30:2.68 (336.15) 2. Supervisoren van de Universum-Circuits.
30:2.69 (336.16) 3. Leiders der Tellingen.
30:2.70 (336.17) 4. Persoonlijke Adjudanten van de Oneindige Geest.
30:2.71 (336.18) 5. Toegevoegde Inspecteurs.
30:2.72 (336.19) 6. Aangestelde Wachters.
30:2.73 (336.20) 7. Gidsen voor Gegradueerden.
30:2.74 (336.21) B. De Boodschapperscharen in de Ruimte.
30:2.75 (336.22) 1. Havona-Dienstbaren.
30:2.76 (336.23) 2. Universele Bemiddelaars.
30:2.77 (336.24) 3. Rechtskundige Adviseurs.
30:2.78 (336.25) 4. Beheerders der Archieven op het Paradijs.
30:2.79 (336.26) 5. Hemelse Registrators.
30:2.80 (336.27) 6. Morontia-Metgezellen.
30:2.81 (336.28) 7. Paradijs-Metgezellen.
30:2.82 (336.29) C. De Dienende Geesten.
30:2.83 (336.30) 1. Supernafijnen.
30:2.84 (336.31) 2. Seconafijnen.
30:2.85 (336.32) 3. Tertiafijnen.
30:2.86 (336.33) 4. Omniafijnen.
30:2.87 (336.34) 5. Serafijnen.
30:2.88 (336.35) 6. Cherubijnen en Sanobijnen.
30:2.89 (336.36) 7. Middenwezens.
30:2.90 (336.37) VI. DE UNIVERSUM-KRACHTDIRIGENTEN.
30:2.91 (336.38) A. De Zeven Allerhoogste Krachtdirigenten.
30:2.92 (336.39) B. Allerhoogste Krachtcentra.
30:2.93 (336.40) 1. Allerhoogste Supervisoren der Centra.
30:2.94 (336.41) 2. Havona-Centra.
30:2.95 (336.42) 3. Superuniversum-Centra.
30:2.96 (336.43) 4. Plaatselijk Universum-Centra.
30:2.97 (336.44) 5. Constellatie-Centra.
30:2.98 (336.45) 6. Stelsel-Centra.
30:2.99 (336.46) 7. Ongeklassificeerde Centra.
30:2.100 (337.1) C. Meester-Fysische Controleurs.
30:2.101 (337.2) 1. Toegevoegde Krachtdirigenten.
30:2.102 (337.3) 2. Mechanische Controleurs.
30:2.103 (337.4) 3. Energietransformatoren.
30:2.104 (337.5) 4. Energietransmittoren.
30:2.105 (337.6) 5. Primaire Associeerders.
30:2.106 (337.7) 6. Secundaire Dissocieerders.
30:2.107 (337.8) 7. Frandalanks en Chronoldeks.
30:2.108 (337.9) D. Morontia-Krachtsupervisoren.
30:2.109 (337.10) 1. Reguleerders van Circuits.
30:2.110 (337.11) 2. Coördinators van Systemen.
30:2.111 (337.12) 3. Planetaire Beheerders.
30:2.112 (337.13) 4. Gecombineerde Controleurs.
30:2.113 (337.14) 5. Stabilisators der Verbindingen.
30:2.114 (337.15) 6. Selectieve Groepeerders.
30:2.115 (337.16) 7. Toegevoegde Registreerders.
30:2.116 (337.17) VII. DE KORPSEN VAN PERMANENTE BURGERS.
30:2.117 (337.18) 1. De Planetaire Middenwezens.
30:2.118 (337.19) 2. De Adamische Zonen van de Stelsels.
30:2.119 (337.20) 3. De Univitatia van de Constellaties.
30:2.120 (337.21) 4. De Susatia van de Plaatselijke Universa.
30:2.121 (337.22) 5. De met de Geest gefuseerde Stervelingen van de Plaatselijke Universa.
30:2.122 (337.23) 6. De Abandonters van de Superuniversa.
30:2.123 (337.24) 7. De met een Zoon gefuseerde Stervelingen van de Superuniversa.
30:2.124 (337.25) 8. De Ingeborenen van Havona.
30:2.125 (337.26) 9. Ingeborenen van de Paradijs-Werelden van de Geest.
30:2.126 (337.27) 10. Ingeborenen van de Paradijs-Werelden van de Vader.
30:2.127 (337.28) 11. De Geschapen Burgers van het Paradijs.
30:2.128 (337.29) 12. De met een Richter gefuseerde Sterfelijke Burgers van het Paradijs.
30:2.129 (337.30) Dit is de werk-klassificatie van de persoonlijkheden van de universa zoals zij geregistreerd staan op de hoofdkwartierwereld van Uversa.
30:2.130 (337.31) GROEPEN VAN SAMENGESTELDE PERSOONLIJKHEDEN. Op Uversa treft ge de registers aan van talrijke andere groepen intelligente wezens, wezens die ook nauw verbonden zijn met de organisatie en het bestuur van het groot universum. Onder deze orden vallen ook de volgende drie samengestelde groepen van persoonlijkheden:
30:2.131 (337.32) A. De Paradijs-Korpsen van de Volkomenheid.
30:2.132 (337.33) 1. Het Korps der Sterfelijke Volkomenen.
30:2.133 (337.34) 2. Het Korps der Paradijs-Volkomenen.
30:2.134 (337.35) 3. Het Korps der Getrinitiseerde Volkomenen.
30:2.135 (337.36) 4. Het Korps der Vereend Getrinitiseerde Volkomenen.
30:2.136 (337.37) 5. Het Korps van Havona-Volkomenen.
30:2.137 (337.38) 6. Het Korps van Transcendente Volkomenen.
30:2.138 (337.39) 7. Het Korps van Ongeopenbaarde Zonen van Bestemming.
30:2.139 (337.40) Het Sterfelijke Korps der Volkomenheid wordt in de volgende en tevens laatste verhandeling van deze serie besproken.
30:2.140 (338.1) B. De Universum-Adjudanten.
30:2.141 (338.2) 1. Blinkende Morgensterren.
30:2.142 (338.3) 2. Schitterende Avondsterren.
30:2.143 (338.4) 3. Aartsengelen.
30:2.144 (338.5) 4. Assistenten der Meest Verhevenen.
30:2.145 (338.6) 5. Hoge Commissarissen.
30:2.146 (338.7) 6. Hemelse Toezichthouders.
30:2.147 (338.8) 7. Leraren op de Woningwerelden.
30:2.148 (338.9) Op alle hoofdkwartierwerelden van zowel de plaatselijke universa als de superuniversa, zijn voorzieningen getroffen voor deze wezens die specifieke missies uitvoeren voor de Schepper-Zonen, de regeerders van de plaatselijke universa. Wij verwelkomen deze Universum-Adjudanten op Uversa, doch hebben geen zeggenschap over hen. Deze afgezanten verrichten hun werk en doen hun waarnemingen in opdracht van de Schepper-Zonen. Hun activiteiten worden vollediger beschreven in de verhandelingen over uw plaatselijk universum.
30:2.149 (338.10) C. De Zeven Gastenkolonies.
30:2.150 (338.11) 1. Sterrekundigen.
30:2.151 (338.12) 2. Hemelse Kunstenaars.
30:2.152 (338.13) 3. Reversie-Leiders.
30:2.153 (338.14) 4. Leraren van de Scholen voor Gevorderden.
30:2.154 (338.15) 5. De Verschillende Reservekorpsen.
30:2.155 (338.16) 6. Bezoekende Studenten.
30:2.156 (338.17) 7. Pelgrims in Opklimming.
30:2.157