17:5.2 (202.5) Ieder van de Zeven Geesten van de Circuits is beperkt tot het doordringen van één enkel Havona-circuit. Zij zijn niet rechtstreeks betrokken bij de regimes van de Eeuwigen der Dagen, de regeerders van de individuele werelden van Havona. Zij staan echter wel in verbinding met de Zeven Allerhoogste Bestuurders en zij synchroniseren met de tegenwoordigheid van de Allerhoogste in het centrale universum. Hun werk beperkt zich geheel tot Havona.
17:5.3 (203.1) Deze Geesten van de Circuits treden met degenen die in Havona verblijven in contact door hun persoonlijke afstammelingen, de tertiaire supernafijnen. Ofschoon de Circuit-Geesten coëxistent zijn met de Zeven Meester-Geesten, kreeg hun functie bij het scheppen van de tertiaire supernafijnen pas groot belang toen de eerste pelgrims uit de tijd in de dagen van Grandfanda aankwamen op het buitenste circuit van Havona.
17:5.4 (203.2) Bij uw voortgang in Havona van het ene circuit naar het volgende, zult ge wel het een en ander vernemen aangaande de Geesten van de Circuits, doch ge zult niet in staat zijn persoonlijk met hen te communiceren, zelfs al moogt ge persoonlijk hun geestelijke invloed genieten en zult ge hun onpersoonlijke aanwezigheid herkennen.
17:5.5 (203.3) De betrekking tussen de Geesten van de Circuits en de ingeboren bewoners van Havona lijkt in vele opzichten op de betrekking tussen de Gedachtenrichters en de sterfelijke schepselen die de werelden in de evolutionaire universa bewonen. Evenals de Gedachtenrichters zijn de Geesten van de Circuits onpersoonlijk, en hun omgang met het volmaakte bewustzijn van de Havona-wezens vertoont veel overeenkomst met de inwoning van de onpersoonlijke geesten van de Universele Vader in het eindige bewustzijn van sterfelijke mensen. De Geesten van de Circuits worden echter nooit een permanent deel van de persoonlijkheden van Havona.
6. De Scheppende Geesten van de plaatselijke universa
17:6.1 (203.4) Veel van wat betrekking heeft op de natuur en de functie van de Scheppende Geesten van de plaatselijke universa hoort eigenlijk thuis in het relaas over hun verbintenis met de Schepper-Zonen bij de organisatie en leiding van de plaatselijke scheppingen. Vele kenmerkende aspecten van de ervaringen van deze wonderbare wezens voorafgaand aan hun ervaring in een plaatselijk universum kunnen u echter worden meegedeeld als onderdeel van deze bespreking van de zeven groepen Allerhoogste Geesten.
17:6.2 (203.5) Wij zijn vertrouwd met zes fasen van de loopbaan van een Moeder-Geest van een plaatselijk universum, en wij denken vaak na over de waarschijnlijkheid van een zevende stadium van activiteit. Deze verschillende stadia van bestaan zijn:
17:6.3 (203.6) 1. De eerste differentiatie op het Paradijs. Wanneer een Schepper-Zoon gepersonaliseerd wordt door het gezamenlijk handelen van de Universele Vader en de Eeuwige Zoon, vindt er in de persoon van de Oneindige Geest tegelijk iets plaats dat bekend staat als de ‘allerhoogste reactie van complement.’ Wij begrijpen de aard van deze reactie niet, doch wij begrijpen wel dat deze een inherente modificatie aangeeft van de personaliseerbare mogelijkheden die besloten liggen in het scheppingspotentieel van de Vereend Handelende Geest. De geboorte van een gecoördineerde Schepper-Zoon geeft aan dat binnen de persoon van de Oneindige Geest het potentieel geboren is van de toekomstige gade van deze Paradijs-Zoon in het plaatselijk universum. Wij zijn niet op de hoogte van deze nieuwe voorpersoonlijke identificatie van een entiteit, doch wij weten dat dit feit wordt opgetekend in de Paradijs-verslagen die op de loopbaan van deze Schepper-Zoon betrekking hebben.
17:6.4 (203.7) 2. Vooropleiding voor het optreden als schepper. Gedurende de lange periode van de vooropleiding van een Michael-Zoon voor de organisatie en het bestuur van universa, ondergaat zijn toekomstige gade een verdere ontwikkeling van entiteit en wordt zij groepsbewust van haar bestemming. Wij weten het niet zeker, doch vermoeden dat zulk een groepsbewuste entiteit op de hoogte raakt van de ruimte en aan de vooropleiding begint die nodig is voor het verkrijgen van geest-vaardigheid in haar toekomstige arbeid van samenwerking bij het scheppen en besturen van een universum met de Michael die haar comple ment is.
17:6.5 (204.1) 3. Het stadium van fysische schepping. Op het moment dat een Michael-Zoon van de Eeuwige Zoon de opdracht ontvangt tot scheppen, geeft de Meester-Geest aan het hoofd van het superuniversum waarvoor deze nieuwe Schepper-Zoon is bestemd, uiting aan het ‘identificatie-gebed’ in de tegenwoordigheid van de Oneindige Geest. Voor de eerste maal verschijnt dan de entiteit van de latere Scheppende Geest als gedifferentieerd van de persoon van de Oneindige Geest. Deze entiteit gaat rechtstreeks af op de persoon van de petitionerende Meester-Geest, is dan onmiddellijk uit het gezicht verdwenen en wordt blijkbaar een deel van de persoon van deze Meester-Geest. De nieuw geïdentificeerde Scheppende Geest blijft bij de Meester-Geest tot het moment aanbreekt dat de Schepper-Zoon vertrekt om aan zijn avontuurlijke onderneming in de ruimte te beginnen; hierop vertrouwt de Meester-Geest de nieuwe Geest-gade toe aan de hoede van de Schepper-Zoon, terwijl hij terzelfdertijd de Geest-gade de opdracht geeft tot eeuwige trouw en nimmer eindigende loyaliteit. En dan vindt er een van de ontroerendste gebeurtenissen plaats die op het Paradijs kunnen voorvallen. De Universele Vader spreekt zijn erkenning uit van de eeuwige vereniging van de Schepper-Zoon en de Scheppende Geest en bevestigt dat hun bepaalde gezamenlijke bestuurlijke volmachten zijn verleend door de Meester-Geest die het gezag over het betrokken superuniversum heeft.
17:6.6 (204.2) De door de Vader verenigde Schepper-Zoon en Scheppende Geest gaan dan uit om te beginnen aan hun avontuurlijke onderneming van het scheppen van een universum. En in deze vorm van associatie werken zij samen gedurende de gehele lange moeilijke periode van de materiële organisatie van hun universum.
17:6.7 (204.3) 4. Het tijdvak van het scheppen van leven. Wanneer de Schepper-Zoon verklaart voornemens te zijn leven te scheppen, volgen op het Paradijs de ‘personalisatie-ceremoniëen’, waarin de Zeven Meester-Geesten deelnemen en die persoonlijk ervaren worden door de superviserende Meester-Geest. Dit is een bijdrage van de Paradijs-Godheid aan de individualiteit van de Geest-gade van de Schepper-Zoon, en wordt voor het universum manifest in het verschijnsel van ‘de primaire eruptie’ in de persoon van de Oneindige Geest. Tegelijk met dit verschijnsel op het Paradijs wordt de tot dusver onpersoonlijke Geest-gade van de Schepper-Zoon in praktisch alle opzichten een echte persoon. Van nu af aan en voor immer zal deze zelfde Moeder-Geest van een plaatselijk universum als een persoon worden beschouwd en zal zij persoonlijke relaties onderhouden met alle heerscharen van persoonlijkheden in de schepping van leven die hierop volgt.
17:6.8 (204.4) 5. De tijdperken na de zelfschenkingen. In de nimmer eindigende loopbaan van een Scheppende Geest vindt nog een grote verandering plaats als de Schepper-Zoon terugkeert naar het hoofdkwartier van zijn universum nadat hij zijn zevende zelfschenking heeft voltooid en vervolgens de volledige soevereiniteit over zijn universum heeft verworven. Bij die gelegenheid verheft de triomferende Schepper-Zoon, ten overstaan van de verzamelde bestuurders van het universum, de Moeder-Geest van het Universum tot mede-soevereiniteit en erkent hij zijn Geest-gade als zijn gelijke.
17:6.9 (204.5) 6. De tijdperken van licht en leven. Wanneer het tijdvak van licht en leven tot stand is gebracht, begint de mede-soeverein van het plaatselijk universum aan de zesde fase van de loopbaan van een Scheppende Geest. Wij mogen echter de aard van deze grootse ervaring niet beschrijven. Deze zaken behoren tot een toekomstig stadium van de evolutie in Nebadon.
17:6.10 (204.6) 7. De niet-geopenbaarde loopbaan. Wij zijn bekend met de hierboven beschreven zes fasen in de loopbaan van de Moeder-Geest van een plaatselijk universum. Onvermijdelijk vragen wij ons af of er ook een zevende loopbaan is. Wij zijn het feit gedachtig dat wanneer de volkomenen bereiken wat de finale bestemming van hun sterfelijke opklimming lijkt te zijn, er van hen vermeld wordt dat zij aan de loopbaan van geesten van de zesde graad beginnen. Wij vermoeden dat de volkomenen nog weer een nieuwe, ongeopenbaarde loopbaan in het universum toegewezen zullen krijgen. Het zal u niet verbazen dat wij menen dat de Moeder-Geesten van de Universa eveneens een nog niet onthulde loopbaan in het vooruitzicht hebben, die de zevende fase zal vormen van hun persoonlijke ervaring in het dienen in het universum en in loyale samenwerking met de orde van de Schepper-Michaels.