De Laatste Plaats In De Hindenburg. Charley Brindley. Читать онлайн. Newlib. NEWLIB.NET

Автор: Charley Brindley
Издательство: Tektime S.r.l.s.
Серия:
Жанр произведения: Современная зарубежная литература
Год издания: 0
isbn: 9788835411970
Скачать книгу
knikte.

      "Mag ik even in de keuken kijken?"

      Sandia leek in de war, maar knikte dan. Ze stond recht en liep hem voor naar de keuken.

      Donovan zag een halfvolle pot pindakaas van Skippy op het aanrecht, samen met enkele boterhamen en een bokaaltje olijven. In de koelkast zat niets behalve een halve blok Hervekaas.

      Hij was ontdaan, maar zweeg… voorlopig.

      Het aanrecht, de tafel en het fornuis waren perfect schoon. Hij opende een keukenkastje en vond er een stapel borden, netjes opgeborgen. In het volgende kastje, waar normaal gezien suiker, zout, bonen en de rest van de voorraad zou zitten, stond een klein doosje zwarte peper.

      "Ik moet even iets regelen." zei Donovan tegen Sandia. "Ik ben over een half uur terug. Is dat oké?"

      Ze pakte zijn hand beet. "Die pillen maken hoofdpijn zoveel beter."

      "Goed zo. Ik zal ze hier laten voor je, maar je mag er niet meer dan vier per dag nemen. Begrepen?"

      Sandia glimlachte. "Ja."

      "En je mag er niet op kauwen."

* * * * *

      Twintig minuten later was Donovan terug met drie Big Macmaaltijden en drie extra grote cola's.

      Toen Sandia de deur opende was haar haar los en geborsteld. Het viel om haar gezicht in grove krullen en kwam bijna tot haar schouders. Ze glimlachte haar mooie, witte tanden bloot.

      Aspirine, het wondermedicijn.

      "Houdt je grootvader van hamburgers?"

      "Oh, ja."

      Ze schoven de salontafel naar Mr. Martin en plaatsten er het eten op. Sandia en Donovan gingen op de vloer zitten tegenover de oude man.

      "Bij McDonalds vind je de beste frieten ter wereld." zei Donovan terwijl hij eentje in de ketchup doopte.

      "Mmm…" zei Sandia terwijl ze in een hamburger beet. "Zooo lekker."

      Haar grootvader glimlachte en knikte instemmend. Ook al miste hij enkele tanden, hij had geen problemen met de hamburger en de frieten.

      Sandia zei: "Toen opa vroeger om boodschappen ging…"

      "Hoe ging hij om boodschappen?" vroeg Donovan terwijl hij een slokje cola dronk.

      "Hij heeft auto in dat garage."

      "Toen ik er daarnet naar vroeg, zei je dat hij geen auto had."

      "Je zei wagen."

      "Oh, ja. Dat kan kloppen. Dus je grootvader reed naar de winkel om boodschappen?"

      "Soms rijdde ik mee met hem."

      "Ongelooflijk dat hij nog steeds autorijdt."

      Een half uur later nam Donovan afscheid van Sandia en haar grootvader.

* * * * *

      Toen hij terug in zijn Buick stapte, belde hij zijn vriend in het ziekenhuis.

      "Camel," zei Donovan in zijn telefoon, "ik heb een diagnose nodig."

      "Oké, vertel."

      "Ze spreekt gebroken Engels, maar niet onduidelijk of onverstaanbaar en ze heeft geen buitenlands accent. Alleen ontbreken er soms woorden en andere staan in de verkeerde volgorde. Ze heeft soms erge hoofdpijn, misschien zoals migraine.

      "Oké," zei Camel. "Is ze dan misselijk? En ziet ze troebel?"

      Donovan startte de auto en reed de straat op. "Ik weet het niet. Ik zal het haar vragen."

      "Als dat het geval is, kan het zijn dat ze een subduraal hematoom heeft. Dat is een bloedklonter in de hersenen. Of het kan een tumor zijn in het centrum van Broca in de frontale kwab van haar brein. Daar ontstaat spraak."

      "Allemachtig!"

      "Ja. Laten we hopen dat het een hematoom is, dat is iets makkelijker te behandelen. Ze heeft dringend een CT-scan nodig. Zoiets kan alleen maar erger worden."

      "Kan jij de CT-scan doen?"

      "Donovan, ik ben een eerstejaarsstagiair. Het enige wat ik kan doen is de dokters achternalopen en notities maken. Welk soort verzekering heeft ze?"

      "Geen verzekering en geen geld."

      "In dat geval breng je haar best naar de spoeddienst. Ze mogen niemand wegsturen, zelfs niet als ze geen geld hebben. Morgenavond heb ik de tweede shift op de spoeddienst. Breng haar binnen na middernacht en als de echte dokters mijn diagnose bevestigen, kan ik misschien helpen om iets te regelen."

      "Bedankt, vriend…" Zijn telefoon biepte tweemaal. "Ik heb nog een oproep, Camel. We zullen er zijn morgenavond."

      "Oké, we zien elkaar dan. Niet vergeten: dit weekend MOD."

      "Juist." Donovan haakte in en aanvaardde dan de andere oproep. "Hallo?"

      "Jezus, je bent moeilijk te bereiken."

      Verdorie! Waarom heb ik niet eerst gecheckt wie belde?

      "Hallo, Chyler."

      Waarom laat ze me niet gewoon met rust?

      "Wat ben je aan het doen?"

      "Ik ben op weg voor mijn werk."

      "Wat voor werk?"

      "Werk waarvoor ik al te laat ben. Wat wil je?"

      "Ik wil je gewoon even spreken."

      “Er is niets waarover wij moeten spreken."

      “En die twee jaar die ik je gegeven heb dan?"

      "Heb jij me twee jaar gegeven?"

      "Jazeker. Waarom proberen we niet opnieuw? Je weet dat ik altijd van je heb gehouden." Chyler was even stil. "En nog altijd."

      "Jij bent weggegaan. Weet je nog?"

      "Dat kan een vergissing van mij geweest zijn."

      "Kan?"

      "Ik wil gewoon iets met je gaan drinken. Dat is alles."

      "Ik zei toch dat ik al te laat ben voor mijn werk."

      "Niet nu meteen. Misschien morgenavond. We zouden kunnen naar De laatste plaats in de Hindenburg gaan."

      "Ik haat die stomme tent en bovendien heb ik al plannen voor morgenavond." zei Donovan.

      "Met wie?"

      "Dat zijn jouw zaken niet."

      "Is het met die snol van arbitrage?"

      "Nee."

      "Hoe heet ze?"

      "Ik ben het vergeten."

      "Je weet dat ik het toch te weten kom."

      "Dag, Chyler."

      "En hoe zit het met MOD dit weekend?"

      Donovan klikte zijn telefoon uit en gooide hem op de passagiersstoel.

      Tien minuten later, toen hij in Wilbert Street aankwam op weg naar huis om zijn bestelwagen op te halen, was hij nog steeds woedend. Hij moest kalmeren en voor het donker het Wickershamproject gaan afwerken.

      Hoofdstuk zes

Setting: 1623 v.Chr. op de Stille Zuidzee

      De sfeer was zwaar en drukkend, de lucht bijna vloeibaar. De lage luchtdruk maakte iedereen nerveus. De onweerswolken kolkten hoger en versnelden de duisternis.

      Het was een opluchting toen de eerste regendruppels tegen de kano's tikten en de spanning verlichtten.

      Omdat de wind en de golven toenamen, gooiden Akela en Lolani lange touwen naar de andere kano's. Ze verbonden de drie kano's stevig met elkaar, maar ver genoeg zodat ze niet konden botsen en schade veroorzaken.

      Ze haalden de zeilen neer en borgen ze op op de bodem van de kano's. Ze zorgden er ook voor dat al de rest stevig vastgemaakt was. Ze lieten de kinderen in het midden van de drie platforms zitten onder een afdak van palmbladeren met bij elke groep een vrouw. De andere volwassenen peddelden. Ze moesten ervoor zorgen dat de boeg van elke kano in de richting van de opkomende golven wees, anders riskeerden ze te kapseizen. Aangezien hun kano's geen roer hadden,