Caleb draaide zich om, keek naar de horizon en ademde diep in. Hij staarde naar de wolken, maar zei geen woord.
Dit was Caitlins kans. Ze wilde wanhopig graag van onderwerp veranderen. Hij was vastberaden om weg te gaan, dat had ze wel door, en niets zou hem tegenhouden. Het was ook duidelijk dat hij haar niet mee zou nemen. Ze voelde de uitputting over zich heen spoelen, en ze wist dat hij gelijk had: ze was nog niet klaar om te vechten. Ze moest herstellen.
Ze wilde geen tijd meer verspillen aan hem proberen tegen te houden. En ze wilde niet meer over vampiers, oorlogen of zwaarden praten. Ze wilde hun kostbare tijd gebruiken over hen. Caitlin en Caleb. Zij als een stel. Hun toekomst. Hun liefde voor elkaar. Hun toewijding aan elkaar. Wat was er precies tussen hen?
En nog belangrijker: ze besefte dat ze hem altijd voor lief had genomen sinds ze hem voor het eerst ontmoet had. Ze had nooit de tijd genomen om hem in de ogen te kijken en hem precies te vertellen wat ze voor hem voelde. Ze was nu een vrouw, en ze voelde dat het tijd was om zich volwassen te gaan gedragen, als een vrouw. Misschien kon hij het voelen, hoeveel ze van hem hield, maar ze had de woorden nooit hardop gezegd. Caleb, ik houd van je. Ik heb van je gehouden vanaf het moment dat we elkaar ontmoetten. Ik zal altijd van je houden.
Caitlins hart bonsde in haar keel en voelde zich banger dan ze tot dan toe ooit was geweest. Trillen bracht ze haar hand omhoog en legde die zachtjes op zijn wang.
Hij draaide zich langzaam naar haar om.
Ze was eindelijk klaar om hem te vertellen wat ze dacht.
Maar toen ze het probeerde, bleven de woorden in haar keel steken.
Op hetzelfde moment keek hij haar aan met een flits van bezorgdheid, en hij opende zijn mond om te praten.
“Caitlin, ik moet je iets vertellen—,” begon hij.
Maar hij kreeg nooit de kans om zijn zin af te maken.
Plotseling klonk het geluid van een opengaande deur en Caitlin voelde onmiddellijk dat ze niet langer alleen waren.
Ze draaiden zich allebei snel om, om te kijken wie het was.
Het was een persoon. Een vampier. Een prachtig, ongelooflijk schepsel met een mooiere, slankere bouw dan Caitlin, golvend rood haar en heldere, groene ogen.
Toen Caitlin zich realiseerde wie het was, sloeg haar hart een slag over.
Nee. Dat kon niet.
Zij was het. Sera. Calebs ex-vrouw.
Caitlin had haar maar één keer eerder ontmoet, bij de Cloisters. Maar ze had haar nooit vergeten.
Sera liep op hen af met de elegantie van iemand die al duizenden jaren op deze planeet rondliep. Vol zelfvertrouwen. Zonder vaart te minderen, en met haar ogen constant op Caitlin gericht, liep ze naar Caleb toe.
Ze hief een blanke, prachtige hand en legde die langzaam om Calebs schouder. Ze keek omlaag naar Caitlin met pure verachting.
“Caleb?” vroeg ze zachtjes met een duistere grijns op haar gezicht. “Heb je haar niet over ons verteld?”
Die paar woorden leken een mes dat bij Caitlin in het hart werd gestoken.
VIJF
Samantha keek verschrikt toe hoe de ketel kantelde naar Sams gezicht. Ze worstelde zo hard ze kon, maar ze kon niets doen om te ontsnappen aan haar bewakers. Ze was hulpeloos. Ze moest daar staan en de persoon die ze lief was gaan hebben vernietigd zien worden.
Toen de vloeistof over Sam heen vloeide, zette Samantha zich schrap in de verwachting het verschrikkelijke gegil te horen dat zo vaak gepaard ging met onderdompelingen in Iorisch zuur.
Maar toen Sam volledig ondergedompeld was, klonk er vreemd genoeg geen enkel geluid.
Had het zuur hem zo snel gedood dat hij niet eens de kans had gekregen te schreeuwen? Toen de ketel leeg was, werd Sam weer zichtbaar.
Samantha schrok zich dood. Net als elke andere vampier in de ruimte.
Hij was in orde. Hij knipperde en keek rond, duidelijk zonder pijn. Hij keek zelfs wat uitdagend.
Het was ongelooflijk. Samantha had nog nooit zoiets gezien – nog nooit had ze iemand, mens of vampier, gezien die immuun was voor de vloeistof. Tenminste, op één persoon na. Nu herinnerde ze het zich. Caitlin. Zijn zus. Die was ook immuun geweest. Wat had dat te betekenen? Lag het aan hun genetische band? Ze dacht terug aan zijn horloge, aan de inscriptie. De Roos en de Doorn. Was de dynastie verdeeld over hen? Zou het kunnen dat zij niet De Ene was? Dat hij het was?
Caitlin was een paar jaar ouder dan Sam, en misschien had zij eerder volwassenheidstekenen vertoond dan hij. Misschien zou Sam ook een halfbloed zijn geworden als ze een paar jaar hadden gewacht.
Wat de reden ook was, hij was duidelijk immuun. Dat maakte hem heel erg machtig. En gevaarlijk voor haar verbond.
Samantha keek rond, en in de ruimte met honderden vampiers klonk geen enkel geluid. Ze staarden slechts allemaal geschrokken.
Sam zag er woedend uit. Hij reikte omhoog, trok aan zijn ketenen en veegde het water van zijn gezicht. Hij rukte aan zijn ketenen, maar hij kwam niet los.
“Kan iemand me uit dit verdomde ding halen!?” schreeuwde hij.
En toen gebeurde het.
Plotseling klonk er een knal bij de deur.
Samantha draaide zich om en zag hoe de enorme dubbele deur omlaag kwam.
Ze kon het niet geloven. Daar stond Kyle met zijn beschadigde gezicht, met Sergei aan zijn zijde en honderden huurlingvampiers achter zich.
En dat was niet alles. Kyle had hem. Hij hield hem omhoog. Het Zwaard.
Kyle liet een verschrikkelijke gil horen en stormde als een waanzinnige de ruimte in. Zijn aanhangers volgden hem op de voet en schreeuwden net zo hard. Er brak chaos uit in de kamer.
Het ging vampier tegen vampier terwijl Kyle en zijn mannen iedereen in hun zicht aanvielen. Maar het Zwarttijverbond was al duizenden jaren in oorlog geweest, en was niet van plan zo gemakkelijk op te geven. Rexius’ vampiers vochten met gelijke vastberadenheid terug.
Het was een grootschalig handgevecht van vampier tegen vampier. Niemand gaf toe.
Maar Kyle zelf maakte wel veel vooruitgang. Hij hield het Zwaard met beide handen omhoog en zwaaide het alle kanten op. Waar het heen schoot, vielen vampiers. Armen, benen, hoofden… Kyle was in zijn eentje een leger waard. Hij sneed een pad door de duizenden vampiers heen, elke vampier op zijn pad dodend.
Samantha was geschokt. In haar duizenden jaren had ze nog nooit een vampier vermoord zien worden… echt, definitief gedood. Ze had een vampier nooit als teer beschouwd. Het Zwaard was ontzagwekkend. En heel, heel erg dodelijk.
Samantha aarzelde niet langer. Toen een vampier schreeuwend op haar af raasde met zijn bloederige, scherpe tanden op haar gezicht gericht, dook ze vlug weg, liet ze hem over zich heen vliegen en toen zette ze het op een lopen.
Ze rende door de kamer in de richting van Sam.
Net op tijd. Een andere vampier had hetzelfde idee gehad, en liep op de geketende, versteende jongen af. De vampier sprong recht op Sam af en hield zijn tanden op Sams keel gericht. Hij leek wel een lammetje dat vastgeketend zat in een ruimte vol leeuwen.
Samantha bereikte hem net op tijd. Ze sprong, botste in de lucht met de vampier en sloeg hem tegen de grond. Voor hij op kon staan sloeg Samantha hem hard met de rug van haar hand, waardoor hij knock-out ging.
Ze sprong overeind en rukte aan Sams ketenen. Toen ze hem bevrijdde keek hij in volledig ongeloof om zich heen, alsof hij een nachtmerrie tot leven zag komen.
“Samantha,” zei hij, “wat gebeurt er in godsnaam—”
“Niet nu,” zei Samantha terwijl ze zijn laatste ketenen verbrak, zijn arm greep en hem door de chaos heenleidde. Ze ging op de uitgang af.
Terwijl ze renden sprong er een andere vampier recht op hen af met zijn tanden uitgestoken.
Samantha