O, lieve deugd! Ik verknoei mijn tijd met al die beuzelpraatjes, terwijl ik je toch werkelijk, werkelijk nieuws kan berichten! Wij hebben een nieuwe werkkracht, een prima nieuwe werkkracht!!
Herinner je je Betsy Kindred, 1910? Ze stond aan het hoofd van het koor en was presidente van de tooneelclub. Ik herinnerde me haar nog heel goed, ze droeg altijd zulke mooie japonnen. En stel je eens voor, ze woont maar twintig mijlen hier vandaan! Heel toevallig botste ik gisterochtend tegen haar aan, toen zij door het dorp autode, of liever gezegd, zij ontweek handig het gevaar om mij aan te rijden.
Ik had nog nooit een woord tegen haar gesproken, maar wij groetten elkaar alsof wij oude vriendinnen waren. Het is toch gemakkelijk om opvallend haar te bezitten, ze herkende me dadelijk! Ik sprong in haar car en zeide:
"Betsy Kindred, 1910, je moet met me meegaan naar mijn vondelingengesticht en me helpen mijn kinderen te catalogiseeren!"
En ik overviel haar zoodanig, dat ze werkelijk meekwam! Ze komt hier nu elke vier of vijf dagen als voorloopige secretaresse en ik zal het er wel op toeleggen om haar op den langen duur altijd hier te houden. Ze is het meest nuttige persoontje, dat ik ooit zag en ik hoop, dat ze zóó aan de vondelingen zal wennen, dat ze ze niet meer missen kan. Ik denk wel, dat ze blijft, als we het salaris hoog genoeg stellen. Ze houdt ervan, onafhankelijk van haar familie te zijn, zooals trouwens wij allen in deze gedegenereerde tijden!
In mijn groeienden ijver om mijn heele volkje in een catalogus onder te brengen, zou ik ook graag een plaatsje voor onzen dokter willen weten. Als Jervis de een of andere curiositeit van hem weet, schrijf die mij dan alsjeblieft. Hoe erger het is, hoe beter.
Hij kwam hier gisteren om de fijt in Sammy Speir's duim door te steken en daalde toen af tot mijn helblauwe zitkamer, om mij les te geven in het verbinden van den bewusten duim, want, zooals je wel begrijpen zult, zijn de plichten van de directrice menigvuldig.
Het was juist het theeuurtje, dus vroeg ik hem nog wat te blijven, en werkelijk, hij deed het! Natuurlijk niet om het plezier van mijn gezelschap te mogen genieten, maar omdat Jane juist met een schotel toast verscheen. Het bleek, dat hij om twaalf uur absoluut niets had gebruikt, en het duurde nog een heelen tijd voor er aan avondeten gedacht kon worden. Onder het eten van toast (hij at er een heele schaal van op), zag hij nog kans mij over mijn geschiktheid tot het vervullen van mijn taak te ondervragen. Had ik op de Universiteit ook colleges over sociologie geloopen? Wat wist ik van biologie af? Had ik de modelinrichting in Hastings gezien?
En op dat alles antwoordde ik frank en vrij. En toen veroorloofde ik mij de vrijheid hem ook een paar vragen te stellen. Welke training is er voor noodig om zulk een model van logica, accuratesse, waardigheid en gezond verstand te produceeren, gelijk aan het product, dat daar voor mij stond? Door taaie volharding gelukte het mij toch eindelijk een paar feiten te hooren noemen, maar och heden, ze zijn zoo burgerlijk respectabel als het maar kan. Naar hem te oordeelen zou je zeggen, dat er een vreeselijk mysterie in de familie moet schuilen, maar MacRae père is geboren in Schotland en kwam naar Amerika, om een professorszetel in Johns Hopkins te bekleeden en Robin fils werd weer voor zijn educatie naar Auld Reekie vervoerd. Zijn grootmoeder was een M'Lachlan van Strathlachan (als dat niet goed klinkt, weet ik het niet) en hij bracht zijn vacanties in de Highlands door, waar hij jaagde.
Dat was alles, wat ik uit hem kon krijgen – niets meer. Vertel me alsjeblieft eens wat aardigs over mijn vijand, de een of andere anecdote, al is die nog zoo flauw – maar liefst toch iets dat een beetje schandalig is.
Als hij nu toch zoo'n verbazend knappe man is, waarom begraaft hij zich dan in Godsnaam in zoo'n vreeslijke negorij? Je zou denken, dat zoo'n up to date geleerde in de eene hand een hospitaal en in de andere hand een morgue zou wenschen. Ben je wel zeker, dat hij niet de een of andere schandaalwekkende misdaad heeft gepleegd en zich nu voor de justitie schuil houdt?
Ik schijn een flink aantal tijdjes beschreven te hebben zonder je iets bijzonders te vertellen. Vive la bagatelle!
P.S. Op één punt ben ik tenminste gerustgesteld. Dr. MacRae zoekt zijn eigen kleeren niet uit, zulke kleinigheden laat hij aan zijn huishoudster over, de beminnelijke Juffrouw Maggie McGur-rk!
Beste Gordon,
Je rozen en je brief hielden me den heelen morgen in een allerzonnigste bui en dat is voor het eerst sinds den 14den Februari, toen ik Worcester goedendag zei.
Ik kan het je onmogelijk duidelijk maken, hoe beklemmend het eentonige van het steeds terugkeerend gestichtsleven op mij inwerkt. Het eenige lichtje in deze duisternis is wel het feit, dat Betsy Kindred elke week vier dagen bij mij doorbrengt. Betsy en ik hebben samen college geloopen en af en toe diepen we samen iets leuks op, waarover wij eens hartelijk kunnen lachen.
Gisteren, toen wij in mijn allerafschuwelijkste zitkamer thee dronken, kwamen wij beiden in opstand tegen de opeenhooping van zooveel smakeloosheid. Wij riepen zes flinke en vernielingslievende vondelingetjes, lieten een hooge trap en een tobbe met kokend water brengen en gingen ijverig aan het werk, zoodat er in twee uur geen snipper van het afgrijselijk behangselpapier meer aan den wand plakte. Je kunt je niet voorstellen, hoe leuk het kan zijn om behangselpapier van den muur te scheuren!
Twee behangers zijn nu bezig het beste en mooiste, wat het dorp aan behangselpapier oplevert, op den wand te plakken, terwijl een Duitsche stoffeerder, op zijn knieën gelegen, de maat van mijn stoelen neemt om met een artistiek sits elke centimeter schelblauw pluche te bedekken.
Word alsjeblieft niet zenuwachtig! Dit beteekent heusch niet dat ik, nu alles zoo mooi wordt, van plan ben mijn leven in het gesticht te eindigen. Ik wil het alleen maar voor mijn opvolgster dragelijk maken. Ik durf Judy niet te bekennen hoe vreeselijk ellendig ik het hier vind, want ik wil naar het zonnige Florida geen onweerswolken zenden, maar als ze naar New-York terugkeert, zal mijn officiëele ontslagaanvrage in de brievenbus haar opwachten!
Ik wilde je een langen brief schrijven als blijk van mijn overgroote dankbaarheid voor de heerlijke bloemenzending en voor de ontvangen zeven bladzijden, maar twee van mijn pleegkinderen houden onder mijn raam een verwoed gevecht. Ik zal trachten hen te scheiden.
Lieve Judy,
Ik heb het John Grier Home een klein geschenk aangeboden: de vernieuwing en verfraaiïng van de zitkamer van het John Grier Home. Ik zag n.l. bij mijn aankomst bij den eersten oogopslag, dat noch ik noch eenige mijner opvolgsters in het schelblauw van Miss Lippett's pluche zich op haar gemak zouden voelen. Je weet dat ik het erop toeleg, om mijn opvolgster tevreden te stellen en haar tot blijven te inspireeren.
Betsy Kindred hielp mij bij de verandering van Mrs. Lippett's collectie van afgrijselijkheden en wij brachten een symphonie van flets blauw en goud tot stand. Het is nu de aardigste kamer, die je ooit betreden hebt en ze zal zeker zeer gunstig op 't schoonheidsgevoel van onze kinderen inwerken.
Wij hebben nieuw behang aan de muren en een nieuw kleed op den grond, mijn eigen Perzisch kleed, dat mijn lieve familie mij uit Worcester nazond. En wij hebben ook smaakvolle gordijnen voor de drie ramen hangen, die het prachtige uitzicht, tot nu toe door grove kanten overgordijnen verborgen gehouden, vrij laten uitkomen. Dan staan er nog een nieuwe gezellige tafel, een paar lampen, boeken en schilderijen en etsen en o ja, een open haard! Miss Lippett had de schouw laten sluiten, omdat zij beweerde, dat het er door tochtte.
Ik