78
|
7. De persoonlijkheid van de Eeuwige Zoon
|
79
|
8. Het besef van de Eeuwige Zoon
|
79
|
7. De betrekking van de Eeuwige Zoon tot het Universum
|
81
|
1. Het circuit der geest-zwaartekracht
|
81
|
2. Het bestuur van de Eeuwige Zoon
|
83
|
3. De betrekking van de Eeuwige Zoon tot het individu
|
84
|
4. De goddelijke plannen tot volmaaktheid
|
85
|
5. De geest van zelfschenking
|
86
|
6. De Paradijs-zonen van God
|
87
|
7. De allerhoogste openbaring van de Vader
|
88
|
8. De Oneindige Geest
|
90
|
1. De God van handeling
|
90
|
2. De natuur van de Oneindige Geest
|
92
|
3. De betrekking van de Geest tot de Vader en de Zoon
|
93
|
4. De Geest van Goddelijk Dienstbetoon
|
94
|
5. De tegenwoordigheid Gods
|
95
|
6. De persoonlijkheid van de Oneindige Geest
|
96
|
9. De betrekking van de Oneindige Geest tot het Universum
|
98
|
1. Eigenschappen van de Derde Bron en Centrum
|
98
|
2. De Alomtegenwoordige Geest
|
100
|
3. De Universele Bewerker
|
101
|
4. Het absolute bewustzijn
|
102
|
5. Het dienstbetoon van bewustzijn
|
102
|
6. Het circuit der bewustzijnszwaartekracht
|
103
|
7. Universum-reflectiviteit
|
105
|
8. Persoonlijkheden van de Oneindige Geest
|
105
|
10. De Paradijs-Triniteit
|
108
|
1. De zelfdistribuering van de Eerste Bron en Centrum
|
108
|
2. Godheidspersonalisatie
|
109
|
3. De drie personen der Godheid
|
110
|
4. De Triniteitsvereniging van de Godheid
|
112
|
5. Functies van de Triniteit
|
113
|
6. De Stationaire Zonen van de Triniteit
|
114
|
7. De albeheersing van het Allerhoogst Bewind
|
115
|
8. De Triniteit boven het Eindige
|
116
|
11. Het eeuwige Paradijs-Eiland
|
118
|
1.
|