De onweersbui woedde nog drie dagen lang en Sadie Kate liep haar voetjes open bij het heen en weer draven met gepeperde boodschappen van den dokter naar ons en vice versa! Alleen maar in de hoogst dringende gevallen doe ik zulke zaken telefonisch af, want hij bezit een oude draak van een huishoudster, die aan het toestel beneden in het huis alle gesprekken afluistert, en de schandalen van het John Grier Home mogen niet verbreid worden. De dokter eischte Miss Snaith's onmiddellijk ontslag en ik weigerde. Natuurlijk is het waar, dat zij een absoluut onzelfstandig onbeduidend oud menschje is, maar het is ook een feit, dat ze van de kinderen houdt en, met goed toezicht, wel bruikbaar is.
En bovendien kan ik, met het oog op haar verheven familierelaties, haar niet als een dronken keukenmeid het huis uitzetten. Ik hoop haar mettertijd op een nette wijze eruit te krijgen. Ik hoop haar aan het verstand te brengen, dat een winter in Canada heel goed op haar gestel zal inwerken. En dan komt er nog bij, dat alles door den dokter zoo bruut en gebiedend wordt voorgeschreven, dat het een lust is juist het tegenovergestelde te doen. Als hij zegt dat de wereld rond is, zal ik stokstijf blijven volhouden, dat het beslist een driehoek moet zijn.
Maar ten slotte is toch ook deze zaak geregeld na drie vermakelijke dagen. Een heel kort excuusje heb ik er bij hem nog weten uit te krijgen, omdat hij zoo vreeselijk onaardig tegenover die arme oude dame is geweest, terwijl zij een volledige bekentenis heeft afgelegd met veel beloften voor de toekomst. Het schijnt dat zij het niet over zich kon verkrijgen om die arme schapen dat ellendige goed in te geven, en daar zij aan den anderen kant zich ook niet tegen Dr. MacRae dorst te verzetten, heeft zij de laatste veertien flesschen in een donker hoekje van den kelder verborgen. Hoe ze over dien voorraad op den duur wilde beschikken, is mij nog onbekend. Kun je levertraan misschien beleenen?
Later:
De vredesonderhandelingen eindigden heden namiddag en Sandy had zich net waardig teruggetrokken, toen de WelEd. Gestr. Heer Cyrus Wykoff aangemeld werd. Twee vijanden binnen het uur is toch werkelijk te veel!! De WelEd. Gestr. was verschrikkelijk onder den indruk van de nieuwe eetzaal, vooral toen hij hoorde, dat Betsy die konijntjes met haar leliewitte handjes eigenhandig geschilderd had. Konijntjes op den muur te schilderen is volgens hem het aangewezen werk voor een vrouw, maar een positie als de mijne te bekleeden lijkt hem zeer buitengemeen! Ook vindt hij, dat Mr. Pendleton veel verstandiger had gedaan, door mij niet zoo de vrije hand te laten bij het uitgeven van zijn geld.
Terwijl wij nog steeds Betsy's konijntjes bewonderden, drong een vreeselijk geraas van de keuken tot ons door. Wij snelden toe en vonden Gladiola Murphy schreiend bij de ruïne van vijf gele borden. Het is zeer schadelijk voor mijn zenuwen om het geruisch van brekende borden te moeten verdragen wanneer ik alleen ben, maar het wordt gevaarlijk als zulks in tegenwoordigheid van een WelEd. Gestr. geschiedt.
Ik zal trachten die borden zoo goed mogelijk in hun oorspronkelijken staat terug te brengen maar, als je het John Grier Home nog in zijn ongeschonden schoonheid wilt bewonderen, zou ik je aanraden vlug naar het Noorden te vertrekken.
Mijn lieve Judy,
Ik kom zoo juist van een dame, die haar man met een baby wil verrassen. Ik heb veel moeite gedaan om haar aan het verstand te brengen, dat, waar hij voor het kind levenslang zal moeten zorgen, zij hem zeker wel van te voren over deze daad mag raadplegen. Zij bleef maar volhouden, dat het hem niets aanging, omdat het grootste werk in uitkleeden, wasschen en opvoeden bestond en haar en niet haar man te beurt zou vallen. Ik begin heusch medelijden met onze mannen te krijgen. Sommigen van hen schijnen al heel weinig rechten te bezitten!
Zelfs onze strijdlustige Schot schijnt mij een slachtoffer van vrouwelijke tirannie te zijn en wel die van zijn huishoudster. Het is schandelijk zooals Maggie McGurk dien man verwaarloost! Ik heb het noodig geacht hem onder de hoede van een vondeling te stellen. Sadie Kate, die met gekruiste beenen op het haardkleedje zit, is juist bezig met een bezorgd huismoedergezichtje de knoopen aan zijn jas te naaien, terwijl hij boven de babies inspecteert.
Je zou het nooit gelooven maar Sandy en ik gaan op droge Schotsche manier werkelijk aan elkaar wennen. Hij heeft het nu als gewoonte aangenomen elken middag, wanneer hij van zijn bezoeken thuis komt, tegen vier uur bij ons aan te loopen om er zich van te overtuigen, dat er geen cholera- of zwarte pokken-geval of wel de pest bij ons heerscht en dan klopt hij om vijf uur bij mij aan om over gemeenschappelijke belangen te spreken.
Denk je dat hij voor mij komt? O neen, dat is het niet! Hij komt alleen maar om zijn kopjes thee en de toast met marmelade in ontvangst te nemen. Die man heeft een hongerige uitdrukking in zijn oogen. Zijn huishoudster schijnt hem niet genoeg te eten te geven. Zoodra ik een beetje meer over hem te zeggen heb, zal ik hem opstoken zich er tegen te verzetten.
Intusschen is hij zeer dankbaar voor al het eetbare dat ik hem reik, maar, o Judy, hij is zoo typisch in zijn pogingen om beleefd te zijn. De eerste maal hield hij zijn kopje in zijn eene en zijn bord met toast in zijn andere hand, terwijl hij blijkbaar naar een derde hand zocht om mee te eten. Nu heeft hij echter het probleem opgelost. Hij trekt zijn teenen in en zet zijn knieën naast elkaar en dan maakt hij van zijn servet een lange worst, waarmede hij de holte tusschen zijn knieën opvult zoodat hij een werkelijk bruikbaren schoot produceert. Dan blijft hij onbeweeglijk zitten totdat zijn thee op is. Ik geloof dat ik eigenlijk voor een tafeltje moest zorgen, maar Sandy met zijn stijve knietjes is een van de weinige amusante oogenblikken die ik heb en ik zou ze niet graag missen.
Daar komt net de post! Zeker een brief van jou! Brieven vormen een heerlijke afwisseling in dit eentonig leven. Als je je directrice te vriend wilt houden moet je haar maar veel schrijven!
Ik heb de mail in ontvangst genomen en den inhoud genoteerd. Breng alsjeblieft mijn hartelijken dank over aan Jervis voor die drie krokodillen in een moeras. Hij schijnt een zeldzaam goeden smaak te bezitten, wat wel bij het uitzoeken van zijn prentbriefkaarten blijkt. Je geïllustreerde brief van zeven tijdjes uit Miami komt net gelijktijdig aan. Ik zou Jervis dadelijk in dien palmboom herkent hebben, zelfs zonder verklarend kruisje. Ik heb ook een allerliefsten brief van zekeren jongen man in Washington gekregen, eveneens een boek en een groot pakket kandijklontjes. De baal apenootjes voor de kinderen heeft hij per expresse verzonden. Heb je ooit zooveel liefs bij elkaar gezien?
Jimmie verblijdt mij met de mededeeling, dat hij mij op komt zoeken zoodra Vader hem maar op de fabriek kan missen. De arme jongen heeft toch zoo het land aan die fabriek! Niet omdat hij lui is, maar hij stelt nu eenmaal geen belang in leeren broeken. Vader kan zoo'n gebrek aan smaak niet begrijpen. Nadat hij de fabriek heeft gebouwd, heeft hij een hartstocht opgevat voor alles wat naar leeren broeken zweemt en dat diende zijn oudste jongen natuurlijk van hem geërfd te hebben! Ik vind het verbazend gemakkelijk dat ik als dochter geboren ben. Mij is nooit gevraagd of ik van broeken hield, maar ik mag net doen wat ik wil en zelfs directrice van een vondelingengesticht worden!
Maar om op mijn mail terug te komen: daarbij is ook een brief van een grossier in koloniale waren, die beweert, dat hij buitengewoon goedkoop allerlei soorten van havermout, rijst, meel gedroogde pruimen en appelen kan leveren en dat hij groote leveranties krijgt voor de gevangenissen en veel liefdadigheidsinrichtingen! Dat klinkt niet veelbelovend, vind je wel?
Ik heb ook een paar brieven van boeren, die allen een stevigen jongen van een jaar of veertien willen hebben, die niet bang is om zijn handen uit de mouwen te steken. Hun bedoeling is die kinderen een goed tehuis te geven. Deze goede tehuizen schieten als paddestoelen uit den grond. Toen we laatst naar een van hen een onderzoek instelden, antwoordde de dorpsdominee op mijn steeds weer gestelde vraag: "Heeft hij eenig geldelijk bezit?" op zeer voorzichtige wijze: "Ik geloof dat hij een kurkentrekker heeft".
Je kunt de meeste van die tehuizen niet vertrouwen. Laatst vonden we een zeer welgestelde boerenfamilie, waarvan de leden allemaal te zamen in drie kamertjes hokten om de rest van hun huis netjes te houden. Het meisje van veertien, dat ze als kind wilden aannemen om er een goedkoop dienstmeisje aan te hebben, zou in hetzelfde bedompte kamertje als de drie kinderen moeten slapen. Hun keuken, eetkamer