De heele wereld rond. Goeverneur Johan Jacob Antonie. Читать онлайн. Newlib. NEWLIB.NET

Автор: Goeverneur Johan Jacob Antonie
Издательство: Public Domain
Серия:
Жанр произведения: Зарубежная классика
Год издания: 0
isbn:
Скачать книгу
erneur

      De heele wereld rond / Een leesboek ter bevordering van natuur-, landen- en / volkenkennis, ten dienste der volksschool

      1. De Kazanskerk te Petersburg

      Mijn eerste bezoek gold de kerk der Moeder Gods van Kazan, die als de kathedraalkerk van het geheele rijk in de oogen van elken Rus eene bijzondere heiligheid bezit. De Moeder Gods is een beeld der Heilige Maagd, dat in het midden van de kerk hangt en met paarlen en edelgesteenten bezaaid is. Oorspronkelijk bevond het zich in eene kerk te Kazan; doch om zijne bijzondere heiligheid werd het eerst naar Moskou verplaatst, van waar Peter de Groote het naar zijne nieuwe residentie aan de oevers der Newa medenam. De kerk ligt in de Nevski-prospect en is niet in den Russischen stijl, maar naar het model der Pieterskerk te Rome gebouwd. Een halfrond van kolommen leidt naar de beide hoofdingangen met bronzen deuren, en inwendig wordt het dak door zevenenvijftig stoute pilaren gedragen. De ikonostas1 in deze kerk is waarschijnlijk de rijkste in geheel Rusland; want alles is van massief zilver, zelfs de lijsten der schilderijen, en blinkt als een spiegel. Er moeten vele centenaars van dat edel metaal aan verbruikt zijn. Een groot gedeelte van die schatten is uit westelijk Europa herkomstig, daar de in 1813 en 1814 huiswaarts keerende Kozakken een gedeelte van hun’ buit aan ’t vereerde heiligenbeeld ten geschenke aanboden. Daar de kerk in Rusland nog eene groote rol in het staats- en volksleven speelt, worden de in den oorlog behaalde tropheeën niet slechts in de arsenalen en paleizen, maar ook in de kerken opgehangen, en die der Moeder Gods van Kazan is daar natuurlijk het rijkst mede bedacht. De vermelde zeven-en-vijftig pilaren zijn met veroverde vaandels, sleutels van ingenomen vestingen en allerlei zegeteekens behangen. Hoeveel veldslagen de Moskovieten geleverd, hoeveel gewesten zij bij hun onmetelijk rijk ingelijfd hebben, wordt door deze tropheeën verkondigd. Adrianopel, Leipzig en Parijs liggen ver genoeg van elkander; doch hier in de kathedraal hangen de sleutels dier drie steden vreedzaam aan dezelfde kolom. Perzische, Turksche, Fransche en Duitsche vaandels, maarschalksstaven, door Napoleon I aan zijne uitverkorenen verleend, driedubbele paardestaarten op Turksche pacha’s veroverd, ziet men in bonte mengeling bijeen.

      Bij de godsdienstoefening, welke ik in deze kerk bijwoonde, vernam ik voor ’t eerst, dat de liturgie der Russische kerk in ’t oud-Slavonisch was, eene taal, voor het tegenwoordig levend volk geheel onverstaanbaar. Maar hoe minder de geest der geloovigen zich behoeft in te spannen, des te meer wordt er van hun lichaam gevergd: hun onophoudelijk kruisen, buigen en knielen zou ieder ander buiten adem brengen. De Rus bepaalt zijn godsdienstig vertoon niet tot de kerk, maar strekt dat ook daar buiten uit. Voor elke kerk, die hij maar van verre in het oog krijgt, al is ’t eene Catholieke of Protestantsche, buigt en kruist hij zich; aan elk heiligenbeeld, die in de huizen bij dozijnen voorhanden zijn en zelfs in de armste hut niet ontbreken, bewijst hij op gelijksoortige wijze eer.

      2. De overstroomingen van de Weichsel

      Evenals de Oder, en bij ons in Nederland de Maas en de Waal, stroomt ook de Weichsel tendeele door laag land, waar de omliggende streken door hooge dijken tegen hare vloeden beschut moeten worden. Als zulk een dijk doorbreekt, richten de wateren in wijden omtrek de vreeselijkste verwoestingen aan. Doorgaans hebben zulke doorbraken in het voorjaar en ten tijde van den ijsgang plaats. Met bezorgdheid zien dus de omwoners van de Weichselmonden sterke ijsgangen te gemoet en nemen alle mogelijke maatregelen, om doorbraken te verhoeden of althans hunne have te redden. Reeds in Maart worden de vereischte wachtposten op verschillende punten der dijken uitgezet en balken, palen, takkebossen en zandzakken gereed gehouden. Soms echter zijn alle voorzorgen nutteloos. De dijken kunnen de drukking der ontzettende watermassa en het schuren der ijsschotsen, die wel vaak tot eene hoogte van veertig voet op elkaar worden geschoven, niet weerstaan. Schuimend en bruisend storten zich dan de geweldige water- en ijsmassa’s over de vruchtbare velden der vlakte uit. In allerijl moeten de menschen op de zolders hunner woningen vluchten, om het naakte leven te bergen. Maar het gebeurt ook wel, dat huizen, schuren, stallingen en boomen, soms met den grond, waarop zij stonden, mee weggespoeld worden en zelfs nog een’ tijdlang in het water ronddrijven, voordat de ijsschollen er tegen aanstooten en ze te gronde doen gaan. Ontzettend is dan de toestand der bewoners van zulk een huis, als het drijvend ijs het onmogelijk maakt, hun bijtijds met vaartuigjes te hulp te komen. Slechts als bij toeval gelukt het soms, het leven, dat zich op zulk een vlottenden dakstoel nog bevindt, aan den wissen ondergang te ontrukken. In wilden warhoop ziet men planken, posten, huisraad, meubelstukken, ontwortelde boomen op en tusschen de ijsschotsen met razende snelheid voorbij drijven. Eene akelige vertooning is het, als op een in snelle vaart meegevoerd ijsveld nog menschen om hulp kermen, en men toch niets voor hen doen kan. Schrikwekkend is ook de toestand van de mogelijk op een der dijken gevluchten, als boven en beneden hen eene doorbraak ontstaat, als voor en achter hen de vloed raast en nog alleen het stuk dijk, waarop zij staan, als een klein eilandje opsteekt uit het water, waarin het elk oogenblik wegzinken kan. – Niet alleen, dat zulke dijkbreuken al ’t winterzaad ten volle vernielen en talrijke menschen in armoede dompelen, maar daarbij ook laten zij soms uitgestrekte landstreken zoo verzand achter, dat zij eerst na jaren weer vrucht kunnen dragen.

      3. Klein-Rusland en West-Rusland

      Volhynië, Podolië en de Oekraine behooren tot Ruslands beste provinciën. Podolië is het land der herders en akkerbouwers. Tusschen groote blauwe meren en uitgestrekte eiken- en beukenwouden liggen dorpen en landhoeven, door rijke korenvelden en boomgaarden omgeven. Volhynië heeft wel zijne schilderachtige, maar ook zijne sombere streken met donker dennenwoud en wilde rotspartijen. Uit de bergen ontspringen heldere beken, zij kronkelen zich door beemd en akker. Dorpen en heerenhuizen liggen aan de vele meren of liever troebele, verpestende dampen uitwasemende poelen en moerassen, waarin breede dammen zijn opgehoogd, om tot wegen te dienen. De Oekraine is een liefelijk, houtrijk heuvelland, dat uitgestrekte vruchtbare vlakten, maar ook kale bergen, barre, zandige steppen, stille meren en snelvlietende stroomen heeft. Podolië en de Oekraine zijn Ruslands onuitputtelijke korenschuren; in den oogsttijd staan de tarweschooven er tot bergen opgehoopt. Het vele vlas wordt door de vrouwen versponnen, terwijl de uitgestrekte beetwortel- en aardappelvelden er de grondstoffen voor de fabrieken en branderijen leveren. Runderen en geiten worden den geheelen zomer door in de bosschen gedreven, waaruit zij tegen den avond naar hun dorp terugkeeren. Ook paardenkudden grazen in het bosch; deze dieren zijn klein, maar onvermoeid en verwonderlijk vlug. Aanzienlijken rijden er doorgaans met een span van vier tot zes, terwijl de boeren zich van de telega met éen of meer paarden bedienen, die onder een van den gaffelvormigen dissel uitgaand houten juk zijn aangespannen.

      Diep in de bosschen treft men dikwijls groote bijentuinen aan. De boer weet nochtans ook zeer goed den honig der wilde bijen in de holle boomstammen op te sporen, of tapt berkenwijn en richt zijn’ hond op het opgraven van truffels af. Eigenlijken boschbouw kent men niet, ofschoon men uit het naaldhout veel pek en teer trekt.

      Het klimaat is als in Zuid-Duitschland; doch de winter is strenger. De rivieren blijven langer bevroren; de sneeuw ligt hooger en vaster. Alsdan is rijk en arm in dikke pelzen gehuld en ontelbare sleden glijden pijlsnel over de spiegelgladde wegen. In Maart wordt alles weer groen, maar spoedig komen dan ook de voorjaarsregens, die bij het smelten van sneeuw en ijs de rivieren buiten hare oevers drijven, dijken en wegen vernielen en den grond onbegaanbaar maken. Nu ontwikkelt zich de plantengroei en groent de beuk, tot in Juli ook de linde in bloei komt. Dan volgen heete dagen; ook de nachten zijn warm en bijna geheel zonder dauw. Het steppenzand stuift in dikke wolken over de opene vlakten; het loof wordt vaal, het gras geel. De rivieren worden ondiep en droog, de meren en plassen verslijken en wasemen giftige dampen uit. De muskieten zijn voor den wandelaar eene onuitstaanbare plaag en dringen zelfs overal in de huizen door. In September beginnen zware onweders te woeden en gieren wilde stormen door het woud; doch na deze komen de heldere herfstdagen, wanneer nieuw groen de weideplaatsen bekleedt en de late herfstbloemen bloeien. Zwaluwen en ooievaars aanvaarden hunne reis, en de donkerblauwe hemel spiegelt zich in binnenwateren en stroomen. Alsdan echter vagen de Novemberstormen al de schoonheden der natuur binnen korte dagen weg, ontbladeren de bosschen en doen de wolven hunne toevlucht in de nabijheid der dorpen zoeken, terwijl de diepe sneeuw het land weer wijd en zijd overdekt.

      4. De Russische boeren

      De Klein-Russen in de Oekraine zijn een schrander, begaafd menschenras, leerzaam, inschikkelijk en gewillig, maar ook snel opbruisend


<p>1</p>

Eene soort van beschot met drie doorgangen, dat het altaar in de Russische kerken van het ruim afscheidt.