Meer lichamen zullen volgen.
Opeens wist ze helemaal zeker dat ze het bij het rechte eind had.
HOOFDSTUK TIEN
Nog voor Avery en Ramirez de vergaderzaal binnenliepen, konden ze O’Malley al in het telefoontoestel horen schreeuwen.
“Onaanvaardbaar, Will! Je moest alle informatie met ons delen. Wij hebben nu de leiding in deze zaak. Maar in plaats daarvan hou je een belangrijk bewijsstuk voor jezelf. Wanneer ging je was je van plan om ons te bellen?”
“We ontvingen de brief pas deze middag,” brulde Holt terug door de luidspreker.
“Hoe heeft de pers die brief in handen gekregen?”
“Ze ontvingen een kopie. Wij hebben de originele brief, maar de moordenaar heeft kopieën gemaakt. Volgens mij heeft hij ze naar elke krant doorgestuurd.”
“De pers kon helemaal niet weten dat de vlek onder aan de brief speeksel was. Deze informatie kwam van jouw afdeling. Dus jullie ontvingen de brief, de forensische dienst heeft deze onderzocht, heeft ontdekt dat het speeksel overeenkomt met dat van het slachtoffer en toen hebben jullie dat aan iemand verteld. Dat is de enige manier waarop het gebeurd kan zijn, Will. De eerste die je had moeten bellen was rechercheur Black. Weet je waar ik nu ben? Ik ben op kantoor. Weet je waar ik zou moeten zijn? Ik zou in bed moeten liggen met mijn vrouw. Maar in plaats daarvan ben ik hier. En waarom? Omdat jij verkeerd gehandeld hebt. Deze hele stunt is een nachtmerrie en de burgemeester is behoorlijk pissig.”
“Rustig Mike, rustig.”
“Ik doe niet rustig totdat je me de waarheid vertelt!”
“De waarheid is dat we er geen idee van hadden dat de brief verband hield met het slachtoffer dat we vanmorgen vonden. We kregen hem met de gewone post, iemand van ons team opende de brief en besliste deze door te sturen naar de forensische dienst. Toevallig kwam het speeksel overeen met dat van het slachtoffer.”
“Wie heeft de pers opgebeld?”
“De pers heeft ons opgebeld.”
“Er is duidelijk een lek ergens op jouw afdeling.”
“Ik ga ermee aan de slag.”
“Dat zou ik maar doen ja, en de volgende keer verwacht ik eerst een telefoontje.”
Hij hing op. “Verdomme!” riep hij luid.
Dylan Connelly ging zitten. “Hoofdinspecteur, waarom ga je niet naar huis,” zei hij. “Ik handel dit wel verder af.”
“Op dit ogenblik kan ik helemaal nergens heen,” antwoordde O’Malley. “De burgemeester heeft mij meegezogen in die campagne tegen criminaliteit en nu zit ik erin vast. Maak je geen zorgen. Ik ga naar huis zodra ik kan. Jij blijft hier om alles te weten te komen van Black en Ramirez en je kunt optreden als een schakel met Simms bij A7, zodat dit in de toekomst niet meer gebeurt. Jullie kennen elkaar goed, toch?”
“We zaten samen op de politieschool.”
“Goed. Als we hier klaar zijn, bel hem dan op. Als hij niet met mij of met Black wil praten, dan wil hij misschien wel met jou praten.”
“Het is misschien helemaal niet zijn fout,” zei Avery. “Hij had het nogal druk.”
“O ja,” snauwde O’Malley, “juist, dat doet me aan iets denken. Leuke kop,” zei hij tegen Avery. “Wat deed je in hemelsnaam daar in die schuilplaats van Juan Desoto?”
“Het was een aanwijzing. We volgden een aanwijzing.”
Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».
Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.
Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.