“Kom, lieve nacht; kom, liefhebbende, zwarte nacht;
Geef me mijn Romeo; en, als ik zal sterven,
Neem hem en verscheur hem tot kleine sterren,
En hij zal het hemelse gelaat zo laten schitteren
Dat heel de wereld verliefd wordt op de nacht…”
― William Shakespeare
Romeo en Julia
HOOFDSTUK EEN
Kate ontwaakte op de ochtend van haar zeventiende verjaardag met een knoop in haar maag. Ze wilde dat ze opgewonden kon zijn; maar ze zag er tegenop, en ze wist dat er geen cadeaus op haar lagen te wachten, geen verjaardagsontbijt, geen taart. Er zouden geen verjaardagskaarten zijn. Ze zou geluk hebben als iemand van haar familie het zich zelfs maar herinnerde.
Ze voelde de warme zon van Santa Barbara op haar oogleden, en ze deed haar ogen open en knipperde. Haar kamer stond nog altijd vol met verhuisdozen. Het was een chaos, en ze kon zichzelf er niet toe kon aanzetten om het op orde te brengen. Misschien, besefte ze, was het omdat ze hier niet wilde zijn. Ze wilde niet bij haar familie zijn—waar dan ook. Waarom zou ze? Ze haatten haar.
Kate trok haar deken over haar hoofd heen om het licht tegen te houden. Ze wilde wanhopig graag dat ze niet uit bed hoefde om de confrontatie met de dag aan te gaan. Het beste dat ze kon doen, besloot ze, was zo snel mogelijk het huis uit zien te komen en naar school gaan. Ze had tenminste haar vriendinnen. Zij wisten maar al te goed over haar thuissituatie, en ze zouden zich druk maken om haar als ze niet kwam opdagen.
Kate wist zichzelf uit bed te hijsen en trok haar favoriete spijkerbroek en een zwart T-shirt aan. Toen stapte ze in haar gehavende rode Converses en haalde ze een kam door haar donkerbruine haar, net genoeg om de klitten eruit te krijgen maar niet om het op een bepaalde manier te stijlen. Omdat het een speciale gelegenheid was, deed ze wat mascara en kohl op. Ze bekeek zichzelf van een afstandje in de spiegel. Haar moeder zou haar outfit haten. De gedachte deed haar glimlachen.
In de gang kwam de geur van pannenkoeken, bacon en ahornsiroop haar tegemoet. Haar moeder deed graag of ze de All-American Moeder was, met haar voetbalmoeder kapsel. Ze was allesbehalve. Ze was een bedriegster. Het was allemaal nep. All-American Moeders zouden van hun kinderen moeten houden—niet één dochter adoreren en de ander zich intussen klein en onbelangrijk laten voelen.
Kate wist al dat de pannenkoeken niet voor haar waren. Ze waren voor haar vader en voor haar zus, Madison, en haar broertje, Max, maar niet voor haar. Haar moeders hatelijke opmerkingen galmden door haar hoofd.
Als je nu een sport op zou pakken, dan zou je ook een stevig ontbijt kunnen hebben. Maar omdat je de hele dag alleen maar binnen zit te lezen moet je op je figuur letten.
Kate zette zich schrap voor ze de keuken inliep.
De keuken in het nieuwe huis was smaakvol ingericht, gevuld met de nieuwste gadgets. Het zag eruit als een keuken die uit een magazine was geknipt. Het was alles dat haar moeder nodig had om haar schertsvertoning van de perfecte familie vol te houden.
Haar vader zat aan de tafel, zijn ogen nog rood van zijn drinksessie van de vorige avond. Hij staarde somber in zijn zwarte koffie. Zijn pannenkoeken stonden onaangeraakt naast hem. Kate wist dat dat betekende dat zijn kater te hevig was om te eten.
Madison, die ook aan de tafel zat, was bezig met haar make-up op doen in haar kleine spiegeltje. Haar donkere haar viel in zachte golven over haar schouders en glinsterde in het zonlicht. Ze complimenteerde haar look met felrode lippenstift, waardoor ze er meer uit zag als een universiteitsstudente dan als de middelbare school leerling die ze in werkelijkheid was. Het was niet te zien dat er slechts achttien maanden tussen de meisjes zat. Madison was meer als een vrouw, terwijl Kate zich op veel vlakken nog steeds als broodmager kind voelde.
Kate schuifelde de keuken in en griste haar tas van de vloer. Max merkte haar op en glimlachte naar haar. Hij was veertien, en verreweg de aardigste persoon van Kate’s familie. Hij probeerde het in elk geval.
“Wil je ook?” zei hij, terwijl hij naar zijn stapel pannenkoeken wees.
Kate glimlachte. Ze wist dat Max dol was op pannenkoeken en dat hij waarschijnlijk al zijn wilskracht nodig had om ze niet te verslinden. Ze was geraakt door het gebaar.
“Ik ben oké, bedankt,” zei ze.
Haar moeder, die bij het keukenraam sap stond in te schenken, draaide zich om.
“Geen pannenkoeken voor Kate,” zei ze. “Het ziet er naar uit dat je wat bent aangekomen.”
Ze bekeek Kate van top tot teen en nam niet eens de moeite om de afkeer op haar gezicht te verbergen. Kate beantwoordde haar woeste staar met een koude blik in haar ogen.
Max staarde naar zijn bord. Hij voelde zich schuldig vanwege het feit dat hij ervoor had gezorgd dat zijn moeder Kate begon te bekritiseren.
“Maak je geen zorgen, Moeder,” zei Kate emotieloos. “Ik ken de regels.”
Normaal gesproken was Kate voorzichtig met terugpraten naar haar moeder. Het maakte de dingen alleen maar erger. Maar iets voelde anders vandaag. Misschien was het omdat ze nu zeventien was. Ze voelde zich een beetje sterker, een beetje machtiger. Ze had het gevoel alsof ze op het punt stond iets opwindends te beleven.
Kate deed de koelkast open en haalde er een bak gewone yoghurt uit. Het was het enige dat haar moeder haar nu als ontbijt liet eten.
Ze greep een lepel en begon haar yoghurt te eten, zittend op het keukeneiland; ze had geen behoefte om bij de rest van de familie aan de ontbijttafel aan te schuiven.
Haar moeder liep met een kan sinaasappelsap naar de tafel en schonk een glas in voor de rest.
Madison klapte haar handspiegeltje dicht en keek op naar haar zus.
“Wil je een lift met mij en Max naar school?” zei ze, terwijl haar ogen van Kate’s gehavende schoenen naar haar gescheurde spijkerbroek en onflatteuze T-shirt schoten.
Kate wierp een blik op Max. Hij zag er nog schuldiger uit dan ooit. Zij en Max hadden altijd samen naar school gefietst,