Bijna Weg. Блейк Пирс. Читать онлайн. Newlib. NEWLIB.NET

Автор: Блейк Пирс
Издательство: Lukeman Literary Management Ltd
Серия:
Жанр произведения: Зарубежные детективы
Год издания: 0
isbn: 9781094304755
Скачать книгу
Haar donkere haar was één grote klittenbos, haar pyjama was omhoog gerold. Ze had haar blauwe dekbed naar het voeteneinde geschopt. Ze moest het koud hebben.

      ‘Word wakker, alles is goed. Het is maar een nachtmerrie.’

      ‘Ze komen me halen!’ Ella snikte en probeerde zich los te rukken. ‘Ze komen eraan, ze staan bij de deur!’

      Cassie hield haar stevig vast en hielp haar overeind. Ze duwde een kussen achter haar rug en trok haar pyjama recht. Ella trilde van angst. De manier waarop ze “ze” had gezegd, maakte dat Cassie zich afvroeg of dit een terugkerende nachtmerrie was. Wat gebeurde er in Ella’s leven dat ze zulke doodsangsten uitstond in haar dromen? Het kleine meisje was totaal getraumatiseerd, en Cassie had geen idee hoe ze haar moest troosten. Ze had een vage herinnering aan hoe Jacqui, haar zus, een bezem naar een kast had gezwaaid om een imaginair monster te verjagen. Maar die angst was gevestigd in de realiteit. De nachtmerries waren begonnen nadat Cassie zich in de kast had verstopt tijdens een dronken woedeaanval van haar vader.

      Ze vroeg zich af of Ella’s angst ook was gevestigd in iets wat echt was gebeurd. Ze zou er later achter moeten proberen te komen. Nu moest ze haar overtuigen dat de monsters weg waren.

      ‘Niemand komt je halen. Alles is oké. Kijk maar. Ik ben hier en het licht is aan.’

      Ella sperde haar ogen wijd open. Vol tranen staarden ze Cassie een ogenblik aan. Toen draaide ze haar hoofd en keek naar iets achter zich.

      Nog steeds geschrokken van haar eigen nachtmerrie en Ella’s volharding dat ze “ze” gezien had, keek Cassie snel achterom. Haar hart bonsde toen de deur open knalde.

      Margot stond in de deuropening, met haar handen op haar heupen. Ze droeg een gewaad van turquoise zijde en haar blonde haar was losjes gevlochten. Haar perfecte gezicht werd alleen ontsierd door een restje uitgelopen mascara.

      De woede golfde van haar af en Cassie voelde haar ingewanden ineenkrimpen.

      ‘Wat duurde er zo lang?’ snauwde Margot. ‘Ella’s gehuil maakte ons wakker, ze ging uren door! We hebben een lange avond gehad, we betalen jou niet zodat we uit onze slaap gehaald kunnen worden!’

      Cassie staarde haar aan, verward door het feit dat Ella’s toestand wel het laatste leek te zijn waar Margot aan dacht. ‘Het spijt me,’ zei ze. Ella klemde zich tegen haar aan en maakte het onmogelijk voor haar om op te staan en haar werkgeefster onder ogen te komen. ‘Ik kwam zodra ik het hoorde, maar het licht in de slaapkamer is kapot, het was helemaal donker, en het duurde even voordat ik…’

      ‘Ja, het duurde te lang, en dit is dus je eerste waarschuwing! Pierre werkt hard en hij wordt kwaad als de kinderen hem wakker maken.’

      ‘Maar...’ Een rebelse opwelling maakte zich van Cassie meester. ‘Had jij niet naar Ella kunnen komen als je haar hoorde huilen? Dit is mijn eerste avond hier, en ik kon niks vinden in het donker. Ik beloof dat ik het volgende keer beter zal doen, maar ik bedoel, het is jouw kind, en ze had een afschuwelijke droom.’

      Margot deed een stap naar Cassie, haar gezicht strak. Heel even dacht Cassie dat ze een excuus zou snauwen en dat ze een gespannen wapenstilstand zouden bereiken.

      Maar dat gebeurde niet.

      In plaats daarvan haalde Margot uit en sloeg Cassie hard in haar gezicht.

      Cassie onderdrukte een gil en slikte haar tranen weg terwijl Ella’s gehuil escaleerde. Haar wang gloeide van de klap, de bult op haar hoofd bonkte harder en de vreselijke realisatie dat haar nieuwe werkgeefster gewelddadig was, maakte haar duizelig.

      ‘Voordat jij werd aangenomen, deed een keukenmeisje jouw taken. Daar kunnen we prima naar terug. We hebben een hoop bedienden. Dit is je tweede waarschuwing. Ik gedoog geen luiheid, en ook geen grote mond van mijn personeel. Bij een derde waarschuwing word je onmiddellijk ontslagen. Zorg dat dat kind stopt met huilen, dan kunnen wij eindelijk slapen.’ Ze beende de kamer uit en sloeg de deur achter zich dicht.

      Cassie nam Ella in haar armen en voelde een overweldigende opluchting toen het luide gesnik zachter werd. ‘Alles is oké,’ fluisterde ze. ‘Het is in orde, maak je maar geen zorgen. Volgende keer kom ik sneller, dan kan ik de weg beter vinden. Zal ik de rest van de nacht hier slapen? Zullen we je lampje aan laten, voor alle zekerheid?’

      ‘Ja, blijf alsjeblieft hier. Dan komen ze misschien niet terug,’ fluisterde Ella. ‘En laat het licht aan. Daar houden ze niet van, denk ik.’

      De kamer was in een neutrale, blauwe kleur geschilderd, maar het lampje met zijn roze lampenkap was een vrolijk, troostrijk voorwerp.

      Terwijl ze Ella troostte, had Cassie wel kunnen overgeven, en ze besefte dat haar handen hevig trilden. Ze kroop onder de dekens, dankbaar voor de warmte. Ze had het ijskoud. Hoe kon ze in vredesnaam blijven werken voor een werknemer die haar verbaal en fysiek mishandelde waar haar kinderen bij waren? Het was ondenkbaar, onvergeeflijk, en het bracht zoveel herinneringen terug die ze bijna was vergeten. De volgende ochtend zou ze haar spullen pakken en maken dat ze wegkwam.

      Maar... ze had nog geen salaris gekregen; ze zou tot het einde van de maand moeten wachten voordat ze überhaupt geld had. Ze kon niet eens de taxirit naar het vliegveld betalen, laat staan de kosten van een vliegticket.

      En dan waren de kinderen er nog. Hoe kon ze hen achterlaten in de handen van deze gewelddadige, onvoorspelbare vrouw? Ze hadden iemand nodig om voor ze te zorgen, zeker de jonge Ella. Ze kon hier niet zitten en haar troosten en beloven dat alles goed zou komen, om dan de volgende dag te verdwijnen.

      Met een gevoel van afschuw realiseerde Cassie zich dat ze geen keuze had. Ze kon nu niet meer terug. Ze was financieel en moreel gedwongen om te blijven. Ze zou moeten proberen om op het koord van Margots humeur te dansen, om een derde en laatste misstap te voorkomen.

      HOOFDSTUK VIJF

      Cassie deed haar ogen open en staarde verward naar het onbekende plafond. Het duurde even voordat ze zich kon oriënteren en ze besefte waar ze was – in Ella’s bed. Het ochtendlicht viel tussen de gordijnen door naar binnen. Ella lag nog diep te slapen, half ingegraven onder het dekbed. Cassies achterhoofd deed pijn als ze bewoog, wat haar herinnerde aan alles wat er de nacht daarvoor was gebeurd.

      Ze ging snel overeind zitten en herinnerde zich Margots woorden, de bijtende klap, en de waarschuwingen die ze had gekregen. Ja, het was haar schuld geweest dat ze niet meteen naar Ella was gegaan, maar niets van wat daarna was gebeurd, was eerlijk geweest. Toen ze had geprobeerd voor zichzelf op te komen, was ze alleen maar verder gestraft. Dus misschien moest ze vandaag maar rustig wat huisregels bespreken met de familie Dubois, zodat dit niet nog eens zou gebeuren.

      Waarom was haar wekker nog niet gegaan? Ze had hem gezet om half zeven, in de hoop dat ze dan om stipt zeven uur aan het ontbijt zouden verschijnen.

      Cassie pakte haar telefoon en ontdekte tot haar schrik dat de batterij leeg was. Het voortdurende zoeken naar een signaal had er waarschijnlijk toe geleid dat hij sneller was leeggelopen dan anders. Ze glipte stilletjes uit bed, liep naar haar kamer, stopte de lader in de telefoon en wachtte zenuwachtig tot hij aan ging.

      Ze vloekte zachtjes toen ze zag dat het al bijna half acht was. Ze had zich verslapen, en nu zou ze iedereen zo snel mogelijk wakker en aangekleed moeten krijgen. Ze haastte zich terug naar Ella’s kamer en sloeg het gordijn open.

      ‘Goedemorgen,’ zei ze. ‘Het is een prachtige, zonnige dag, en het is tijd voor het ontbijt.’

      Maar Ella wilde niet opstaan. Ze was waarschijnlijk met moeite in slaap gevallen na haar nachtmerrie, en ze had een ochtendhumeur. Chagrijnig, moe en huilerig klampte ze zich vast aan het dekbed toen Cassie dat van haar af probeerde te trekken. Na een tijdje dacht Cassie aan het snoep dat ze had meegenomen en ging ze over tot omkoping om Ella uit bed te krijgen.

      ‘Als je binnen vijf minuten klaar bent, krijg je een chocolaatje.’ Maar zelfs toen was het nog niet eenvoudig. Ella weigerde om de kleren aan te trekken die Cassie had uitgezocht. ‘Ik wil vandaag een jurk aan,’ hield ze vol.

      ‘Maar