Brieven uit en over Amerika. Gerritsen Carel Victor. Читать онлайн. Newlib. NEWLIB.NET

Автор: Gerritsen Carel Victor
Издательство: Public Domain
Серия:
Жанр произведения: Книги о Путешествиях
Год издания: 0
isbn:
Скачать книгу
de vredesidée overal maakte, ontbrak natuurlijk niet de herinnering aan het groote aandeel dat de Interparlementaire Unie heeft gehad in den stoot, die de bijeenroeping der regeerings-gevolmachtigden te ’s-Gravenhage in 1899 ten gevolge had.

      Den volgenden dag werd de zitting gewijd aan een voorstel van het Amerikaansche Parlementslid Burton, dat tot strekking had president Roosevelt uit te noodigen, alle landen bijeen te roepen voor een tweede vredes-conferentie, waar dan o.a. behandeld moet worden het recht der staten, die zich bij voorbaat neutraal verklaren bij verwikkeling tusschen andere staten; de beperking der legers; het sluiten van tractaten met de clausule van arbitrage ingeval van geschil.

      Dit vèr strekkend en gewichtig besluit werd met algemeene stemmen genomen, na een talentvolle zakelijke toelichting van den voorsteller en een met gloed uitgesproken ondersteuning van den groot-redenaar Apponyi.

      Dit besluit is inderdaad het glanspunt van de gehouden conferentie te noemen en zoo het tot resultaat mocht hebben, dat binnen niet al te langen tijd, een tweede Internationaal Vredes-congres der natiën wordt gehouden, dan zal zeker ieder den dag loven, waarop de ijverige talentvolle president dezer 12e conferentie Hon. Richard Barthold, de parlementariërs te Weenen het vorig jaar uitnoodigde om dit jaar naar St. Louis te komen.

      Ons Nederlanders deed het goed dat èn bij de toelichting van dit voorstel èn herhaaldelijk in de rapporten van den eersten dag der conferentie, hulde gebracht werd aan het verdrag in Februari van dit jaar tusschen Denemarken en Nederland gesloten.

      Onze regeering en die van Denemarken moeten wij dankbaar zijn dat zij door dit verdrag, dat als een voorbeeld anderen natiën werd voorgehouden, de eer van hun landen in het buitenland zoo waardiglijk hebben opgehouden.

      Alle geschillen, die niet door de diplomatie kunnen worden bijgelegd, zullen door het scheidsgerecht te ’s Gravenhage moeten worden beslecht.

      Het verdrag is voor onbepaalden tijd gesloten en duurt nog een jaar voort na de opzegging er van door een der partijen.

      Iedere Staat, die daartoe den wensch te kennen geeft, kan er zich bij aansluiten.

      Bij de warme hulde aan deze overeenkomst gebracht door Mr. H. Louis Israëls in “l’Europeén” van 25 Juni 1904 sloten verschillende buitenlandsche sprekers van naam zich aan.

      De laatste dag was gewijd aan een voorstel van Zwitserland betreffende meer actief optreden der Unie; voorts werd bepaald dat de volgende conferentie te Brussel zal worden gehouden.

      Na de gewone plichtplegingen sluiting van de conferentie.

      Hedenavond gaat het gezelschap weer in de gereedstaande treinen, voor een bezoek aan Kansas-City, vervolgens Denver, waar het door den Staat Colorado zal worden ontvangen. Daarna uitstapjes naar de Rockey Mountains en dan terug over Chicago, Niagara Falls, Buffalo naar New-York.

      Alvorens Amerika te verlaten wordt een bezoek gebracht aan Washington, waar de President den leden der Unie eene audientie verleent.

      IV

Sept. 1904

      De Interparlementaire Vredesconferentie is uiteengegaan met de beste voornemens der leden om ieder in zijn kring te ijveren voor opheffing van den oorlog, door invoering van arbitrage voor alle geschillen, die zich tusschen de natiën zullen voordoen. Intusschen zal de vredespalm opnieuw in dit land gezwaaid worden in de eerste week van October. Dan zal namelijk te Boston de Internationale Vredesbond zijn jaarlijksch congres houden. Reeds nu wordt dat congres in de Amerikaansche couranten druk besproken. Daarbij ontbreekt het niet aan aanhalingen uit Jean de Bloch’s uitnemend werk: “De toekomst van den oorlog in zijn technische, economische en politieke gevolgen”. Het werk is in vele talen verschenen, zoover ik mij herinneren kan, niet in het Hollandsch. Dat is jammer, want het bevat beschouwingen die ook voor ons land groote waarde hebben. Wanneer men b.v. leest dat de oorlog niet alleen de meest onmenschelijke wijze is om geschillen tusschen natiën tot een einde te brengen, maar ook de kostbaarste, dan denken wij onwillekeurig aan onzen dertig-jarigen strijd met Atjeh. Laat men de offers aan menschen en aan leed van nagelaten familieleden buiten beschouwing, dan kan men toch zeker aannemen, dat met het geld, voor dezen oorlog uitgegeven, heel wat meer te bereiken was geweest langs vredelievenden weg, dan nu langs den weg van dood en vernieling werd verkregen. De Bloch zegt, m.i. terecht, dat heel wat minder oorlog zou worden gevoerd indien de natiën te voren zich rekenschap gaven van de financieele gevolgen, die er aan verbonden kunnen zijn. En ter illustratie noemt hij o.a. de kosten van den burgeroorlog in Amerika (tot vrijmaking der slaven). Die hebben 5000 millioen dollar bedragen, terwijl alle slaven hadden kunnen worden vrijgekocht voor 800 millioen dollar. In plaats van duizend dollar per hoofd, heeft de vrijmaking door oorlog zes duizend dollar per hoofd gekost. En zou Rusland den oorlog met Japan zijn begonnen, indien het geweten had, welke kosten daaraan verbonden waren? Zou Engeland zich niet eenige malen bedacht hebben met het uitlokken van den oorlog in Zuid-Afrika, indien het geweten had welke ontzaglijke sommen daarmede gemoeid zouden zijn? Maar genoeg. Het geweten der natiën, dat in onzen tijd veel spoediger reageert op de geld-quaestie dan op eenige andere quaestie, is wakker geschud en heel gemakkelijk zal het den regeeringen niet vallen, het weder te doen indommelen.

      Na volbrachten arbeid was de ontspanning, die voor de leden der Interparlementaire Unie zou volgen, bijzonder welkom. Langs de “Burlington”-lijn ging het gezelschap met dezelfde treinen als die het brachten van St. Louis naar Kansas-City en van daar naar Denver. Men kan zich bij ons te lande moeilijk eene voorstelling maken van de lengte dezer spoorweglijn. De hoofdlijnen hebben namelijk een lengte van ruim 14.000 kilometer en de bijlijnen van 4000 kilometer, terwijl dagelijks daarop 950 treinen zich bewegen. Die lengte van lijnen vertegenwoordigt een afstand van St. Louis over den Oceaan naar Petersburg en terug.

      Over de 40.000 personen zijn bij deze enkele spoorwegmaatschappij werkzaam en 1300 locomotieven zijn in gebruik. Deze kolossale ontwikkeling – 40 jaar geleden was het nog maar een kleine lijn met 54 locomotieven – heeft het in de eerste plaats te danken aan de uitnemende keuze die het deed, bij de uitbreiding van haar net. Want in Amerika zijn het niet de keuter-boeren, die als pioniers der beschaving optreden, maar de spoorwegmaatschappijen. Deze leggen haar lijn door en naar gronden, waar nog niemand te voren een voet gezet heeft. Daarna begint de reclame om nederzettingen te lokken. Gelukt dit en blijkt de keuze der gronden een goede geweest te zijn, dan volgen spoedig andere en grootere waagstukken van denzelfden aard. Zoo is het gegaan met de “Burlington”-lijnen en met nagenoeg alle andere groote spoorweg-lijnen in Amerika. De “Burlington” heeft bovendien het voordeel gehad van eenige steden, aan haar lijn gelegen, tot groote ontwikkeling te zien komen. Zoo o.a. St. Louis, waarvan in dezen tijd zooveel geschreven is, in verband met de wereld-tentoonstelling. En zoo ook de stad, waarheen het gezelschap zich het eerst begaf: Kansas-City, evenals St. – Louis in den Staat Missouri gelegen. In 15 jaren is de bevolking van Kansas-City verdubbeld; zij bedraagt nu 300.000. De stad is door de groote slachterijen, die er in die jaren gekomen zijn, als slachtplaats de tweede in rang van Amerika. Chicago staat nog altijd bovenaan.

      De ingezetenen hadden door vrijwillige bijdragen het gemeentebestuur in staat gesteld de vreemde gasten te ontvangen en dat geschiedde op de onbekrompen wijze waarop die ontvangst overal elders plaats had. O.a. werden wij op talrijke automobielen en four-in-hands door en om de stad gereden en waren wij zoodoende in staat de groote fabrieken en werkplaatsen, de mooie winkelstraten en de talrijke villa’s en het enorme verkeer in de straten in korten tijd waar te nemen. De Staat Missouri, met ruim drie millioen inwoners, is in de laatste jaren tot groote welvaart gekomen.

      Vooral door zijn landbouw en veeteelt, maar het meest nog door zijn toenemende industrie. Op 1 Januari van dit jaar waren ruim 250 millioen dollar in industrieele ondernemingen belegd. Van dit alles heeft de Burlington-spoorwegmaatschappij natuurlijk mede geprofiteerd en heeft zij mede daaraan haar groote uitbreiding te danken.

      Van Kansas-City ging het door den Staat Kansas naar Colorado’s hoofdstad: Denver.

      Wij waren den Staat Missouri reeds uitgestoomd, toen wij bemerkten nog altijd in Kansas-City te zijn.

      De Missouri-rivier scheidt namelijk den Staat Missouri van den Staat Kansas en nu heeft zich vlak tegenover Kansas-City van Missouri, aan de overzijde der rivier, nog eens een Kansas-City ontwikkeld, in den Staat Kansas gelegen. Deze helft is in handel en verkeer één met de overzijde der