eens waarom ik met je zou trouwen.”
Hij zei het alsof hij niet zojuist het bevel had gegeven om haar tot slavin te maken. Stephania slikte haar woede door, net zoals ze met haar afschuw deed. Als ze twee wachters moest vermoorden en een derde moest wurgen om indruk op deze man te maken, dan het zij zo.
“Je zou met me moeten trouwen omdat ik je het Rijk kan geven,” zei Stephania.
“Met welk leger?” vroeg Ulren. Natuurlijk dacht hij op die manier. Waren alle machtige mannen zulke dwazen?
“Met jouw leger,” zei Stephania. “Je mannen zullen als bevrijders worden gezien, omdat ze een rechtmatige koningin steunen. Die de steun van de mensen van het Rijk krijgt. Die alle geheimen daar kent. Denk erover na, Ulren. Ik ken het Rijk beter dan we dan ook.”
“Zeer verleidelijk,” zei hij.
“Ik ken Irrien ook,” ging Stephania verder. “Ik hoor dat je hem bijna net zo graag dood wil als ik.”
Ze zag de blik in zijn ogen, en ze wist dat ze hem had overtuigd.
“Hij heeft zwakheden waar je niet vanaf weet,” zei Stephania. “Als we daar gebruik van maken kunnen we hem doden, en met mij aan je zijde zal het vanzelfsprekend zijn om over zowel Felldust als het Rijk te heersen. Twee landen, die samen het grootste Rijk ter wereld zullen vormen.”
Het was hetzelfde aanbod dat ze Irrien had gedaan, maar Stephania kon meteen zien dat Ulren niet dezelfde persoon als de Eerste Steen was. Irrien was zo zeker van zijn macht geweest dat Stephania’s inspanningen waren teruggekaatst als stenen van een wapenrusting. Ulren was allesbehalve zeker van zijn positie.
“En in ruil daarvoor wil je een huwelijk?” zei Ulren.
Stephania glimlachte. “Er zijn mensen die het zouden beschouwen als een bonus, niet als een prijs. Denk erover na, Eerste Steen. Hoe lang is het geleden sinds een vrouw vrijwillig bij je in bed is gekropen? Hoe lang is het geleden sinds je de hoop op een zoon hebt opgegeven? Een dynastie die jouw naam draagt?”
Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».
Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.
Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.