Beknopte Geschiedenis van Friesland in Hoofdtrekken. Eekhoff Wopke. Читать онлайн. Newlib. NEWLIB.NET

Автор: Eekhoff Wopke
Издательство: Public Domain
Серия:
Жанр произведения: История
Год издания: 0
isbn:
Скачать книгу
Mr. Jac. Zeper, Koopman te Leeuwarden.

      • C. Zijlstra, Secondant te Barneveld.

      VERDEELING EN ORDE VAN BEHANDELING

      Eerste Tijdvak. Het Oude Friesland. Van de vroegste tijden of de komst der Romeinen in Friesland tot op het einde van den strijd der Friezen en Franken onder Keizer karel den groote. Van 11 jaren vóór christus tot omstreeks den jare 800 van onze tijdrekening.

      Tweede Tijdvak. Het Vrije Friesland. Van karel den groote of de invoering van de Christelijke godsdienst tot op het einde der partijschappen tusschen de Schieringers en Vetkoopers en het verlies der onafhankelijkheid onder Hertog albert van Saksen. Van omstreeks het jaar 800 tot 1498.

      Derde Tijdvak. Friesland bestuurd namens vreemde Vorsten. Van de aanneming van Hertog albert van Saksen tot Erfpotestaat van Friesland tot de Hervorming in Kerk en Staat of de afwerping van het Spaansche juk. Van 1498 tot 1580.

      Vierde Tijdvak. Friesland onder de Staten en de Stadhouders uit het Huis van Nassau. Van de invoering der Hervorming tot de ontbinding der Nederlandsche republiek of de Staats-omwenteling. Van 1580 tot 1795.

      Vijfde Tijdvak. Friesland tijdens de Fransche overheersching. Van de Staats-omwenteling en de opheffing van het Stadhouderschap tot de herstelling van Nederland en het vertrek der Franschen. Van 1795 tot 1813.

      Zesde Tijdvak. Het Nieuwe Friesland, onder de Koninklijke Regering. Van 1813 tot 1850.

      Inleiding

      Ons allen is zóó groot een lust tot kennis en wetenschap aangeboren, dat niemand kan twijfelen of de menschelijk natuur wordt, zonder uitzigt op eenig voordeel, van zelf daar heen getrokken. Algemeen is in het bijzonder bij alle volken de neiging, om te willen weten wat de oorsprong is van hun vaderland, welke merkwaardige gebeurtenissen daarin zijn voorgevallen, en hoe het in den loop der eeuwen tot zijnen tegenwoordigen toestand is gekomen.

      Deze loffelijke neiging en die vaderlandsliefde worden zeer versterkt, als de geschiedenis van dat volk eene eervolle afkomst kan aanwijzen; als zij voorstelt uit welke geringe beginselen vaak groote gevolgen zijn voortgekomen; maar vooral, wanneer zij aantoont, welke nooden en gevaren de voorvaderen al hebben doorgestaan, om dit erf te behouden en te verbeteren, en als zij uit den strijd tegen de vijanden des vaderlands edele bedrijven en heldendaden kan vermelden, waarin het nageslacht zijne eer en zijnen roem stelt.

      Dat alles is echter nog niet genoeg: want hoogere waarde voor verstand en hart heeft de geschiedenis, als wij daarin nasporen, welke de opkomst en ontwikkeling was van het volk en zijne belangen; – als zij ons aanwijst, door welke oorzaken, krachten en vermogens de vrijheid, de welvaart en andere maatschappelijke voorregten der ingezetenen zijn verkregen en vermeerderd, en onder welke omstandigheden zij in kennis en verlichting zijn toegenomen; maar bovenal, hoe zij door de Goddelijke Voorzienigheid zijn geleid, beschermd en gezegend, om gevormd te worden tot een beschaafden burgerstaat, waarvan de leden eene verhevener bestemming hebben dan het gedierte des velds.

      Weinige volken van Europa kunnen op hoogere oudheid, eervoller afkomst en roemrijker geschiedenis bogen dan de Friezen. Zeldzaam en merkwaardig toch is het voorbeeld van een volk, dat gedurende achttien eeuwen zijn naam onveranderd bleef dragen, zijn eigen land bleef behouden, en dat zijne vrijheid, volksbestaan, taal, karakter en zeden zoo lang mogt bewaard zien. Vele naburige volken zijn gedurende dien tijd ontstaan en verdwenen of van naam veranderd —de Friezen handhaven hun bestaan, van vóór onze jaartelling af, onafgebroken. Dikwijls zijn zij door vreemde legers aangevallen; veelmalen werd hunne onafhankelijkheid belaagd en scheen hun ondergang nabij, en immer bestookt door den oceaan, welke hen aan bijna alle zijden omringt, – moesten zij zich bestendig verdedigen tegen deze magtige vijanden, op wie zij, na vele verliezen, fier de overwinning mogten behalen. Op lage en moerassige landen en dorre heiden gevestigd, mogt het bovendien hunner noeste vlijt gelukken, dit land door dijk- en waterwerken te herscheppen in dát vruchtbaar en bloeijend oord, met talrijke steden, dorpen en gehuchten als bezaaid, hetwelk thans een der sieraden is van Nederland.

      Hoe pligtmatig is het dus niet voor ons, die, nog den ouden volksnaam dragende, de vruchten van dien strijd, inspanning en zorg genieten, en de voorregten en genoegens eener geregelde burgermaatschappij hier thans mogen smaken, om belang te stellen in de geschiedenis van dit land en dat volk. Daardoor toch zullen wij het voorgeslacht vereeren, waaraan wij zoo groote verpligting hebben, en kunnen opmerken hoeveel dank wij Gode verschuldigd zijn voor de hulp en bescherming, waarmede hij ons voorgeslacht boven vele andere volken begunstigde. Die belangstelling zal der Friezen nationaliteit en vaderlandsliefde, waardoor zij zich steeds blijven onderscheiden, waardig zijn. Zelfs zullen deze nieuw voedsel ontvangen door de vermelding van den roem huns lands en de eer huns volks. Nimmer echter moge dit in ijdelen volkstrots ontaarden, die tot beleediging of minachting van naburen strekt. Neen, de beoefening van die geschiedenis worde veeleer een middel tot beschaving, tot eene billijke opprijsstelling van de waarde der dingen, tot regtschapenheid en grootmoedigheid. Door haar verstandig te lezen en door acht te geven zoowel op de oorzaken en omstandigheden als op de gevolgen der daden en gebeurtenissen, zal deze bode der verloopene eeuwen de leermeesteres worden van onzen leeftijd, en licht verspreiden over onzen toestand. Zij zal vooral de eeuwige waarheid luide verkondigen, dat de hoogste Wijsheid in edele daden zelve hare belooning, gelijk in slechte daden de onvermijdelijke straf der boosheid zelve gelegd heeft. Zij zal ons met bemoedigende gevoelens vervullen voor de hoop der toekomst, daar zij aanwijst hoe met elk geslacht de toestand, de zeden en de beschaving des volks zijn verbeterd. Want waarheid bevat het kort en eenvoudig gezegde des dichters:

      In ’t verleden ligt het heden,

      In het nu wat worden zal.

      Op die wijze beoefend, zal de geschiedenis voor ons een tafereel zijn van Gods leiding met het voorgeslacht; dan zal zij geen bloot geheugenwerk, maar een waardig voorwerp van nasporing zijn, omdat zij leert uit hetgeen geschied is, en omdat zij den oorsprong verklaart van den maatschappelijken toestand, waarin wij ons thans bevinden.

      Hoe gaarne zouden wij eene uitvoerig bewerkte Geschiedenis van Friesland bezitten, waarin dat alles in bijzonderheden ontwikkeld ware! Tot bewerking daarvan schijnt echter de tijd nog niet gekomen te zijn, en moeten er vooraf nog vele bijzondere bronnen opgespoord en uitgegeven worden. Wij willen echter eene schrede doen op dit uitgestrekte veld, door de hoofdtrekken dier geschiedenis of de voornaamste gebeurtenissen kort en eenvoudig te verhalen. Daardoor moge voorloopig worden voorzien in eene behoefte, welke velen onzer landgenooten gaarne bevredigd zagen; velen, ook in andere provinciën des vaderlands, welke vroeger deelen waren van het uitgestrekte Friesche rijk, en wier geschiedenis dus zamenvloeit met die, welke wij in de hoofdzaak tot de tegenwoordige provincie of het eigenlijk Friesland moesten bepalen. Hartelijk wenschen wij, dat onze bewerking, die, wegens gebrek aan bescheiden, niet in alles volledig kan zijn, eene heldere voorstelling moge geven van de hoofdgebeurtenissen, die den schakel der geschiedenis vormen.

EERSTE TIJDVAK

HET OUDE FRIESLANDVAN DE VROEGSTE TIJDEN TOT KEIZER KAREL DEN GROOTEVan het jaar 11 voor- tot omstreeks 800 na Christus

      Ende ist zaecke dat u belieft hier meer af te weeten, zoe bidde ik u, dat ghy neerstelicken wilt overleesen die oude historien van Vrieslant, inden welcken ghy alle dinck breeder ende claerder vertelt zult vinden.

      Cornelis van Grebber, van Egmond.

      (1198)1

      1. De Afkomst der Friezen

      De afkomst of oorsprong der Friezen schuilt zóó diep in den nacht der eeuwen en gaat het historische tijdperk, of de met zekerheid bekende geschiedenis van ons vaderland, zóó lang vooraf, dat niemand daaromtrent bepaalde berigten kan mededeelen. Het