Artikel 29d
Indien een ambtenaar van de burgerlijke stand een door de Commissie gegeven advies niet opvolgt, stelt hij de Commissie en de officier van justitie hiervan in kennis.
Artikel 29e
Onze Minister van Justitie kan nadere regels stellen omtrent de taak en de werkwijze van de Commissie.
Artikel 29f
Telkens binnen een termijn van vier jaren brengt de Commissie een rapport uit aan Onze Minister van Justitie, waarin de taakvervulling van de Commissie aan een onderzoek wordt onderworpen en voorstellen kunnen worden gedaan voor gewenste veranderingen.
Titel 5. Het huwelijk
Algemene bepaling
Artikel 30
1. Een huwelijk kan worden aangegaan door twee personen van verschillend of van gelijk geslacht.
2. De wet beschouwt het huwelijk alleen in zijn burgerlijke betrekkingen.
Artikel 31
1. Om een huwelijk te mogen aangaan moeten een man en een vrouw de leeftijd van achttien jaren hebben bereikt.
2. Het in het vorige lid vermelde huwelijksbeletsel bestaat niet wanneer zij die met elkander een huwelijk willen aangaan de leeftijd van zestien jaren hebben bereikt en de vrouw een verklaring van een arts overlegt dat zij zwanger is, dan wel haar kind reeds ter wereld heeft gebracht.
3. Onze Minister van Justitie kan om gewichtige redenen ontheffing verlenen van het in het eerste lid genoemde vereiste.
Artikel 32
Een huwelijk mag niet worden aangegaan, wanneer de geestvermogens van een partij zodanig zijn gestoord, dat deze niet in staat is haar wil te bepalen of de betekenis van haar verklaring te begrijpen.
Artikel 33
Een persoon kan tegelijkertijd slechts met één andere persoon door het huwelijk verbonden zijn.
Artikel 34 [Vervallen per 01-04-1998]
Artikel 35 [Vervallen per 05-12-2015]
Artikel 36 [Vervallen per 05-12-2015]
Artikel 37
1. Hij die wegens gewoonte van drank- of drugsmisbruik onder curatele staat, mag geen huwelijk aangaan zonder de toestemming van zijn curator.
2. Voor zover die toestemming niet wordt verkregen, kan zij op verzoek van de onder curatele gestelde door toestemming van de kantonrechter worden vervangen.
Artikel 38
Hij die wegens een zijn lichamelijke of geestelijke toestand onder curatele staat, mag geen huwelijk aangaan zonder toestemming van de kantonrechter.
Artikel 39
1. Heeft de rechter de toestemming verleend, dan is de termijn van beroep veertien dagen en kan gedurende die termijn de beschikking niet worden ten uitvoer gelegd.
2. Hij die tegen een verleende toestemming opkomt, is verplicht dit binnen de termijn van beroep bij deurwaardersexploit te doen aanzeggen aan de ambtenaar of ambtenaren van de burgerlijke stand ten overstaan van wie het huwelijk kan worden voltrokken. Door dit te verzuimen verliest hij het recht om de nietigverklaring van het huwelijk op grond van het ontbreken van zijn toestemming te vragen, indien het gerechtshof de in het eerste lid bedoelde beschikking vernietigt en het huwelijk reeds is voltrokken.
Artikel 40 [Vervallen per 01-01-1988]
Artikel 41
1. Een huwelijk mag niet worden gesloten tussen hen die elkander, hetzij van nature hetzij familierechtelijk, bestaan in de opgaande en in de nederdalende lijn of als broeders, zusters of broeder en zuster.
2. Onze Minister van Justitie kan om gewichtige redenen ontheffing van het verbod verlenen aan hen die broeders, zusters of broeder en zuster door adoptie zijn.
Artikel 41a [Treedt in werking per 05-12-2015]
Een huwelijk mag niet worden gesloten tussen hen die elkander, hetzij van nature hetzij familierechtelijk, als bloedverwanten bestaan in de derde of vierde graad in de zijlinie, tenzij de aanstaande echtgenoten bij de ambtenaar van de burgerlijke stand ieder een beëdigde verklaring hebben afgelegd, inhoudende dat zij hun vrije toestemming tot het huwelijk geven.
Artikel 42
Zij die met elkander een huwelijk willen aangaan, mogen niet tegelijkertijd een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan.
Artikel 43 [Vervallen per 01-09-2015]
Artikel 44
1. Ten behoeve van het kenbaar maken van hun voornemen om in het huwelijk te treden verstrekken de aanstaande echtgenoten aan de ambtenaar van de burgerlijke stand:
a. hun geslachtsnaam, voornamen, woonplaats en geboortegegevens;
b. indien toestemming tot het aangaan van een huwelijk is vereist, de gegevens van degenen wier toestemming noodzakelijk is, dan wel het bewijs dat deze hun toestemming hebben verleend. De toestemming kan ook ter gelegenheid van de huwelijksvoltrekking worden gegeven. Is de toestemming door de rechter verleend, dan verifieert de ambtenaar het bestaan daarvan bij de betrokken griffie;
c. de overlijdensgegevens van allen wier toestemming voor het huwelijk was vereist, als zij in leven waren geweest;
d. de gegevens inzake ontbinding van eventuele eerdere huwelijken of geregistreerde partnerschappen;
e. in geval van stuiting, de gegevens inzake de opheffing daarvan;
f. de ontheffing of de vergunning van Onze Minister van Justitie, ingeval deze is vereist;
g. een vrijstelling krachtens artikel 62, indien deze is verkregen;
h. de verklaring, bedoeld in artikel 31, tweede lid, ingeval deze vereist is;
i. de namen en adressen van de personen die als getuigen bij de voltrekking van het huwelijk aanwezig zullen zijn;
j. ingeval een aanstaande echtgenoot niet de Nederlandse nationaliteit bezit of rechtmatig in Nederland verblijft als bedoeld in artikel 8, onder b, d of e, van de Vreemdelingenwet 2000, een verklaring dat het voornemen om in het huwelijk te treden niet wordt aangegaan met het oogmerk om verblijfsrecht in Nederland te verkrijgen, alsmede een verklaring omtrent het verblijfsrecht van de aanstaande echtgenoot die niet de Nederlandse nationaliteit bezit;
k. de naam van de gemeente in Nederland waar het huwelijk zal worden voltrokken.
2. Wanneer de aanstaande echtgenoten, van wie ten minste één de Nederlandse nationaliteit bezit, buiten Nederland hun woonplaats hebben, kunnen zij zich ten behoeve van hun voornemen om in het huwelijk te treden uitsluitend tot de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente’s-Gravenhage wenden.
Artikel 45
1. Indien de geboortegegevens van een aanstaande echtgenoot niet kunnen worden geverifieerd en deze niet in staat is om een geboorteakte over te leggen, kan de betrokkene jegens de ambtenaar van de burgerlijke stand